Nederland vergrijst. Babyboomers bereiken de pensioengerechtigde leeftijd, het aantal vitale empty nesters neemt toe. Een deel van deze (toekomstige) ouderen bewoont nu huizen die goed aansluiten bij de woonwensen van andere groepen, zoals startende gezinnen. Veel empty nesters zouden niets liever doen dan door te verhuizen naar een woning die nog beter past bij de nieuwe levensfase als vitale senior.

Dan rijst wel de vraag: wat zijn die woonwensen eigenlijk? Hoe moet de woning er uit zien? Moet het een hofje zijn, een stadsappartement of een kleine vrijstaande woning? ‘Er zijn de afgelopen jaren een aantal nieuwe woonvormen in opkomst die het goed doen bij ouderen, zoals knarrenhofjes of meergeneratiewoningen, maar toch weten we weinig van de daadwerkelijke woonwensen van ouderen,’ zegt Annette Duivenvoorden, projectleider bij Platform 31. ‘Er wordt vooral vanuit de aanbodkant geredeneerd. Met dit onderzoek willen we juist naar de vraagkant kijken van empty nesters en ouderen.’

Voor het onderzoek analyseerde Springco in opdracht van Platform 31 de woonwensen van 22.500 Zuid-Hollandse 55-plussers, met data uit de Grote Omgevingstest. De woonwensen van de groep blijken zeer divers. Senioren stellen uiteenlopende eisen op basis van de huidige woonsituatie, leefstijl, zorgvraag en woonmilieuvoorkeur. In het model is rekening gehouden met hoe realistisch de woonwensen van de respondenten te zijn, door bijvoorbeeld te controleren op besteedbaar inkomen.

Duivenvoorden legt uit waarom overheden en ontwikkelaars de seniorenwoonvraag serieus moeten nemen: ‘In de huidige gespannen woningmarkt kun je alles wel kwijt, maar je budget kun je maar één keer uitgeven. Je moet nu dus woningen bouwen waar in de toekomst ook vraag naar is, met de meeste maatschappelijke meerwaarde.’

De woonwensen zijn afgemeten tegen het huidige woningaanbod in de provincie Zuid-Holland. Daarmee laat het onderzoek ook zien wat de marktpotentie van de woonvormen is. Daarmee is het een goed startpunt voor gemeenten en ontwikkelaars die willen weten wat voor soort woningen ze kunnen bouwen.

Hier een overzicht van de tien woningtypen. De beelden zijn afkomstig van respondenten in het onderzoek.

1. Eigen plek: vrij en sociaal

Senioren met dit profiel hebben behoefte om deel uit te maken van een gemeenschap, zij het zonder sociale dwang. Buren zijn gewenst, maar onafhankelijkheid is ook een groot goed. Het gaat om empty-nesters, die graag een  woning hebben met voldoende ruimte om te werken, leven en bezoek te ontvangen. De ideale woning voor deze ouderen is een vrijstaand en grondgebonden huis.


 

2. Privédomein: privacy en rust

Het motto van deze groep is ‘my home is my castle’. Waar de eerste groep nog enige waarde hecht aan gemeenschap, draait het bij deze groep om comfort, uitzicht en privacy. Deze ouderen willen een duidelijk afgebakend eigen domein, met gelijkgestemde buren op een afstandje . Wonen te midden van andere kasteeltjes is een pré.


 

3. Basis: functioneel en sociaal

Een flink contrast met bovengenoemde twee groepen. Deze woonvorm wordt gekenmerkt door zijn zorgfunctie, betaalbaarheid en sociale binding. Bij toewijzing wordt rekening gehouden met de sociale structuur van de bewonersgroep. De woning ligt bij voorkeur in een complex, waarin voorzieningen en gemaksdiensten aanwezig zijn.


 

4. Woongebouw: comfortabel en vertrouwd

Wie hier woont, wil nabijgelegen voorzieningen, een hoog wooncomfort, huurgemak en een gelijkgestemden om zich heen. De bewonersgemeenschap is relatief homogeen. Senioren uit deze groep houden niet van te veel poes pas, maar verkiezen juist degelijkheid en structuur.


 

5. Gezinshuis: vertrouwd en gehecht

Deze woonvorm doet een beetje denken aan de klassieke dorpsstraat. Denk aan relatief simpele en betaalbare grondgebonden woningen. Er is sprake van een sociale binding, en omkijken naar elkaar wanneer nodig. Men hecht waarde aan een gemeenschap waarin alle levensfasen vertegenwoordigd zijn. Zij zijn honkvast en verhuizen niet graag, dus het is van belang dat de woningen in het concept worden toegerust op senioren met een zorgbehoefte.


 

6. Stadsappartement: dynamisch en op jezelf

Bij het stadsappartement vind je vele stedelijke voorzieningen, een diverse groep mensen en veel privacy. Zorg is nauwelijks aanwezig, maar gemeenschappelijke voorzieningen als fitness of een bibliotheek kunnen wel waarde toevoegen. De woning zelf is functioneel in ontwerp en duurzaam en kan gelegen zijn in een woontoren, oude fabriek of op een etage in een stadswoning.


 

7. Buurtblok: sociaal en levendig

Het buurtblok is onderdeel van een diverse en levendige buurt, met bewoners in alle levensfasen. Privacy wordt hier minder benadrukt . De doelgroep van deze woonvorm vindt een hof aantrekkelijk, met een aantal gemeenschappelijke voorzieningen.


 

8. Parkappartement: uitzicht en landschap

Goed gesitueerd, comfortabel en met een eenduidig publiek. De bewoners kijken graag uit over groen of water en hebben weinig behoefte aan gezamenlijkheid. Ontmoeting in de lift, bij de post of fitness is voldoende. Zorg regelen de ouderen in het parkappartement graag zelf.


 

9. Woonhof: samen voor elkaar

Waar de bewoners van het parkappartement graag op zichzelf zijn, leeft in het hof juist een hechte en betrokken gemeenschap. Ontmoeting is expliciet onderdeel van de woonvorm en voorzieningen als de supermarkt en huisarts zijn dichtbij te vinden. Openbaar vervoer is minder belangrijk, want de bewoners hebben geen hoge mobiliteitsbehoefte.


 

10. Seniorenappartement: zelfstandig ouder

Hier wonen ouderen die hun grondgebonden woning met tuin graag hebben verruild voor een levensloopbestendig appartement. Voorzieningen zijn in de buurt, zodat de ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. De appartementen liggen idealiter in de buurt van de huidige woonplaats.