Dat concludeert de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) na een inventarisatie van 28 concept-RES’en. Olof van der Gaag, directeur NVDE. ‘De regio’s hebben met veel inzet en verantwoordelijkheidsgevoel een serieus plan gemaakt met veel potentie. Het gaat er nu om die potentie te realiseren: van praten over wat er kan, naar praten over wat er komt.’
Draagvlak
Het draagvlak bij bewoners en de ruimtelijke inpassing van plannen krijgen nu al veel aandacht en het is belangrijk om daarmee door te gaan, stelt de NVDE. Niet vreemd, want dat is ook primair de verantwoordelijkheid die bij lokale bestuurders ligt. De betrokkenheid van ontwikkelaars van duurzame energieprojecten in de RES’en is tot nu toe beperkt. Volgens de NVDE is het belangrijk om ook die partijen snel te betrekken. Zij zullen miljarden aan investeringen doen en hebben veel relevante expertise. Wanneer die wordt benut worden de RES’en beter uitvoerbaar. Dat vraagt van ontwikkelaars om zich hier goed voor te organiseren, juist ook in de fase voordat ontwikkellocaties bekend zijn en commerciële belangen gaan spelen.
Energie-infrastructuur
Een belangrijke uitdaging voor de volgende fase is om draagvlak en ruimtelijke inpassing te verbinden met de inpassing in het energiesysteem (incl. bijbehorende infrastructuur). Voor de inpassing van duurzame elektriciteit geldt dat uitbreiding van de netcapaciteit het tempo bepaalt, stelt de NVDE. In vrijwel alle regio’s ontstaan knelpunten op het net bijvoorbeeld kunnen worden opgelost door uitbreiding en nieuwbouw van transformatorstations. In dertien regio’s geven de netbeheerders aan dat het bod inpasbaar is in huidige netcapaciteit of de nu geplande uitbreiding daarvan. Het is dus belangrijk dat extra investeringen in het net snel gepland worden, en overheden die uitbreiding in hun ruimtelijk beleid verankeren. Ook hier is betrekken van ontwikkelaars belangrijk, aldus de NVDE.
De ‘laagste kosten per vermeden ton CO2’ spelen een grote rol in het klimaatakkoord maar niet in de concept-RES’en. De NVDE verwacht dat de plannen uit de regio’s duurder zijn dan waarmee in het klimaatakkoord is gerekend. Dat verschil zit hem voor een deel in de schaalgrootte van projecten. In het Klimaatakkoord is een kostenreductiepad afgesproken voor duurzame energieprojecten, zodat de SDE++-subsidies kunnen worden afgebouwd. Dit pad stuurt op meer grootschalige projecten, met name voor zon, en gecombineerde toepassingen van zon en wind die de aansluitkosten op het net verlagen.
Balanceeract
Dit soort projecten maakt ook onderdeel uit van de brede verkenningen die de regio’s doen. Tegelijkertijd verkennen de concept-RES’en ook scenario’s met relatief kleinschalige projecten. Bijvoorbeeld voor zon kan de uitvoerbaarheid daarvan in de knel komen, omdat de benodigde SDE++-subsidies worden bepaald o.b.v. grotere zonnevelden (10 MW). Kleine windprojecten zijn uitvoerbaar wanneer gekozen wordt voor hoge windmolens. De opstellers van het rapport spreken van een balanceeract van ruimtelijke inpassing en kostenreductie.
Het is ten slotte belangrijk om sterker de brug te slaan naar het bedrijfsleven en andere stakeholders. Bijvoorbeeld naar partijen met een energievraag uit de industrie, mobiliteit, gebouweigenaren en bewoners en naar ontwikkelaars van duurzame energie en energiebesparing. Zij moeten grote investeringen gaan doen en hebben volgens de opstellers van de inventarisatie veel expertise.
Voldoende tijd
De concept-RES’en moeten op 1 oktober klaar zijn. In juni 2021 moeten de RES’en 1.0 volgen. In augustus volgt een eerste analyse van de plannen door PBL. Er is dus nog voldoende tijd en extra informatie om te zorgen dat er straks balans is tussen draagvlak en ruimtelijke inpassing en betaalbaarheid en uitvoerbaarheid, stelt de NVDE.
De NVDE is een vereniging voor bedrijven en brancheorganisaties in de duurzame energiesector. Ook energiebedrijven en netbeheerders behoren tot de achterban.