Dit artikel is een voorpublicatie uit BT Magazine nummer 2. BT Magazine is hét vakblad voor iedereen die zich bezighoudt met regionale innovatiekracht en vestigingsklimaat. Meer informatie of een nummer gratis inzien? Klik dan hier.
Veiligheid is een van de essentiële randvoorwaarden voor een goed vestigingsklimaat voor bedrijven. Op veel bedrijventerreinen lukt het goed om de basis (‘schoon, heel, veilig’) op orde te brengen, maar op andere plekken lukt dat niet en kan de anonimiteit van een terrein een dekmantel bieden voor bedrijven en individuen die van het rechte pad afwijken. Bedrijfshallen met afgeplakte ramen, autogarages waar nooit een klant over de vloer komt, zonnestudio’s en wasserettes waar op een of andere manier alleen ’s avonds activiteit is. Het levert een onderbuikgevoel op dat er niets niet klopt en dat er dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen.
Jonas Stuurman is onderzoeker aan de Avans Hogeschool. Hij doet onder meer onderzoek naar de ‘red flags’ van criminele inmenging.Vooral bedrijven op bedrijventerreinen blijken vanwege de goede infrastructuur en geïsoleerde ligging aantrekkelijk voor criminelen, vertelt Stuurman. ‘Ik ben geïnteresseerd in de signalen van criminele inmenging die herkenbaar zijn voor ondernemers zelf. Waar kunnen zij op letten als zij te maken krijgen met criminelen die toenadering zoeken?’ Het onderzoek is een samenwerking van de Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Rotterdam en Avans Hogeschool. Het richt zich op criminele inmenging bij bedrijventerreinen. De bedrijventerreinen Noorderveld-Molletjesveer in Zaanstad en Spaanse Polder in Rotterdam hebben zich als consortiumpartners aangesloten.
Hoe ziet criminele inmenging eruit?
‘Criminele inmenging betekent dat een bonafide ondernemer te maken krijgt criminelen die onderdelen van bedrijven willen gebruiken. Het kan daarbij gaan om het afnemen van diensten. Een voorbeeld: criminelen benaderen een koeriersbedrijf om verdovende middelen te laten bezorgen. Maar het kan ook gaan om het afnemen van producten uit de maakindustrie. Bijvoorbeeld de zogenoemde snowseals, een soort envelopjes die gemaakt zijn van papier dat niet vet of vochtig kan worden. Deze materialen worden veelal gebruikt om cocaïne in te verpakken. Maar inmenging kan ook veel subtieler zijn. Zo krijgen postorderbedrijven te maken met infiltratie. Criminelen rekruteren werknemers en slagen er op een heel geraffineerde manier in om producten te stelen en verkopen. Een voorbeeld is een bedrijf dat iPhones verkocht. Criminele medewerkers haalden die uit de verpakking en verscheepte ze naar buiten in gereedschapskisten die het bedrijf ook in het assortiment had. Daarna werden de telefoons op Marktplaats verkocht. Een dergelijk bedrijf komt er dan pas later achter dat de iPhones verdwenen zijn.’
Wat zijn die red flags voor criminele inmenging?
‘Voor ons onderzoek voeren wij gesprekken met gedupeerde ondernemers. Onlangs was dat bijvoorbeeld met de eigenaar van een bedrijfsverzamelgebouw op een bedrijventerrein. De Er was een lading drugs gevonden in het gebouw, waarna het pand op last van de burgemeester is gesloten. Wij praten met dat soort ondernemers en vragen wat ze kunnen vertellen over hoe de situatie was toen ze werden benaderd door de criminelen en hoe die zich gedroegen. Bijvoorbeeld over het type vragen die ze stelden. Wanneer een potentiele huurder bovenmatig geïnteresseerd is in de beschikbare elektriciteitsaansluitingen, kan dat een aanwijzing zijn dat die huurder op zoek is naar een locatie voor een hennepkwekerij. De red flags zijn een bundeling van die ervaringen.’
Wat kunnen bedrijven met die informatie?
‘In de eerste plaats gaat het erom dat we ondernemers zelf weerbaarder maken tegen criminele inmenging. Criminelen gaan tegenwoordig zo geraffineerd te werk dat we allemaal een verantwoordelijkheid hebben voor de veiligheid. Op bedrijventerreinen betekent dat dat ondernemers signalen moeten leren herkennen en die informatie met elkaar gaan delen in collectieven.’
‘De volgende stap is het handelingsperspectief voor gemeenten. Lokale overheden hebben veel mogelijkheden om ondermijning aan te pakken. Er is de wet Damocles, die de burgemeester de mogelijkheid biedt om bestuursdwang toe te passen als er sprake is van drugshandel of “strafbare voorbereidingshandelingen”. Ook kunnen gemeenten samen optreden met veiligheidspartners. Op dit moment wordt de koppeling met de red flags van ondermijning nog onderzocht. Hoe kunnen bedrijven, bedrijvenverenigingen, gemeente, politie, parkmanagement en andere partijen signalen en informatie op een goede manier uitwisselen?’
Hoe moeilijk is het om ondernemers te betrekken?
‘Ondernemers zijn minder bezig met veiligheid dan je zou hopen. Aan de andere kant zie je dat ook zij gaan inzien dat ze zelf verantwoordelijkheid moeten nemen om ondermijning op hun bedrijventerrein tegen te gaan. Criminaliteit is iets waar mensen over het algemeen niet graag over praten. Toch loont het om dat wel te doen, want in veel gevallen raakt inmenging direct aan de business van bedrijven. Als een bedrijventerrein achteruit holt doordat er ook malafide ondernemers actief zijn, dan straalt dat af op alle bedrijven en al het vastgoed op datzelfde terrein. De waarde daalt en de klanten blijven weg. Die economische schade door ondermijning ligt heel dicht bij ondernemerschap.’
Wat is de impact van Corona?
‘Veel ondernemers hebben door de crisis te maken met een hoge financiële druk. Tegelijkertijd hebben die ondernemers door de coronamaatregelen minder ruimte om klappen op te vangen. Uit onderzoek blijkt dat, afhankelijk van de duur van coronacrisis, 15,5 tot 68,5 procent van de ondernemers vreest voor het voortbestaan van het bedrijf (lees ook het artikel ‘Criminele inmenging in de coronacrisis’ van Maan en Stuurman op de website van het centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid, 2020). Deze onzekerheid vergroot de kwetsbaarheid van ondernemingen voor criminele inmenging. Er zijn aanwijzingen dat criminele geldschieters in het ontstane gat springen door een helpende hand te reiken naar ondernemers. Ondernemers die wij spreken in kader ons onderzoek laten ook weten dat ze zich zorgen maken over de financiële weerbaarheid van collega-ondernemers die door de huidige crisis in zwaar weer verkeren.’