Ingezonden door Vincent Lokin (Kernteam Coalitie Bos & Hout) en Harry Boeschoten (Staatsbosbeheer – Programmadirecteur Groene metropool)
Welzijn lijkt vaak het kleine broertje van welvaart, dus het is tijd welzijn meer aandacht te geven. Vandaar de oproep om na de coronacrisis niet naar het oude normaal terug te keren, maar juist te sturen op de dingen die van belang zijn voor een fijne leefomgeving, nu en later.
Groen is een onmisbaar deel van die fijne leefomgeving, zowel dichtbij als wat verder weg. Buiten zijn is goed voor je, van de wieg tot het graf, voor lichaam en geest. Daarnaast leggen bomen CO2 vast, vangt groen water op en verlaagt het de temperatuur als het heet is. Goed voor de natuur, prettige recreatieomgeving, produceert hout, vangt fijnstof af en zuivert het water. Talrijke vliegen in één klap.
Geld uit woningbouwopgave
10 procent van het oppervlak van Nederland is nu bos. Daarmee staan we ergens onderaan het Europese lijstje. Dat moet anders, vinden minister Carola Schouten van LNV en de provincies. Samen zetten zij dus in op 10 procent uitbreiding van de bossen, met de Nationale Bossenstrategie. De invulling van die ambitie moet dit jaar concreet worden. De mate waarin dat lukt hangt af van de inspanning van de verschillende overheden, maar ook van de ‘maatschappelijke partners’.
Geld is er in potentie, gekoppeld aan de woningbouwopgave. Een simpele rekensom: er moeten tot 2030 bijna een miljoen woningen worden gebouwd, met een gemiddelde waarde van ongeveer 250.000 euro. Dat gaat dus om een totale investering van ruim 200 miljard euro. Als we hier één prcent aan toevoegen ten gunste van bossen, is er 2 miljard euro beschikbaar. Dat geld geeft de mogelijkheid (afhankelijk van de grondprijs) om tientallen procenten van de gewenste bosuitbreiding te realiseren. De toekomstige beheerkosten zijn in die berekening meegenomen.
En nu komt het echt goede nieuws: de businesscase is - ook in euro’s - positief. Behalve een flinke impuls voor de leefbaarheid wordt ook economische waarde gecreëerd: huizen in groene omgevingen worden hoog gewaardeerd en zijn aantoonbaar meer waard dan vergelijkbare huizen in een versteende omgeving. Als we een conservatieve aanname doen en inzetten op ‘slechts’ 3 procent meerwaarde als gemiddelde over al die woningen, is er na aftrek van de kosten van bosaanleg nog steeds 2 procent over, die de gemeente, projectontwikkelaar en woningeigenaar onderling kunnen verdelen.
Geen radicale verandering
Bouwen met hout levert ook nog eens een bijdrage aan ‘eeuwigdurende’ CO2-vastlegging in dat hout, maar er wordt ook extra CO2-uitstoot bij de productie van andere bouwmaterialen voorkomen. De economische waarde van een betere volksgezondheid laat zich niet zo makkelijk meten, maar diverse onderzoeken laten duidelijk de positieve effecten van groen en natuur op de gezondheid zien.
Vaak wordt in grote bewoordingen gesproken over de radicale verandering die nodig is voor een duurzame, post-Corona-economie. Meer bos en natuur is geen radicale verandering, maar levert wel veel op. Er is een groot maatschappelijk belang, de bos- en houtsector is er klaar voor, het geld is er. Wij roepen daarom alle partijen in de woningbouwsector (initiatiefnemers, gemeenten, ontwikkelaars, ontwerpers, aannemers en toekomstige bewoners) op om woningbouw en nieuw bos samen op te laten gaan. Nu is het moment.