Decennia lang vochten steden om de aandacht van toonaangevende multinationals. De laatste jaren zien we echter een focusverschuiving: er komt steeds meer aandacht voor startende ondernemingen, ook in Nederland. Ze zijn sexy, vernieuwend en goed voor de economie. Het succes van het Amerikaanse Silicon Valley is medeverantwoordelijk voor die verschuiving. Deze kraamkamer voor succesvolle tech-bedrijven groeide uit tot het symbool van succesvol ondernemerschap. De economische crisis zorgde ervoor dat grote investeringsplannen in de ijskast werden gezet en vaste contracten eerder uitzondering dan regel zijn geworden. Het gaf ruimte aan de beginnende ondernemers. En die ruimte wordt gevuld. We signaleren een sterke groei van het aantal zzp’ers in ons land.

Europa heeft een behoorlijke achterstand op Amerika

Hebben we het over het aantal succesvolle startende ondernemingen is het iets minder rooskleurig, want Europa heeft een behoorlijke achterstand op Amerika. In de eerste jaren stranden veel start-ups, doordat het businessmodel niet sluitend is het team niet goed functioneert of er simpelweg geen markt voor blijkt te zijn. Om die reden geven beleidsmakers en wetenschappers steeds meer aandacht aan Young Innovative Companies: bedrijven die de onzekere start-upfase achter zich hebben gelaten, maar nog steeds even innovatief zijn. Een interessante groep voor steden en regio’s, maar ze lijken vooralsnog ongrijpbaar te zijn. Ik richtte daarom mijn onderzoek voor het Kennislab voor Urbanisme erop. Wie zijn die YIC’s? Hoe trek je ze aan?

Identiteitscrisis

Vanzelfsprekend hebben we het bij start-ups en YIC’s over bedrijven die zich in de eerste of tweede levensfase bevinden. Hierbij wordt de idee-/ontwikkelingsfase niet meegenomen. Daarnaast is de R&D-intensiteit een indicator. YIC’s en start-ups investeren een relatief hoog percentage van de winst in onderzoek en innovatie. Afgezien van deze kenmerken hebben de innovators een abstract karakter. Het geven van een definitie is lastig, omdat niet iedereen met dezelfde kwantitatieve maatstaven werkt. Ter illustratie: in Nederland is de leeftijdseis van YIC’s op 6 jaar gesteld, in Frankrijk 8 jaar en in sommige onderzoeken hanteert men zelfs een leeftijdsgrens van 15 jaar. Kwalitatieve eisen zijn daarom meer valide.

Start-ups, de trend van nu

Sinds de dot-com bubble schieten de start-ups uit de grond. Van origine is een start-up een beginnend bedrijf in de technologische sector. Bij vele initiatieven is deze sector echter uit beeld geraakt en daarom wordt een start-up ook vaak geassocieerd met beginnende bedrijfjes. Beginnende bedrijven zijn daarentegen minder interessant, omdat een groot gedeelte in de eerste 3 jaar al dan niet noodgedwongen moet stoppen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de hoofdreden daarvoor is dat deze bedrijven producten aanbieden waar geen markt voor is.

 De YIC’s: multinationals van morgen

YIC’s onderscheiden zich van start-ups door een combinatie van drie karakteristieken die het profiel van dit type bedrijf bepalen. Het bedrijf is jonger dan 6 jaar, heeft minder dan 250 werknemers (gemiddeld 10 á 20) en investeert meer dan 15% van haar winst in onderzoek en ontwikkeling. De combinatie van deze drie karakteristieken maakt deze bedrijven een stuk succesvoller dan bedrijven die slechts één of twee van deze karakteristieken bezitten (het merendeel van de start-ups). In tegenstelling tot de klassieke start-ups leggen de YIC’s hun focus niet alleen op de technologische sector. Ze kunnen elke sector beslaan zolang ze maar jong, klein en innovatief zijn. Ervaring leert dat de invloed van YIC’s enorm kan zijn. Met terugwerkende kracht kan gezegd worden dat bedrijven als Apple, eBay en Facebook ooit YIC’s waren. Zij zijn het levende bewijs dat het aantrekken van deze bedrijven dan ook interessant kan zijn voor steden. De YIC wordt daarom ook wel gezien als de multinational van morgen.

Gevestigde orde

Bedrijven als Facebook en Apple mogen tot de gevestigde orde worden gerekend. Ze zijn volwassen en hebben na explosieve groeiperioden hun groei zien stagneren. Voor veel bedrijven volgt hierna een krimpfase. Maar het kan ook anders: door innovaties door te voeren of nieuwe markten aan te boren, zoals bijvoorbeeld Apple dat deed door met de iPhone een nieuwe smartphone markt te creëren. Vaak is het voor bedrijven lastig om tot dit soort radicale innovaties te komen. Het is namelijk niet gemakkelijk om in een grote, logge organisatie ingeburgerde routines opzij te zetten. Een tweede reden is de vrees om het huidige marktaandeel te verliezen. Kleine, jonge bedrijven hebben die angst nog niet en kunnen op creatievere wijze hun marktaandeel veroveren. Het is daarom in potentie ook goed mogelijk om samenwerkingsverbanden te smeden tussen de gevestigde orde en YIC’s.

We zien de algemene tendens dat de vraag naar een flexibele en informele locatie groeit. Met name de startende onderneming wil niet meer vastzitten aan een gebouw. Ze zit nog in haar eerste levensfase, waardoor de toekomst alles behalve zeker is. Veel start-ups beginnen zelfs gewoon thuis, vanuit kostenoverwegingen. Over wat de locatiekeuze van de YIC bepaalt en in hoeverre dat van dit patroon afwijkt is nog weinig bekend. In een onderzoek naar deze vestigingsvoorwaarden vergelijkt Jorrit drie potentiële YIC-locaties in Zaanstad met verschillende eigenschappen: Noorderveld, Stadshart Zaandam en het Hembrugterrein. Om een uiteindelijk advies uit te brengen aan de gemeente interviewde ik verschillende YIC’s over hun keuze voor de huidige vestigingslocatie.

Enkele YIC’s aan het woord

‘Wij vinden het belangrijk om dicht bij plekken als Schiphol te zitten. En ik moet ook zeggen dat het bedrijventerrein waar wij zitten ook een nette uitstraling heeft. Het is goed onderhouden, dat vinden we belangrijk. Je ziet bij veel terreinen dat het heel mooi begint, maar dat al snel de eerste autodealers en een autosloperij komen. Dan zie je het terrein snel achteruitgaan. Dat wilden we niet.’

‘Vestigen in Zaanstad? Dat zal niet gebeuren, omdat het voor ons gezien aan de verkeerde kant van het water ligt. Dan moeten we al onze medewerkers over laten plaatsen en dat zal niet tot applaus gaan leiden. De meesten wonen toch wel binnen een straal van twintig tot dertig kilometer rond ons bedrijf. Daar houd je wel rekening mee.’

‘Ons bedrijf heeft geen vaste locatie. We spreken soms bij elkaar thuis af of in een hotel. Maar we doen ook veel telefonisch. We hebben niet zoveel ruimte nodig.’

‘De keuze viel op deze locatie omdat er meerder duurzame ondernemingen zaten. Het is toch wel leuk om meerdere ‘soortgenoten’ te ontmoeten. Er worden ook vaak lezingen gegeven, dus er komen sowieso vaak mensen over de vloer. Ik hou van een karakteristieke omgeving, bijvoorbeeld een gebouw wat getransformeerd is. Dat past ook wel bij ons vakgebied. Het zou helemaal super zijn als het zelfvoorzienend is.’

‘Het was dicht bij huis en het was betaalbaar. En omdat ik daar een locatie kon delen met een andere ondernemer die ik goed kende.’

‘We hebben bewust gekozen om met andere bedrijven het pand te delen, omdat we met veel freelancers werken. Het zijn geen gerelateerde bedrijfjes, maar wel veel mensen die we al kenden. De locatie heeft fijne sfeer van een soort huiskamer. Bij een nieuwe locatiekeuze zal ik zeker de sfeer laten meewegen. Daarnaast moet het goed bereikbaar zijn zowel met OV als met de auto, omdat we ook vaak spullen moeten verslepen. Het moet wel op fietsafstand zijn van Amsterdam, waar het gros van ons personeel vandaan komt.’

Investeer in succesvolle start-ups

Een steekproef van zes YIC’s is niet generaliseerbaar, maar het kan de zoektocht naar de vestigingskeuze van YIC’s wel richting geven. Wat opvalt is dat persoonlijke factoren een belangrijke rol lijken te spelen, naast de klassieke vestigingsfactoren als bereikbaarheid en onderhoudsstaat van de locatie. YIC’s willen zich thuis voelen op de locatie en dat kan doordat de sfeer goed is, ze de mensen er kennen, het voor personeel dichtbij huis is of doordat er ‘soortgenoten’ uit dezelfde sector aanwezig zijn. Groeit het bedrijf in het aantal werknemers, dan kunnen deze individuele factoren minder zwaar worden meegewogen. Economische factoren nemen dan de overhand in de vestigingskeuze. Het aantrekken van YIC’s als stad of regio is daarom een moeilijke opgave als deze niet oorspronkelijk in de buurt als start-up begonnen zijn. Als hun roots, persoonlijke netwerken en woning niet op korte afstand ligt. Effectiever is het om te faciliteren dat de start-ups in de regio daadwerkelijk succesvol zijn. Door ondernemerschap niet alleen aan te jagen, maar deze ondernemers vervolgens door de moeilijke eerste levensfasen te helpen, marktkansen inzichtelijk te maken en de mogelijkheden te bieden om management- en organisatieskills te trainen. Met andere woorden, focus niet op YIC’s, maar help start-ups naar de volgende fase.