Verzuring, verdroging, verdichting en vermesting; de Nederlandse bodem heeft veel te verduren. Door intensief gebruik en het gebruik van gevaarlijke stoffen staat de bodemvitaliteit onder druk, ondanks (inter)nationaal beleid en richtlijnen, concludeert het Rli. Als gevolg daarvan worden direct afhankelijke functies niet meer naar behoren vervuld en is het nog maar de vraag of internationale doelen gehaald worden. Daar komt bij dat de ruimte in ons land schaars is. Diverse functies kunnen én moeten daarom met elkaar gecombineerd worden, zegt het Rli, zoals bos en wateropslag of landbouw en koolstofopslag. Niet alles kan en moet overal. In de keuze voor bepaalde functie(s) vormt de betreffende bodem het uitgangspunt. Bovendien moet een bodem voldoende vitaal zijn om functies te kunnen combineren.
Rijk als sturende kracht
Volgens de adviesraad heeft de overheid een belangrijke taak in het realiseren van vitale bodems. ‘Zij moet er als eerste op toe zien dat alle relevante actoren zich veel meer bewust worden van de urgentie van de zorg voor vitale rurale bodems met hun verschillende functies’, aldus de auteurs. Het Rijk kan op dit meervoudig bodemgebruik sturen en het uitgangspunt kan worden opgenomen in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Provincies kunnen dit vervolgens uitwerken. Ook moeten overheidsinstrumenten die invloed hebben op de bodemvitaliteit onder de loep genomen worden.
Aanpassing in beleid
Om te kunnen sturen op bodemvitaliteit, adviseert de raad het beleidsinstrumentarium aan te passen. Ze noemt het opzetten van een monitorings- en kennissysteem voor de bodemvitaliteit, aanpassingen in wet- en regelgeving, nieuwe schadeherstelmaatregelen en het ‘introduceren van op maat gesneden beloningsvormen’. Concrete aanbevelingen voor aanpassing in wet- en regelgeving of beleid ontbreken. De raad laat dit achterwege vanwege het ‘agenderende karakter’ van het rapport.