Het woningtekort, vooral in de steden op de gespannen woningmarkten, is torenhoog. En het tempo van kwaliteitsverbetering en verduurzaming is te laag, vooral in de steden waar dit een complexere en meer kostbare opgave is dan elders.
52.000 huizen
De-corporaties die zijn verenigd in De Vernieuwende Stad (DVS) zijn samen goed voor 40 procent van de socialehuursector. In de periode van 2020 tot en met 2024 verhogen zij hun investeringen met € 3,4 miljard ten opzichte van de voorspellingen voor de periode 2019-2023.
Volgens DVS betekent dat dat er 52.000 nieuwe woningen bij komen. Tegelijkertijd willen de corporaties 238.000 huizen verbeteren en verduurzamen.
Ondanks die bouwambities, blijft de omvang van de woningvoorraad bij DVS-corporaties stabiel, Doordat er ook huizen gesloopt en verkocht worden. De verkopen zijn vooral verkopen aan andere corporaties als Vestia en Mooiland. Deze woningen blijven dus behouden voor de socialehuursector.
Belastingdruk
De mogelijkheid om meer te doen wordt volgens de organisatie gefnuikt door de stijging van de bouwkosten (met 21 procent) en de hoge netto-belastingdruk door VPB, ATAD en Verhuurderheffing. ‘Sociale verhuurders betalen nota bene 16 procent meer belasting dan commerciële verhuurders. Zonder de Verhuurderheffing hadden de DVS-corporaties niet 52.000 woningen nieuw kunnen bouwen maar 72.000.’
De verduurzaming van socialehuurhuizen gaat zo steeds sneller, stelt DVS. In 2023 heeft de helft van alle woningen energielabel B of hoger, zo verwachten de corporaties. Van de in 2018 voorspelde bouwproductie voor 2019 hebben de DVS-corporaties 89 procent gerealiseerd.
Onderzoek
Of de extra investeringen soelaas bieden voor de woningbouw- en verduurzamingsopgaven, is nog de vraag. DVS wijst op een groot onderzoek naar de opgaven en middelen in de socialehuursector, die de minister rond 1 juli naar de Tweede Kamer stuur. ‘Dan weten we ook of onze inspanning voldoende is’, schrijft DVS.