De Londense wijk Enfield onderging het gelaten, maar vecht sinds dit jaar terug aan de hand van een klassieke filmuitspraak: ‘Follow the money!’. Want er zit genoeg geld in de wijk, en Tesco, Asda en Sainsbury verdienen er miljoenen aan. Op die wetenschap is ‘The Enfield experiment’ gebaseerd.

‘De nationale overheid liet Enfield al dertig jaar links liggen. Ze bedachten leuke projecten, maar niet voor deze gemeente in het noorden van Londen. “De economie in de hoofdstad draait toch fantastisch?” Toen ik in 2012 betrokken raakte was de gemeente op sterven na dood. Ik trof een gemeente aan zonder zelfvertrouwen die alles uitbesteedde en zelfs niet goed genoeg meer was om de afvalbakken op te halen. Het was een absurde situatie’, zegt Detlev Munster, hoofd vastgoed van de gemeente Enfield.

‘Enfield was het middelpunt van de economie. Tot er 30 jaar lang alles mis ging’

Het eerste dat ons opviel was dat het stadsbestuur zo dankbaar was dat er nog een aantal grote bedrijven in de gemeente zaten. Natuurlijk is het goed om bekende supermarkten in je gemeente te hebben, maar die zitten er ook alleen maar omdat het winstgevend is. Aan de andere kant blokkeren ze de kansen voor kleine ondernemers en geven ze vaak niets terug aan de lokale bevolking.

Het model dat we bedachten is kinderlijk eenvoudig. We berekenen de winst die supermarkten of gasbedrijven maken doordat de inwoners van Enfield - niet zelden gefinancierd vanuit de overheid - geld uitgeven. Het eerste succes is inmiddels geboekt.

British Gas gaat duizend arme huishoudens voorzien van gas met behulp van lokale aannemers en lokale bouwvakkers. De komende tijd zal het beleid van de grote supermarktketens onder de loep genomen worden. Tesco, Asda en Sainsbury kunnen hun borst nat maken.’

Het Silicon Valley van de jaren 50

Enfield bouwt sinds 2012 een eigen lokale economie in de Londense metropool. 'The Enfield Experiment' moet de getraumatiseerde wijk weer op de kaart zetten.

Munster kent de historie van Enfield inmiddels als geen ander. ‘Aan het begin van de 20e eeuw bloeide de Britse economie. Het land was één van de koplopers van de tweede industriële revolutie en Enfield was het stralende middelpunt. Inwoners vanuit het gehele Koninkrijk trokken naar deze Londense gemeente in de hoop op een beter leven.

In die tijd geen sollicitatieprocedures met vijf rondes; als je hard kon werken, dan was je in Enfield op het juiste adres. De arbeidersklasse kon er terecht zonder degelijke opleiding, en voer wel bij de massaproductie en technologische vooruitgang.’

‘Kleurentelevisies, geweren, elektrische kookplaten en vaatwassers; ze werden allemaal voor het eerst geproduceerd langs de Great Cambridge Road. De gigantische productiebedrijven waren getriggerd door het grote arbeiderspopulatie, dat op haar beurt weer aangetrokken was door de grote bedrijven. Belling, Ferguson, Mazda, EMI, Glover and Main, Thorn en MK Electric zijn stuk voor stuk bedrijven die de Britse economie op de kaart zetten.’

Natuurlijk waren de leefomstandigheden niet perfect en moesten werknemers bij Royal Small Arms Factory zelfs in de jaren 80 nog een half uur in de file staan om alleen al het terrein af te rijden, maar er was altijd werk. ‘De economie bloeide. Enfield was het middelpunt van de economie. Tot er 30 jaar lang alles mis ging’, verhaalt Munster.

Van Silicon Valley naar Shanktown

‘Enfield veranderde binnen één carrière van een plek met kansen voor iedereen, tot een deel van de stad dat gemeden wordt door de inwoners van Londen. De gemeente veranderde van een bloeiende regionale economie tot een gebied met praktisch geen kansen voor hardwerkende werknemers. Enfield veranderde van een arbeidswijk tot een stadsdeel met de flatteuze bijnaam Shanktown – een Britse term voor een plek waar je wordt neergestoken met geïmproviseerde messen.’

Het begon natuurlijk allemaal met de veranderende economie. De grote productiebedrijven gingen failliet of werden verplaatst naar goedkope lonenlanden: het standaardverhaal. Enfield werd ontdaan van alle grote productiebedrijven en bleef zitten met een laag opgeleide bevolking aan de rand van de stad.

Het Silicon Valley van de jaren ‘50

De nationale overheid verlegde haar focus vervolgens op de kenniseconomie en na drie economische recessies en een gemeente die al het geld uitbesteedde aan dure externe bedrijven vond Enfield zich in 2012 terug als één van de armste gemeenten van Engeland. Dit geldt overigens niet voor de complete gemeente. De problemen concentreren zich voornamelijk ten oosten van de Great Cambridge Road, de plek waar alle industrie vroeger stond. De wijk Edmonton Green telt bijvoorbeeld een werkeloosheidspercentage van 30 procent. In dit deel van Enfield leven vrouwen gemiddeld 13 jaar korter dan de vrouwen aan de westkant van de Great Cambridge Road.

De omstandigheden in Enfield zijn niet rooskleurig en dit kwam pijnlijk aan het oppervlak toen in 2008 binnen vijf maanden vijf jongeren werden vermoord. In 2011 werd dat nog gevolgd door de rellen in de buitenwijken van London, waar Enfield logischerwijs ook deel van uitmaakte. Het zijn niet de directe aanleidingen voor de vernieuwde koers die Enfield ging varen, maar deze incidenten speelden een rol.

'In dit deel van Enfield leven vrouwen gemiddeld 13 jaar korter'

Het radicale plan van een Indiër en een Welshman

‘Dit is de situatie waar ik in 2012 instapte.’ Munster pakt de draad weer op. ‘Er was geen geld, geen zelfvertrouwen en geen kennis om de situatie te veranderen. Mijn collega Alan Sitkin kende vanuit zijn tijd als vertaler bij het kennisinstituut CRESC veel wetenschappers met kennis over regionale ontwikkeling en gooide zodoende een lijntje uit bij Karel Williams en Sukhdev Johal.’ Het spoor leidde naar een lokale politicus uit California die een Welshman uit Manchester en een Indiër uit Essex inschakelde om de economie in Noord-London te redden. Hét recept voor succes? Het leidde in ieder geval tot een lijst van radicale ideeën.

Sukhdev Johal begint zijn verhaal: ‘Het eerste dat ons opviel was dat de gemeente zo dankbaar was dat er nog een aantal grote bedrijven in de gemeente zaten. Bekende supermarkten, gasbedrijven, et cetera. Natuurlijk is het fijn om dat te hebben, maar die zitten er ook alleen maar omdat het winstgevend is. Aan de andere kant blokkeren ze de kansen voor kleine ondernemers en geven ze vaak niets terug aan de lokale bevolking.’

Het Silicon Valley van de jaren ‘50

‘Het model dat we bedachten is kinderlijk eenvoudig. We berekenen de winst die supermarkten of gasbedrijven maken doordat de inwoners van Enfield - niet zelden gefinancierd vanuit de overheid - geld uitgeven. Dit bedrag leggen we ze voor en vervolgens leggen we de vraag bij ze neer: “Wat hebben jullie gedaan voor de samenleving waar jullie al jaren van snoepen? Waarom bieden jullie niet meer werk bieden aan lokale leveranciers of lokale geschoolde werknemers?” Community development is meer dan twintig pagina’s in een bedrijfsboek.’

Het eerste succes is inmiddels geboekt. ‘British Gas gaat duizend arme huishoudens voorzien van gas met behulp van lokale aannemers en lokale bouwvakkers. Door deze aanpassingen zal de energierekening van huishoudens bovendien met ongeveer $ 400 per jaar dalen. Dit succes laat zien dat de gemeente meer kan eisen van de grote bedrijven en het is ontzettend goed voor het zelfvertrouwen.

Het duurde bijna twee jaar voordat we de gemeente overtuigd hadden van deze aanpak, die het namelijk moet uitvoeren.’ De komende tijd zal het beleid van de grote supermarktketens onder de loep genomen worden. Tesco, Asda en Sainsbury kunnen hun borst natmaken. ‘Het valt nu al op dat vooral lokale managers graag willen helpen met de verbetering van de buurt.’

Lokale komkommers voor de lokale markt

De ideeënstroom van Johal houdt hier niet op. ‘De lokale tuinbouw is een ander voorbeeld. Enfield had in de jaren 30 de grootste dichtheid aan kassen. Zelfs nu produceert het de helft van alle komkommers die verkocht worden in Zuidoost-Azië. De grond is erg vruchtbaar, maar toch importeren de grote supermarkten bijna alle voedingsmiddelen. De gemeente test nu een pilot om meer lokaal te produceren voor de lokale markt. Die geproduceerde middelen kunnen direct aan de Tesco verkocht of geleverd worden voor de lunch op scholen. Als je zulke afspraken kan maken, dan sta je erg sterk en dan houd je het geld in de lokale economie, daar draait het om.’

Ander initiatief is het opkopen van huizen door de gemeente. Hier komt Detlev Munster weer om de hoek kijken: ‘De gemeente heeft de plicht om gezinnen te voorzien van onderdak. Deze ruimtes moesten we altijd huren van huisbazen, die een gigantisch bedrag vroegen aan huur. De gemeente koopt nu 300 huizen op met het pensioenfonds van de medewerkers van de gemeente. Normaliter wordt dit pensioenfonds gestoken in nietszeggende initiatieven in het buitenland.

Wij kwamen tot de conclusie dat het makkelijk vijf procent rente oplevert als je investeert in dit vastgoed, dus kan het ook gewoon in de regio blijven.’ Het ligt echter gevoelig om als gemeentepersoneel te investeren in je eigen projecten. Hier bedacht Johal iets op: ‘Het zou mooi zijn als verschillende gemeenten in Londen hun pensioenfondsen investeren in andere gemeenten, zodat je belangenverstrengeling voorkomt, maar toch de regio stimuleert. Dit is een idee dat ik verder uit hoop te werken.’

De gemeente heeft de bovenstaande ideeën allemaal in meer of mindere mate ingevoerd, maar er ligt nog wat op de plank. ‘We willen kleine ondernemingen samenbrengen om de kosten voor de inkoop van gas en water te drukken, zodat ze sterker staan tegen de grote jongens en minder uitgaven hebben. Ander probleem voor deze kleine ondernemers is de certificering. De lokale scholen bieden straks cursussen aan om aannemers de benodigde papieren te laten halen, zodat ze bijvoorbeeld het werk van British Gas op zich kunnen nemen.’

Stap voor stap richting een sterke economie

Na de invoering van al deze projecten is Enfield zeker nog niet van alle problemen af. Stap voor stap werkt de gemeente aan het opbouwen van een lokale economie, binnenin de wereldwijde Londense economie. Dit zal nog niet makkelijk worden. ‘De gemeente moet bijna 40 procent van de organisatie wegbezuinigen, dit kunnen we grotendeels opvangen door de digitalisering van de overheid of het uitbesteden van taken aan de lokale bevolking.

'Grote bedrijven dachten dat ze dichter bij God stonden, maar daar komt nu verandering in’

Zo draaien we nu een proef waarin de bewoners een park beheren en onderhouden. Het hoort allemaal bij het plan Enfield 2020 waarin de gemeente economische, ecologische en sociale verbeteringen toezegt aan haar inwoners.’

Positief aan de ideeën van Johal en Williams zijn de minieme kosten. ‘Bij alle ideeën achtervolgen we het geld en proberen dit geld in de lokale economie te laten circuleren. Jarenlang verdween er vooral geld en werkgelegenheid uit Enfield, door kansen te bieden voor lokale aannemers en werknemers krijgen de inwoners de kans op een betere toekomst. Grote bedrijven dachten dat ze dichter bij God stonden, maar daar komt nu verandering in.’