Na eerdere adviezen van de commissie Remkes presenteerde het kabinet in fasen stikstofplannen. In november 2019 werden maatregelen gepresenteerd die op de korte termijn voor een verlaging in stikstofdepositie moesten zorgen, zoals een verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen en ammoniakreductie door aanpassingen in veevoer (zogenaamde bronmaatregelen). In april 2020, bijna een jaar nadat de Raad van State een streep zette door het PAS, volgden aanvullende plannen in de stikstofcrisis, onder meer voor natuurherstel en -beheer en maatregelen om stikstofdepositie te verminderen.
Vrijwilligheid en juridische borging
Volgens de commissie is gebleken dat het kabinet de stikstofproblematiek serieus neemt. Het doel van 26 procent reductie in stikstofuitstoot per 2030, zoals het kabinet graag ziet, is echter onvoldoende ambitieus om natuurdoelen te realiseren, vindt ze. De doelstelling voor 2030 zou moeten zijn om de binnenlandse uitstoot van stikstofoxiden en ammoniak met 50 procent terug te brengen ten opzichte van 2019. Het tweede doel is om tegen 2040 een zodanige reductie te hebben bewerkstelligd dat Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarden (KDW) gedaald zijn.
2030 is een hard doel, stelt de commissie. ‘Wanneer maatregelen de komende 10 jaar onvoldoende blijken om de uiteindelijke halvering te bereiken, dan zal er en tandje bij moeten om het doel van 2040 toch te bereiken’, aldus voorzitter Johan Remkes tijdens de persconferentie. Rijksbrede doelstellingen worden vertaald naar provincies, die gebiedsgericht maatwerk opstellen op basis van regionale stikstofplafonds.
De commissie vindt daarnaast dat het kabinet onvoldoende tegemoet komt aan de vereiste juridische borging. Vaak is onduidelijk hoe resultaten bereikt moeten worden en wat de afdwingbaarheid van maatregelen is. Veel gebeurt op basis van vrijwilligheid. ‘Alleen met voldoende juridische borging kan geloofwaardig uitvoering worden gegeven aan de PAS-uitspraak van de Raad van State.’
‘Alleen met voldoende juridische borging kan geloofwaardig uitvoering worden gegeven aan de PAS-uitspraak’
Het college kan zich bovendien niet aan de indruk onttrekken dat de voorgestelde structurele aanpak overeenkomsten vertoont met het PAS, zo klonk tijdens de persconferentie. ‘Zo lijkt ook hier sprake te zijn van zoeken naar rek en ruimte, om op basis van de wet Natuurbescherming zo snel mogelijk toestemming te kunnen verlenen aan activiteiten die het stikstofprobleem niet verder vergroten. Maar daarmee worden de belangrijkste problemen niet opgelost.’ Dat het kabinet een scheiding heeft aangebracht tussen maatregelen voor natuur en landbouw, is volgens Remkes een ‘gemiste kans’.
Landbouw
Binnen de landbouw moet volgens de commissie een transitie worden gemaakt naar emissiearme landbouw. ‘Het moet anders en het kan anders, met een consistent beleid, duidelijke doelen, voldoende instrumenten en financiële middelen en kansrijke verdienmodellen’, aldus Remkes. Uitkoop kan vooral worden ingezet als het gaat om bedrijven die zorgen voor veel uitstoot op kwetsbare natuur. Vrijblijvendheid biedt onvoldoende soelaas, vindt de commissie. Uitkoop op vrijwillige basis draagt niet vanzelf bij aan de transitie naar emissievrije landbouw. Ook adviseert ze de invoering van een instrument dat ondernemers kunnen inzetten bij stikstofmaatregelen. In deze ‘afrekenbare stoffenbalans’, die moet worden uitgewerkt door het ministerie van LNV, worden lokaal vastgestelde normen gekoppeld aan regionale natuurdoelen. De stoffenbalans moet bestaande regels vervangen, zodat de administratieve last niet vergroot wordt.
Mobiliteit, energie en bouw
Voor het wegverkeer adviseert de commissie geen aanvullende maatregelen, omdat stikstofreductie al wordt afgedwongen door bestaande maatregelen. Ook voor de luchtvaart voldoet het eerdere advies. In de scheepsvaart kunnen wel stappen worden gezet. Vooral door verouderde motoren wordt hier nog veel stikstof uitgestoten. Er moet strengere handhaving bij overtreden uitstootnormen komen, nieuwe schepen moeten vanaf 2021 schonere motoren hebben, een NOx-uistootheffing is belangrijk en er moeten in Europees verband strengere normen komen.
Door wind- en zonne-energie zullen emissies van energiebedrijven snel afnemen. Wel moeten aan grote stookinstallaties en kleine biomassa-installaties gelijke eisen gesteld worden. De commissie adviseert de SDE++-subsidie te beëindigen.
Omdat de bouw flink geleden heeft onder de crisis is het ‘urgenter dan ooit’ dat de problemen hier worden aangepakt, vindt de commissie. Ze adviseert tijdelijke emissies met voorrang voldoende stikstofruimte te geven, zodat bedrijven hiervoor geen uitgebreide berekening hoeven voor te leggen. Daarnaast moet de sector financieel geholpen worden om een schone sector te realiseren. De sector moet ook zelf bijdragen aan een reductie.
Daarnaast kunnen stikstofemissies een doorslaggevende rol spelen in het winnen van aanbestedingen. ‘Het Adviescollege meent dat het Rijk een voortrekkersrol moet vervullen om op korte termijn met medeoverheden en semipublieke partijen sluitende afspraken te maken over aanbestedingsregels, waarbij nadrukkelijk aandacht is voor duurzaamheidsaspecten als doorslaggevend criterium voor de gunning’, zo valt te lezen in het advies.
Schouten zei bij inontvangstneming het belang van de juridische houdbaarheid en borging te zien. We moeten bovendien zowel de natuurkant, de ruimtelijke inpassing ervan en de verlaging van de stikstof aanpakken. ‘Dat is niet of, of, of, maar allemaal en, en, en’, aldus de minister.