Het Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling voerde de droogtemonitor van 25 mei op naar een ‘driegend tekort’, de tweede stap in een opschalingsladder van vier. Voor het bepalen van het niveaus wordt binnen het Landelijk Draaiboek Waterverdeling en Droogte bijvoorbeeld gekeken naar de afvoer van de Maas en Rijn en verzilting, die optreedt als het grondwaterpeil daalt. Niveau 2 wordt vaker behaald. Volgens LCW is het echter ‘het hoogst gemeten neerslagtekort voor deze tijd van het jaar.’
Het neerslagtekort is het hoogst gemeten voor deze tijd van het jaar
Met name op hoge zandgronden zorgen de lage grondwaterstanden voor problemen. ‘De afstroom van water van de hoge gebieden naar de beken en vennen op de lage zandgronden is nu gering. De watergebonden biotopen op die plaatsen hebben het opnieuw moeilijk. Uitgebreide droogval in de hoger gelegen veengebieden lijkt bij aanhoudende droogte onvermijdelijk’, aldus het LCW. De droogte is slecht voor onder meer de landbouw, flora en fauna. Het gevaar loopt sommige jaren zo ver op, dat dieren regelmatig gered moeten worden. Zo kwamen met de droogte in 2018 diverse waterschappen, al dan niet met hulp van sportvissers, in actie om vissen in (bijna) drooggevallen beken te redden.
Een ‘sluipende ramp’, zo noemde Niko Wanders, droogte-onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht het in 2018 in een interview met Trouw. Datzelfde jaar presenteerde hij samen met internationale collega’s een onderzoek waaruit blijkt dat als de temperatuur door klimaatverandering 3 graden stijgt, het oppervlak dat te maken krijgt met droogte tot wel twee keer zo groot kan worden. Blijft de stijging binnen 1,5 graden, dan zullen droogtes die nu eens in de honderd jaar voorkomen, straks eens in de tien tot twintig jaar voorkomen. Vooral in de zomer zullen we overlast ondervinden.
Over het hele jaar valt er gemiddeld meer water als regen, dan dat er kan verdampen, zegt Wanders. ‘Alleen is het wel zo dat in de zomer meer water verdampt dan dat er regen valt. Als gevolg daarvan hebben we elke zomer een klein neerslagtekort.’ In regenachtige perioden kan water worden opgevangen om later te gebruiken. Van oudsher is Nederland vooral een land dat strijdt tegen te veel water. Dat we tot voor kort niet vaak te maken hebben gehad met droogte, maakt dat het ook minder in ons bewustzijn ligt dan bijvoorbeeld overstromingen, denkt Wanders. ‘Alleen in 1976, 2003 en 2018 hadden we te maken met ernstige droogte.’
Water opslaan
Droogte is een van de vier pijlers in de stresstesten die gemeenten uiterlijk in 2019 moesten uitvoeren. In de fysieke leefomgeving kan op diverse manieren water gebufferd worden. Het opslaan in het grondwater is de beste oplossing, zegt Wanders, omdat het daar lastig uit kan verdampen, langzaam stroomt en we er relatief weinig last van hebben. ‘Daarom zie je ook lokale oplossingen ontstaan die hierop gericht zijn. In het stedelijk gebied kan dat ook op veel plekken, met name als daar diepere grondwaterstanden aanwezig zijn. Door bijvoorbeeld te zorgen dat daken afwateren in de tuin en niet op het riool en het verhard oppervlak te beperken.’
Ook in het buitengebied liggen kansen. Een idee dat soms ter sprake komt en waar aan gewerkt wordt, is waterberging in polders (zie bijvoorbeeld deze casus). Maar de laaggelegen polders hebben in het algemeen minder last van droogte, omdat daar voldoende mogelijkheden zijn om water te bufferen in het watersysteem en water aan te voeren uit de grote rivieren of IJsselmeer, zegt Arthur Laumann, woordvoerder van de Unie van Waterschappen. Een aandachtspunt bij het opslaan van water is ook de balans met het tegengaan van wateroverlast. ‘Als alle buffers vol zijn, kan er geen water meer worden opgevangen als er onverhoopt veel regen valt.’
Maatregelen
Vanwege de droogte hebben onder meer waterschappen Vallei en Veluwe, Vechtstromen en Brabantse Delta voor diverse gebieden een onttrekkingsverbod van oppervlaktewater ingesteld. Ook in aanloop naar de zomer hebben waterschappen maatregelen genomen, zegt Laumann, bijvoorbeeld om de lage grondwaterstanden van 2018 en 2019 aan te vullen. ‘Dat hebben ze gedaan door water vast te houden, peilen op te zetten en extra water aan te voeren. In februari was dat overal vrij goed gelukt.’
Door de droogte zijn ook al eerste inspecties van waterkeringen uitgevoerd. 'Voor de langetermijnoplossing wordt er vanuit het Deltaprogramma gewerkt aan klimaatbestendige watersystemen om onder andere watertekorten, maar ook wateroverlast tegen te gaan. Dan gaat het bijvoorbeeld om extra wateropslag of gebruik van alternatieve bronnen. Denk aan hergebruik effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties.’
Afgelopen periode riep Vitens burgers op om zuinig om te gaan met water, omdat het bedrijf aan de maximale capaciteit zit. Door de coronacrisis zitten veel mensen thuis en wordt er bovengemiddeld water verbruikt. Volgens Laumann zit ook daar een deel van de oplossing: zuinig omspringen met water, door iedereen. ‘Met drinkwater bijvoorbeeld, maar ook waterverbruik voor teelten en gewassen in de landbouw.’
Extra investering
Donderdag maakte minister Cora van Nieuwenhuizen in een brief aan de kamer bekend 100 miljoen euro extra uit te trekken uit het Deltafonds om Nederland beter weerbaar te maken tegen droogte en watertekort. Vorig jaar werd, naar aanleiding van de droogte van 2018, een Beleidstafel Droogte met 46 aanbevelingen gepresenteerd. ‘Om Nederland beter weerbaar te maken tegen droogte zullen we een omslag moeten maken naar een watersysteem dat op alle niveaus veel beter in staat zal zijn om water vast te houden’, zo schreef Van Nieuwenhuizen aan de kamer naar aanleiding van dit rapport. Ook moet met waterbeschikbaarheid rekening worden gehouden binnen de ruimtelijke ordening.
Door de aanbevelingen uit de Beleidstafel is Nederland al beter voorbereid op de droogte dan twee jaar geleden, schrijft de minster nu. In de NOVI en het Nationaal Waterprogramma wordt ingezet op het rekening houden met de waterbeschikbaarheid en -overlast in de ruimtelijke inrichting. Daarnaast moet door iedereen zuiniger met water worden omgesprongen, moeten waterbeheerders beter water vasthouden, bergen en opslaan en moeten we water slimmer verdelen. Maar, schrijft ze ook, ‘als de inzet toch nog onvoldoende is, dan moeten we als samenleving de (rest)schade accepteren en ons daarop voorbereiden'.
In de tweede fase van het Deltaprogramma Zoetwater werken Rijkswaterstaat en zoetwaterregio’s aan 150 maatregelen
Het Deltaprogramma Zoetwater heeft als doel zuiniger met water om te springen, het beter vast te houden en slimmer te verdelen. Rijkswaterstaat en zes zoetwaterregio’s werken in de tweede fase, van 2022 tot 2027, aan 150 maatregelen om dit te bewerkstelligen. Binnen innovatieve projecten kan bijvoorbeeld gekeken worden naar de teelt van zouttolerante gewassen en natte teelt op natte gronden. Ook kan worden ontsteend, kunnen naaldbossen omgezet worden naar loofbossen en kan effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties worden hergebruikt. Naast de investering vanuit het Deltafonds – 100 miljoen extra naast de 150 miljoen die al gereserveerd was – nemen de regio’s een deel van de financiering van de tweede fase op zich. Daarmee komt het totaalbudget op 800 miljoen. Ook wordt vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie een impulsregeling voor droogtemaatregelen opgezet, waar decentrale overheden vanaf volgend jaar aanspraak op kunnen maken.
Biedt de regen verlichting?
Wanders antwoordt bevestigend op de vraag of hij zich zorgen maakt over de toenemende droogte. ‘Aangezien het zo vroeg in het jaar is en de echt drogere maanden met meer verdamping nog moeten komen. Het kan weliswaar voorkomen dat juni heel nat is, dus het is echt van maand tot maand kijken, maar voorlopig is er weinig regen in de voorspellingen.’
Vlak na dit interview sloeg het weer om en viel op enkele plekken weer wat regen. Of dat genoeg is om de droogte te compenseren, moet nog maar blijken. Laumann laat weten dat de waterschappen de situatie nauwlettend in de gaten houden en waar mogelijk voorzorgsmaatregelen nemen. ‘Voor de tijd van het jaar hebben we op dit moment te maken met een recorddroogte. De regen van de komende dagen zal slechts een minimale verlichting geven.’
Het KNMI en UU presenteerden vorige week een onderzoek, waar ook Wanders aan meewerkte, waarin wordt bevestigd dat drogere zomers in het binnenland vaker voorkomen dan zo’n zeventig jaar geleden. Over heel Nederland neemt de temperatuur gelijkmatig toe, maar waar het binnenland steeds droger wordt, hebben de kustgebieden hier minder mee te maken. Doordat in het binnenland de hoeveelheid zonnestralen sneller stijgt, stijgt hier ook de potentiele verdamping. Kustgebieden zijn daarnaast door aanvoer van de grote rivieren in mindere mate afhankelijk van regenwater.