De Landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024, die staatssecretaris Paul Blokhuis naar de Kamer heeft gestuurd, bevat richtlijnen voor het Rijk en gemeenten om Nederland de komende jaren gezonder te maken. Daarbij legt het kabinet de nadruk op vier thema’s: het verminderen van gezondheidsachterstanden, het verlagen van de druk op het dagelijks leven bij jeugd en jongvolwassenen, bijdragen aan vitaal ouder worden en het verbeteren van gezondheid in de fysieke- en sociale leefomgeving.
Gezondheid vaste plek in belangenafweging
Om gezondheid in de leefomgeving te verbeteren moet in 2024 bij belangenafwegingen in het ruimtelijk beleid standaard rekening worden gehouden met gezondheid. Concreet betekent dit dat gemeenten de gebruiker centraal stellen en bewegen en een gezonde leefstijl stimuleren. Ook moeten ontmoetingen in de openbare ruimte gemakkelijker worden. Dat kan bijvoorbeeld door de veiligheid te verbeteren of ontmoetingsplekken zoals buurtmoestuinen aan te leggen. Op landelijk niveau gaat de regering investeren in kennisontwikkeling. Ook wordt met een monitor gekeken welke rol gezondheid inneemt in gemeentelijke omgevingsvisies. In overleggen voor de NOVI-omgevingsagenda’s schuiven directeuren Publieke Gezondheid van GGD’s aan.
Beleidsdomeinen fysiek en sociaal
Over vier jaar moet bij elke beleidsontwikkelingen, landelijk en regionaal, op basis van wederkerigheid de verbinding worden gelegd tussen het fysieke en sociale beleidsdomein. Iets wat nu nog niet vanzelfsprekend is, stellen de auteurs. ‘Het sociaal domein kan het fysiek domein helpen met het vormgeven van het participatieproces dat onderdeel is van de Omgevingswet’, zo valt te lezen in de nota. Professionals in het sociale domein hebben veel contact met mensen in (kwetsbare) wijken. Dit domein kan bijvoorbeeld helpen het gesprek over een gezonde omgeving aan te gaan en inwoners te betrekken bij de planvorming. Op landelijk niveau wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van kennis en instrumenten binnen een programma voor de gezonde leefomgeving.
Voor lokale overheden bevat de nota checklists van actiepunten om de gezondheid te verbeteren. Daarnaast worden enkele instrumenten aangehaald om gezondheid in de fysieke leefomgeving te stimuleren. Voorbeelden hiervan zijn de Leefplekmeter van expertisecentrum Pharos en een toolkit Preventie in de wijk van het RIVM.
De vier gezondheidsvraagstukken komen voort uit de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 (TVTV) van het RIVM. Op deze gebieden ligt een grote ziektelast. Daarnaast is er de grootste gezondheidswinst voor kwetsbare groepen te halen en kunnen deze thema's leiden tot kostenbeheersing in de zorguitgaven. Bovendien vormen de gezondheidsvraagstukken een aanvulling op de beleidslijnen en landelijke programma’s die al lopen, zoals het Nationaal Preventieakkoord. Overigens bevat de nota richtlijnen. Deze moeten door regionale overheden worden uitgewerkt in hun lokale nota.
Volgens de auteurs van de nota heeft de coronacrisis de aandacht voor volksgezondheid urgenter gemaakt dan pas twee jaar geleden in de TVTV werd geformuleerd. Destijds werd nog gesproken over ‘positieve ontwikkelingen’. Volgens Staatssecretaris Blokhuis heeft de crisis van de afgelopen maanden getoond dat gezondheid geen vanzelfsprekendheid is. ‘We doen alles wat we kunnen om uit de coronacrisis te komen en tegelijkertijd is het heel belangrijk om ook nieuwe antwoorden te vinden op andere gezondheidsvraagstukken.’
De gezondheidsnota werd opgesteld in samenwerking met de VNG en in samenspraak met gemeenten en kennisinstituten.