Ook gentrificatie is volgens velen een onheil dat populaire steden als Amsterdam overkomt. Een onheil dat op z’n beloop wordt gelaten of zelfs wordt aangejaagd door gemeentebesturen, aldus veel boze tongen. De boze tongen, oprecht en intelligent als ze vaak zijn, positioneren zichzelf daarbij als beschouwers, niet als veroorzakers. Maar ze zijn het wel.

Want het zijn zelden bakkers uit Drachten of bouwondernemers uit Almelo die de klaagtrompet over gentrificatie opsteken. Nee, gentrificatie-alarmisten zijn vaak mensen die in Amsterdam, San Francisco of Londen wonen, en/of er werken in een van de sectoren waar de stad juist zo succesvol om is. De kopgroep onder hen gaat op bezoek bij vrienden in Bangkok, Berlijn of New York, en maakt stedentrips naar Florence, Parijs of Barcelona. Zij maken dus deel uit van een geglobaliseerde klasse die steden opdrukt en gentrificeert. Daarom weten ze er ook zoveel van. Het zijn precies de steden die het lijdend voorwerp zijn van hun dystopische analyses over de toekomst van de gegentrificeerde stad. Gentrificatie? Dat ben je zelf!

Dankbaar

Maar een veroorzaker is niet hetzelfde als een schuldige. Integendeel, we mogen gentrifiers dankbaar zijn voor hun verdiensten. Want het verkrotte en verarmde Amsterdam van 1980 had gentrificatie heel hard nodig. Wie daaraan twijfelt, moet de filmpjes van Ed van der Elsken uit die tijd eens bekijken, of de tv-beelden rondom de kroning van Beatrix. Gelukkig kwam gentrificatie daarna langzaam op gang, door een moeilijk uiteen te rafelen combinatie van verschuivend menselijk gedrag, afzwakkend spreidingsbeleid en een veranderende economie.

Al die leuke steden worden inmiddels niet meer gegentrified, maar gegentrifried

Maar nu wordt het te gek. Al die leuke steden worden inmiddels niet meer gegentrified, maar gegentrifried. Het wordt ons te heet onder de voeten, alles wordt te duur. Wat te doen? Het probleem lijkt zo simpel: zoek je heil ergens anders! Als duizenden mensen en bedrijven zouden besluiten om zich voortaan in Almelo of Omaha te vestigen, dan verdwijnt het gentrificatieprobleem in onze hypersteden als sneeuw voor de zon. Maar ja, wie moet er dan eerst? En ook niet allemaal tegelijk, want dan hebben we straks dezelfde hyperproblemen in Almelo.

Schuldig

Laten we eerlijk zijn: zo zit de wereld niet in elkaar, de clustering van mensen en bedrijven heeft oorzaken die zich niet zomaar laten stoppen met het uitdelen van enkeltjes Almelo. Afgezien van hun schijnbare gebrek aan zelfreflectie verwijt ik kritische gentrifiers niets. Sterker nog: ik ben er ook zo een. Ik woon weliswaar in het nietige Alkmaar, waar het gentrificatievirus slechts in milde vorm rondwaart, maar ook ik heb mijn werkgemeente Den Helder enkele jaren geleden ingeruild voor Amsterdam. Het was voor mij persoonlijk een voordelige stap, en dat ik daarmee de hoogopgeleide druk op Amsterdam heb verhoogd, was geen reden om het niet te doen. Ik voel me er zelfs niet schuldig over.

Schrijvende gentrifiers, kijk eens in de spiegel en wees realistisch. Met minder gemakkelijke whodunnits. Want als jij wethouder was geweest, was het ook gebeurd. Zolang de convergerende kracht blijft, zal gemeentelijk beleid daar hooguit scherpe randjes af kunnen halen. Ook Jane Jacobs, die in 1961 al schreef over dit netelige mechanisme dat zichzelf in gang zet, zag geen volmaakte oplossing. Zelfs in het oude Rome lagen prijzen al hoger dan elders in het Romeinse Rijk.

Steden hebben een mensaantrekkende werking. Het is tegelijk de kracht en het lot van de grote stad. Let op mijn woorden: zelfs corona gaat daar niets aan veranderen.