Waar een ruime maand geleden diverse winkels uit eigen initiatief de deuren sloten, is nu een tegenovergestelde tendens zichtbaar. Veel ondernemers hebben aanpassingen gedaan om te kunnen voldoen aan de coronamaatregelen en volgens cijfers die INretail, branchevereniging voor ondernemers in non-food, verzamelde, houdt 88 procent van de klanten zich aan richtlijnen. Woordvoerder Paul te Grootenhuis laat weten dat er geen cijfers zijn over het aandeel winkels dat nu geopend is. ‘We hebben wel veel contacten met ondernemers – honderden per week – en we horen dat steeds meer winkels weer open gaan. De winkels zijn inmiddels aangepast naar de anderhalvemeter-economie. Alle kosten lopen keihard door, dus er moet omzet gemaakt worden.’

Een vijfde capaciteit

Vanavond maakt het kabinet bekend of (een deel) van de maatregelen ook naar 28 april blijven gelden. Als het openbare leven weer meer op gang komt, in een anderhalvemeter-maatschappij, dan kan in winkelstraten 15 tot 20 procent van het oorspronkelijk aantal bezoekers terecht, concludeert mobiliteitsadviseur Goudappel Coffeng aan de hand van een loopstromenonderzoek. Concreet betekent dit dat er op elke meter die de straat breed is, 500 tot 550 bezoekers per uur kunnen passeren. Voor bijvoorbeeld de acht meter brede Kalverstraat betekent dat in het meest ideale scenario maximaal 4.400 voetgangers per uur; ongeveer een tiende van het aantal bezoekers ‘pre-corona’. ‘Dat betekent dat je in de drukste uren bezoekers moet gaan tegenhouden of omleiden', zegt Lieuwe Krol van Goudappel Coffeng. En dat vraagt om maatregelen en handhaving. 

Elke meter die de straat breed is, kan per uur 500 tot 550 bezoekers aan

Belangrijke kanttekening: de capactiteit van ongeveer een vijfde geldt als men zich aan de regels houdt en gaat ervan uit dat mensen in twee richtingen wandelen en niet stilstaan. Daarnaast staan er in de praktijk soms ook objecten in de winkelstraat. De werkelijke capaciteit zal daardoor lager liggen. Hoeveel lager, daar is volgens Krol op basis van dit onderzoek geen generieke uistpraak over te doen. Ook is op voorhand niet te zeggen welke maatregel in welke situatie passend is; dat moet per gebied bekeken worden.

Tijdstip boeken

84 procent van alle banen in Nederland kan worden uitgevoerd met inachtneming van de anderhalve meter, schat de Rabobank. De groot- en detailhandel is een van de sectoren waar relatief weinig thuisgewerkt kan worden, maar waar anderhalve meter afstand houden in ruim 60 procent van de gevallen mogelijk is. Voor de detailhandel hebben de Rijksoverheid, VNO-NCW en MKB Nederland reeds in maart een protocol Verantwoord Winkelen opgesteld. INretail heeft aparte checklists ontwikkeld voor woonwinkels, bruidsmodewinkels, mode- schoenen- en sportwinkels en tuincentra. 

'Er komt veel creatief ondernemerschap los'

In het protocol komt de anderhalve meter aan bod. De organisaties schrijven ook voor om samples en andere testitems uit de winkel te halen. De norm is daarnaast maximaal één klant per tien vierkante meter winkelvloer – waarbij de winkelmedewerker niet meetelt. Dat kan betekenen dat je met een kleine winkel het aantal klanten dat tegelijkertijd binnen mag zijn, moet beperken, zegt Te Grotenhuis. ‘Door via sociale media en de website tijdstippen te laten boeken waarop klanten gericht komen winkelen, kan je dat deels opvangen, ook buiten de reguliere winkeltijden. Ook brengen winkelondernemers pakketten met bijvoorbeeld kleding naar de klant toe. Die kan kiezen en wat niet wordt verkocht wordt dan weer opgehaald. Er circuleren op sociale media foto’s van schoenenverkopers die met een scherm met plexiglas werken met een brede gleuf aan de onderzijde waardoor het op die manier toch mogelijk is om klanten te helpen met schoenen passen. Er komt veel creatief ondernemerschap los om toch kansen te creëren om omzet te maken.’

Meer lokaal gericht

Is er nog een verschil zichtbaar tussen de winkelstraten in grote steden en de kleinere winkelstraten? Volgens Te Grotenhuis heeft de oproep thuis te blijven, gericht te kopen en niet recreatief te winkelen er in elk geval voor gezorgd dat de consumenten de focus veel meer op lokaal heeft gericht. Bovendien zijn in veel dorpen en wijken online platforms gebouwd waar mkb-ondernemers hun producen gezamenlijk aan de man brengen en vaak ook koppelen aan een thuisbezorgservice. ‘Dat werkt en compenseert de omzet die in de winkel gemist wordt gedeeltelijk. In steden is het in de hoofdwinkelstraten nog wel stiller, hoewel ook steeds meer ketens hun deuren inmiddels weer openen en een aantal ook nooit dicht is geweest.’

Toename winkelpubliek

Vorige week was het 1,7 procent drukker in de winkelstraat dan de week ervoor. Die week was de stijging nog veel groter dan in de week dáárvoor, namelijk 8,4 procent. Dat blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau RMC. De uitzonderingen hierop vormden tweede paasdag en zondag 19 april. Die eerste was rustiger dan de maandag een week ervoor. Zondag 19 april was het echter bijna 105 procent drukker dan de zondag ervoor, eerste paasdag. Bureau RMC brengt de lage cijfers van het paasweekend in verband met de oproep van de regering om aan Nederlanders om thuis te blijven. Overigens is het nog altijd vele malen rustiger dan in dezelfde periode vorig jaar. Zelfs op 19 april, de dag waarop het relatief druk was, was die afname ten opzicht van vorig jaar 73 procent.

Corona-adviezen
Als aanvulling op het Verantwoord Winkelen-protocol helpt INretail met diverse checklists ondernemers hun winkel coronaproof te maken. Eigenaren van bruidsmodezaken bijvoorbeeld worden geadviseerd om naast de aanstaande bruid of bruidegom slechts één begeleider binnen te laten. Jurken die gepast zijn, hangen pas een dag later weer in de rekken. Een drankje voor de klant en entourage is voorlopig verleden tijd. Eigenaren van mode-, schoenen- en sportwinkels wordt, bij aanwezigheid van een webshop, geadviseerd online bestellen te stimuleren, maar de klant niet de mogelijkheid te geven pakketten af te halen in de winkel. Bij zowel woonwinkels als tuincentra geldt dat als het te druk wordt op de parkeerplaats, een medewerker consumenten moet wijzen op de RIVM-richtlijnen en dat eventueel het verkeer moet worden geregeld.

Het artikel uit het AD waar in de inleiding over wordt gesproken, vindt u hier.