Dat blijkt uit onderzoek van Stec Groep naar strategische bedrijfsverplaatsingen in en naar Nederland door grote bedrijven. Aanhoudende ruimtevraag vanuit de logistiek en een toenemend aantal concentratiebewegingen van kantoorgebruikers naar (OV-)toplocaties zijn de belangrijkste drijfveren van de investeringsdynamiek door 46 bedrijven in 2019, concludeert het bureau.

Logistiek als aanjager

Voorbeelden van grote logistieke investeringen zijn Michael Lewis Company, dat zijn eerste Europese distributiecentrum bouwt in Dinteloord (Steenbergen), de keuze van Decathlon voor een brownfieldlocatie in Tilburg en de aankondiging van Lidl dat het zich vestigt op Stichtse Kant in Almere.

De opkomst van e-commerce heeft in de afgelopen jaren een golf van locatiedynamiek teweeg gebracht. Meest in het oog springend zijn volgens Stec de XXL-distributiecentra in Nederland, waarin de online aankopen van onder meer kleding en elektronica hun weg vinden binnen Nederland en naar de rest van Europa. E-commerce-gerelateerde giganten als Coolblue, Bol.com, Adyen of Takeaway.com hebben daarnaast geïnvesteerd in kantoren. De boost die deze bedrijven met zich meebrengt is vergelijkbaar met de investeringshausse van de interneteconomie begin jaren 2000.

Kantorenmarkt concentreert zich in G4

In de kantorenmarkt constateren de onderzoekers een verdere concentratie naar de G4. Zo koos IT-beveiligingsdienstverlener SecureLink voor een verhuizing van Sliedrecht naar Utrecht en verplaatst Body & Fit het hoofdkantoor van Heerenveen naar Amsterdam.

De investeringsdynamiek vanuit industriële bedrijven komt zowel van buitenlandse bedrijven die een eerste vestiging in Nederland openden, als vanuit al in Nederland gevestigde bedrijven. Het Britse Innocent Drinks, producent van vruchtensap, bouwt een nieuwe fabriek in de Rotterdamse haven. Siemens Digital Industries Software verhuisde van Den Bosch naar de Brainport Industries Campus in Eindhoven.

De economie vernieuwt en verduurzaamt. Circulariteit, energietransitie en digitalisering zijn de grootste investeringsthema’s die impact hebben op werklocaties. Dit is al zichtbaar in de investeringsdynamiek, concludeert Stec. De circulaire economie leidt tot extra of nieuwe investeringsdynamiek. Voorbeelden zijn de nieuwe fabrieken van Morssinkhof Rymoplast in Heerenveen (kunststofrecycling), Purified Metal Company in Delfzijl (metaalrecycling) en Mitsubishi Materials in Moerdijk (recycling elektronische apparaten). Voldoende fysieke en milieuruimte en via water ontsloten locaties zijn cruciaal voor deze activiteiten.

Energietransitie

Ook de energietransitie begint zichtbaar te worden in de locatiedynamiek. Zo is de bouw van een waterstoffabriek in Delfzijl aangekondigd en trok Vlissingen onder meer een productielocatie (Vestas) en een onderhoudslocatie (Ørsted) voor windmolens aan. Digitalisering en robotisering leiden vooral tot bedrijfsinterne investeringen om competitief te blijven en de productiviteit te verhogen. Met name de industriële bedrijven zijn honkvast en investeren bij voorkeur op of nabij de bestaande vestigingslocatie. De toegenomen behoefte aan clustering en het delen van faciliteiten is bijvoorbeeld zichtbaar op de Brainport Industries Campus in Eindhoven. Bedrijven zoeken steeds vaker vestiging in innovatieve werkmilieus in stedelijke gebieden, aldus Stec Groep.

Markt met grote impact

Stec Groep monitort de strategische bedrijfsverplaatsingen in en naar Nederland al twintig jaar. Ieder jaar vinden 25 tot 50 grote bovenregionale locatiebeslissingen plaats. In aantal is de bovenregionale verhuisdynamiek slechts een beperkt deel van de totale dynamiek op de bedrijfsruimte- en kantorenmarkt in Nederland. Wel is de directe economische impact vaak groot. Jaarlijks zijn 5.000 tot 12.000 banen gemoeid met de dynamiek. 40 procent betreft nieuwe werkgelegenheid voor Nederland (door het openen van een eerste vestiging, extra vestigingen of uitbreidingen). Het gros van de beslissingen zijn distributiecentra (30 procent) en hoofdkantoren (28 procent).

Coronacrisis leidt tot onzekerheid

Bedrijven stellen tijdens onzekere tijden grote investeringsbeslissingen uit, waaronder keuzes over huisvesting. Ook de coronacrisis zal dat effect hebben, verwacht Stec Groep. Volgens het bedrijf is in het eerste kwartaal van dit jaar een 25 procent lagere opname van logistiek vastgoed zichtbaar ten opzichte van vorig jaar. Voor de kantorenmarkt bedraagt die afname 15 procent. De precieze impact van de crisis is ongewis, maar de economische neergang die we nu meemaken is ongekend groot, stelt Stec Groep. Bedrijven zetten uitbreiding of verplaatsing in de ijskast en maken een pas op de plaats als het gaat om investeringen in pand en productieproces. Dit werkt uiteraard door in de keten. Tijdens de kredietcrisis vanaf 2008 was ook duidelijk een verminderd investeringsvermogen zichtbaar.

Lichtpuntjes voor de lange termijn zijn er ook. Als gevolg van de coronacrisis zullen overheden en bedrijven de productieketen bijvoorbeeld minder gevoelig willen maken voor incidenten en minder afhankelijk maken van wat er in één land gebeurt en wordt besloten. Daardoor zullen meer productielocaties in Europa ontstaan als gevolg van re-shoring en near-sourcing. Landen, organisaties en bedrijven zullen grotere strategische voorraden gaan aanhouden in nationale distributiecentra dicht bij de klanten, in plaats van centrale distributiecentra voor meerdere landen. Bij productie verwacht Stec Groep dat sprake zal zijn van een bredere strategie en niet meer focus op één land voor de inkoop. Dit kan lokaal tot nieuwe investeringen leiden.