Toen het verzoek van een aantal RES regio’s kwam om de uiterlijke inleverdatum te verruimen van een bestuurlijk gedragen concept-RES, hebben we daar intensief over gesproken. Want de concept-RES op 1 juni is en was een momentopname. Op zich is het daarvoor niet onoverkomelijk als gemeenteraden en provinciale staten er nog niet naar gekeken hebben. Het gaat immers om een – doorrekenbare – stand van zaken. En de tweede vraag was of we dat wel zomaar in ons eentje konden besluiten. Dus hebben we als vier overheden overleg gepleegd, maar ook met bijvoorbeeld de voorzitter van de elektriciteitstafel en de voorzitter van het voortgangsoverleg Klimaatakkoord. We kwamen tot een éénduidige conclusie: laat iedereen gewoon inleveren wat hij heeft, maar laten we dat overleg met algemene vergadering, raden en staten wel echt de ruimte geven. Dat doet recht aan het democratische proces.
Concept-RES als werk-in-uitvoering tóch inleveren op 1 juni
De afspraak om de (in veel gevallen nog niet bestuurlijk vastgestelde) concept-RES als werk-in-uitvoering op 1 juni 2020 in te sturen naar Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES) blijft dus wel staan. Daarbij moet de regio ook aangeven hoe het verdere proces in die regio plaatsvindt. Op basis van de ingeleverde concepten koppelt NP RES adviezen terug aan de individuele regio’s.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) begint ook aan de kwalitatieve appreciatie van het ingeleverde werk zodat RES regio’s met die informatie kunnen doorgaan. Daarmee benutten we de tijd die er is om de concept-RESsen beter en sterker te maken. Regio’s die al ‘klaar’ zijn met de concept-RES kunnen dus gewoon door met de volgende stap: RES 1.0 waarbij ze gebruik kunnen maken van de reflectie door NP-RES en het PBL. En vooral – de tijd kan worden benut voor bestuurlijke en maatschappelijke consultatie. En dat is dan weer winst.
Op 1 oktober wordt dan de – wel bestuurlijk gedragen – concept-RES ingeleverd. PBL kijkt er dan nog een keer naar en kan het totaal (en dus kwantitatief) vanaf 1 oktober gaan beoordelen. Dat betekent dat de openbare appreciatie ook later wordt verwacht. Uiterlijk 1 februari 2021.
Ik denk dat we een mooi compromis hebben gesloten, waardoor we enerzijds wel door kunnen en feedback krijgen, maar meer tijd hebben voor het betrekken van politiek en maatschappij. Laten we die tijd benutten. Volle kracht vooruit!
Jop Fackeldey, gedeputeerde Provincie Flevoland en portefeuillehouder Energiestrategie bij het IPO