Daarnaast verwacht meer dan de helft van de gemeenten dat een groeiend aantal persoonlijke dienstverleners, zoals kappers en schoonheidssalons, de deuren moet sluiten. In de culturele sector verwacht slechts 10 procent faillissementen. Het overgrote deel denkt dat hier effecten merkbaar zullen zijn, maar dat deze van tijdelijke aard zijn. Grote gemeentes zijn iets kritischer, laat Martijn Exterkate (adviseur retail bij Stec Groep) weten. ‘90 tot 95 procent van hen zegt meer faillissementen te verwachten. Maar de verschillen zijn klein. Eigenlijk wordt de impact overal ongeveer gelijk ingeschat.’
Scenario’s
Twee weken geleden formuleerde Stec Groep drie scenario’s voor centra voor de periode na social distancing. In het eerste ontstaan er meer faillissementen, in het tweede vindt juist een groeispurt van retail plaats en in de derde krijgt de lokale samenwerking stimulans. Volgens Exterkate onderstrepen de verwachtingen van gemeenten het beeld dat de huidige marktomstandigheden kunnen leiden tot een leegstandsgolf. Ook hemzelf lijkt het eerste scenario het meest reëel. ‘Er zijn weinig mensen in centra, omzetten dalen drastisch en ondernemers zitten met inkopen die zij niet kunnen verkopen. Stel, deze maatregelen zijn nog maanden van kracht. Als er sprake is van drie à vier maanden minder omzet terwijl kosten doorlopen, dan is het snel gedaan. Een sterke sector kan tegen een stootje, maar de retailmarkt staat al jaren onder druk.’
‘We hebben contact gehad met enkele grote winkelketens in de modesector en zij zien de online verkopen teruglopen. Dat lijkt toe te schrijven aan een daling in het consumentenvertrouwen. Een omzetverlies kunnen veel winkelketens en zelfstandigen niet 1-op-1 terug online terugverdienen.’ Een deel van het omzetverlies kan worden goedgemaakt zodra alles aantrekt. In het onwaarschijnlijke geval dat de beperkingen snel worden opgeschort, kan het zijn dat mensen juist behoefte hebben aan vertier en dat de kooplust wordt aangewakkerd. Maar, benadrukt Exterkate: het blijven scenario’s. ‘Deze zijn sterk mate afhankelijk van hoe lang de huidige situatie duurt. Ook zien we veel lokale initiatieven ontstaan; lokale platformen, online pagina’s, personal shopping en ondernemers die zich verenigen. Het ene scenario sluit het andere dus niet uit.’
Overleg en samenwerking
Om de economische en maatschappelijke schade zoveel mogelijk te beperken, is het belangrijk dat iedereen in de keten meebeweegt, zegt Exterkate, naast winkeliers ook de vastgoedeigenaren, banken en overheden. Gemeenten adviseren centrumondernemers op hun beurt extra in te zetten op lokale samenwerking met andere ondernemers, bijvoorbeeld met het initiëren en uitbouwen van lokale online platforms, voucherregelingen, bezorgdiensten en het voorbereiden van evenementen voor de periode na de coronacrisis. Ook luidt het advies gebruik te maken van de (financiële) regelingen van het Rijk en gemeenten. 30 procent van de gemeenten roept centrumondernemers op om met verhuurders in gesprek te gaan over de huur. Stec Groep constateert dat 60 procent van de gemeenten de huidige huurprijsniveaus voor winkelpanden in centra te hoog vindt.
Gemeenten beoordelen de huidige samenwerking tussen vastgoedeigenaren en ondernemers in centra gemiddeld met een 5,9. De samenwerking tussen vastgoedeigenaren onderling en tussen ondernemers onderling krijgen respectievelijk een 5,6 en 6,7. 30 procent vindt dat een stroeve samenwerking een negatieve impact heeft op het toekomstig functioneren van de detailhandel en daarmee de mogelijkheden om de coronacrisis effectief het hoofd te bieden. Structureel overleg en het vinden van wederzijds belang zijn volgens gemeenten belangrijke aspecten om deze samenwerking te verbeteren.
Overige uitdagingen
Naast de coronacrisis worden nog drie oorzaken genoemd die kunnen zorgen voor een afname van de detailhandel in centra. Als eerste is dat de groei van het online winkelen (benoemd door 80 procent van de gemeenten). Als tweede is dat de vergrijzing, en dan specifiek het stoppen van gepensioneerde winkeliers (benoemd door 45 procent). Tot slot wordt meermaals een overschot aan winkelmeters in de regio genoemd.
Aan het onderzoek namen 80 gemeenten deel verspreid over het land.