Het was aanvankelijk de bedoeling dat de wet op 1 januari 2021 zijn intrede zijn doen. De directe aanleiding voor het uitstel is volgens de minister de coronacrisis, die zware druk legt op de betrokken partijen, maar ook het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) draagt bij aan de vertraging. Met het DSO kunnen overheden straks gegevens en documenten over bijvoorbeeld ruimtelijke plannen of vergunningen uitwisselen. De hiervoor benodigde software en gestandaardiseerde overheidsdocumenten laten echter op zich wachten. De ICT-partijen die verantwoordelijk zijn voor het systeem, meldden woensdag aan NRC dat cruciale delen van het loket nog niet beschikbaar zijn en het testen van de software maanden zou kosten.

‘De samenloop van de grote inzet die nodig is om de Omgevingswet te implementeren met het coronavirus maakt dat ik nu een duidelijk signaal wil geven om niet vast te houden aan de voorgenomen invoeringsdatum, zodat bevoegd gezagen zich nu eerst kunnen richten op wat het belangrijkste is: het bestrijden van de gevolgen van corona,’ schrijft Van Veldhoven daarom in haar brief aan de Kamer. Van Veldhoven nam de verantwoordelijkheid voor het dossier op zich na het ziekteverlof van minister Ollongren van BZK.

Verstandig en niet onverwacht

Volgens Friso de Zeeuw, emeritus praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling, hing het uitstel al langer in de lucht. ‘Corona lijkt nu de directe aanleiding, maar het virus is niet de hoofdoorzaak achter het uitstel. Het is het laatste stootje,’ zegt hij. ‘Geluiden dat het DSO niet op tijd operationeel zou zijn gaan al langer rond, terwijl het stelsel wel een essentieel en minimaal vereist onderdeel van de Omgevingswet is.’ 

Een snelle en wellicht overhaaste implementatie van het stelsel is volgens de hoogleraar geen optie. ‘Digitale stelsels en de overheid gaan doorgaans niet goed samen, dus het zou de zoveelste mislukking betekenen. Bovendien hangt de vooruitgang van Nederland ervan af. Het is geen interne overheidsaangelegenheid. Het uitstel is dus een verstandige beslissing.’

Ook Jeroen Niemans, adviseur bij Hiemstra en De Vries, en Sarah Ros, implementatie-coach Omgevingswet bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, vinden dat de minister een wijs beluit neemt. De keuze verbaast hen niet, de timing wel. Beiden zijn vanuit hun functie in goed contact met gemeenten over de Omgevingswet.  

‘Het DSO is inderdaad een bekend knelpunt, maar rapportage daarover zou officieel pas in juni volgen. Ik denk wel dat de minister een goede beslissing neemt. We zien dat veel gemeenten hun ambitieniveau voor de Omgevingswet gedurende het afgelopen jaar onder tijdsdruk hebben verlaagd. Het uitstel stelt hen in staat om alsnog het maximale uit de wet te halen,’ zegt Niemans.

Ros: ‘Corona heeft het besluit misschien naar voren geschoven, maar het uitstel komt niet compleet onverwacht. Er zijn veel aanleidingen voor het vooruitschuiven van de inwerkingtreding. De STOP-TPOD (de standaardisering van overheidsdocumenten, red.), maar ook de monitoring van de invoering door koepelorganisaties en het wetgevingsspoor zelf treden vertragend op.’

Ademruimte voor gemeenten

De Nederlandse gemeenten zijn het afgelopen jaar druk aan de slag gegaan met voorbereiding op de Omgevingswet, in de veronderstelling dat zij vanaf januari 2021 met het nieuwe wetstelsel zouden werken. Dat vergt veel van  hen: ze moeten leren werken met een nieuwe bestuursstijl en nieuwe juridische procedures. Ruim de helft van de gemeenten worstelt hiermee, bleek eind 2019 al uit onderzoek.

Hoewel de minister deze worsteling niet expliciet noemt in haar brief, kan het uitstel gemeenten dus wel wat benodigde ademruimte bieden. ‘Gemeenten zijn in eerste instantie blij met het uitstel, hoewel dat natuurlijk afhangt van de nog te kiezen nieuwe datum,’ zegt Ros. ‘Zij hebben de extra tijd hard nodig.’ Niemans waarschuwt er echter voor om de lagere overheden te veel over één kam te scheren. ‘Voor sommige gemeenten komt dit inderdaad goed uit. Zij kunnen de extra tijd voor voorbereiding goed gebruiken. Andere gemeenten zijn juist al erg goed op weg en zouden de deadline van 1 januari zeker gehaald hebben.’

De Zeeuw waarschuwt voor averechtse effecten van het uitstel: het kan voor de gemeenten ontmoedigend werken. ‘Zie het uitstel niet als een excuus om achterover te leunen en het even rustig aan te doen,’ drukt Niemans de gemeenten dan ook op het hart. Ros: ‘Grote inzet is nog steeds hard nodig. Dit moet niet leiden tot temporiseren. Dat is ook de koers die het ministerie van BZK en de VNG varen.’

Wanneer dan wel?

Minister Van Veldhoven bespreekt nu met de rijkspartijen, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen hoeveel extra tijd er nodig is om de Omgevingswet ‘verantwoord in te laten gaan’.

Volgens de minister staat het buiten kijf óf de wet er überhaupt komt. ‘Ik zie nog steeds grote bereidheid in het land bij alle partners om de Omgevingswet in te voeren.’ Ros beaamt dit. ‘Het uitstel komt door het proces van implementatie en niet door de inhoud van de Omgevingswet.’

Ook volgens Niemans is het zeker dat de Omgevingswet er op een zeker moment komt, want de nieuwe regelgeving zou simpelweg broodnodig zijn. ‘Huidige wetgeving voor ruimtelijke ordening leent zich niet goed voor veranderende opgaven. Ruimtelijke ordening wordt complexer en moet integraler en besluitvorming moet sneller en transparanter. Daar is de Omgevingswet voor nodig, we kunnen niet zonder.’

Volgens De Zeeuw is het echter niet helemaal ondenkbaar dat de wet alsnog flink wordt herzien of van tafel wordt geveegd. ‘De wet is twee keer eerder uitgesteld, met goede technische redenen. Wat dat betreft verwacht ik niet dat de huidige vertraging door DSO anders wordt ontvangen,’ zegt hij. ‘Het is wel denkbaar dat het uitstel tot hernieuwde discussies over de inhoud van de wet zal leiden. Goed ingevoerde juristen hebben eerder hun twijfels geuit over de juridische kant van de Omgevingswet. Deze zou niet tot versimpeling, maar juist tot meer complexiteit leiden. Die discussie zal zeker in de vakwereld worden gevoerd, en misschien ook doordringen tot de politieke arena.’

Politiek gezien is de Omgevingswet namelijk nog niet volledig koek en ei. Hoewel de Senaat in februari instemde met de Overgangswet, kan deze Kamer de wet alsnog blokkeren. Zij stemt in de toekomst namelijk nogmaals voor een definitieve ‘go’ of ‘no go’, middels een oordeel over het zogenaamde inwerkingtredings-KB. ‘De coalitie heeft geen meerderheid in de Eerste Kamer,’ zegt De Zeeuw. ‘Dus dan kan het toch nog spannend worden.’