Een eigen stekje is wat we graag willen. De meest jongeren gaan als nestverlater eerst alleen wonen. Na verloop van tijd lonkt het samenwonen. Helaas blijkt na enige jaren dat de helft toch uit elkaar gaat. Liever het rijk voor je alleen en gelukkig als single dan ongelukkig met zijn tweeën in één huis. Daarom zijn er ook steeds meer singles op middelbare leeftijd. Ouderen die alleen komen te staan hebben vaak ‘het boek uit’ en denken er niet over om nog iemand in huis te nemen. Bovendien heeft de overheid ingezet op langer zelfstandig blijven, dus ook als je alleen woont. En zo zijn we op weg een land van eenlingen te worden. Steeds vaker zijn we alleen thuis, achter een eigen voordeur. Woonden er in 1947 nog 300.000 mensen alleen. Inmiddels zijn er 3 miljoen uppies.
Niet elke single blijkt happy. Vooral alleenwonenden blijken eenzaam te zijn. Eenzaamheid wordt al langer als nieuwe epidemie onder de bevolking gezien. Recente CBS cijfers laten zien dat alleen achter een voordeur wonen duidelijk meer samenvalt met eenzaamheidsgevoelens dan samen een huis bewonen. Bijna de helft van alle alleenwonenden blijkt zich enigszins tot sterk eenzaam te voelen. Dat geldt ook voor ruim vier van de tien alleenstaande ouders. Je kunt je behoorlijk eenzaam voelen als iemand ontbreekt op wie je kunt vertrouwen, op wie je kunt terugvallen of wanneer je mensen om je heen mist en een leegte om je heen ervaart.
Niet alle alleenwonenden zullen helemaal zonder sociale contacten zijn en ook als partner kun je eenzaamheid voelen, maar feit blijft dat eenzaamheidsgevoelens vaker voorkomen onder alleenwoners. Ook anderszins is alleen wonen niet voor iedereen gemakkelijker: alleenstaanden hebben minder te besteden, hebben een hogere huurquote, er is geen partner die in moeilijke tijden als financiële buffer kan fungeren. Er zijn indicaties dat vooral alleenstaande jonge vrouwen vaker een burn-out oplopen. Vooral gescheiden oudere mannen lopen hogere risico’s op suïcide. De lijst is nog veel langer…
(Tekst loopt verder onder de afbeelding)
Eenzaamheid verdeeld naar type huishouden. Bron: CBS
Met de Coronacrisis kwam voor iedereen het dringend advies om distantie te houden, niet naar buiten te gaan, aan zelfisolatie te doen. En dat advies komt ook terecht bij alleenwonenden die toch al relatief vaker mensen om zich heen missen of een leegte ervaren. Dat kan harder aankomen dan menigeen denkt. Houd maar eens stand in je uppie. Hoe moet een single dertiger spanningen verwerken als er achter je voordeur niemand is om balans te brengen. Door alle mediaberichten gaat de stressopbouw in je hoofd maar door. Niemand in huis die je op andere gedachten kan brengen. Niemand die voor jou de beslissing neemt om toch maar de dokter te bellen? Dat laatste geldt zeker voor ouderen die niet meer zelfredzaam zijn. Waarschijnlijk zijn nu al eenzame alleenwonende ouderen overleden zonder dat we te weten zijn gekomen of het door de corona kwam.
In de toekomst zullen nog meer mensen alleen wonen. Het aantal alleenwonenden zal tot 2035 toenemen met meer dan een half miljoen. Steeds vaker zal er geen huisgenoot zijn die op de ander kan letten. Zonder huisgenoot zul je het alleen moeten uitzoeken. Eenzaamheid, stress of erger liggen bij alleenwonenden vaker op de loer. Zonder levensgezel in huis zul je die steun vaker buiten de deur moeten zoeken. Of zoals de nieuwe SIRE campagne zegt: “Alleen samen..”. Dat zal vaker digitaal zijn.
De buitenruimte kan – al is het maar een beetje - compenseren wat binnenshuis niet lukt
Uit de pandemie leren we dat solidariteit onontbeerlijk is. Juist omdat we vaker alleen wonen. Mensen blijven contact zoeken, al is het maar door samen te klappen op het balkon, of digitaal. Na de Coronacrisis zal er compensatie moeten komen voor de eenzaamheidservaring die vooral klontert bij alleenwonenden. De eenzaamheidsepidemie zal moeten worden tegengewerkt. Omdat het vooral klontert bij mensen die alleen wonen, ligt er een belangrijke rol voor stedenbouwkundigen, architecten en projectontwikkelaars. Door anders te bouwen en door buitenruimten, balkons, tuinen en de publieke ruimte anders vorm te geven kunnen zij condities scheppen voor contact en ontmoeten. De buitenruimte kan – al is het maar een beetje - compenseren wat binnenshuis niet lukt. Een leuke woning met eigen voordeur is niet voldoende om gelukkig te zijn: de sociale omgeving geeft de optimale levensvreugde.