Een ruime meerderheid van 88 procent van de Nederlanders vindt dat de gemeente een actieve rol moet spelen in de communicatie over Covid-19, maar aan deze wens wordt volgens hen niet voldoende gehoor gegeven. Dat blijkt uit onderzoek door Bluefield, dat ruim duizend Nederlanders tussen de 16 en 75 jaar vroeg naar hun mening over de corona-communicatie van hun gemeente.
Gemeenten communiceren via hun onlinekanalen wel over aangepaste openingstijden en afgelaste evenementen, maar dit is volgens de burgers niet toereikend. Zij willen aanvullend bijvoorbeeld snel relevante informatie kunnen vinden over de lokale GGD, huisartsenposten, advies, horeca en verordeningen binnen de gemeentegrenzen. Daardoor weten Nederlanders naar eigen zeggen niet goed wat ze in deze crisis van hun gemeente kunnen verwachten. Volgens de respondenten zijn gemeenten dus ‘de grote afwezigen tijdens deze crisis.’
‘De gemeente sluit om 16.00 uur, maar de coronacrisis gaat wél door,’ is een van de reacties. De respondenten zouden graag een dagelijkse update per sms of videoboodschap van de gemeente ontvangen. Verder wordt verzocht om gemeente-specifieke informatie die niet overlapt met landelijk geldende informatie te delen.
Gemeenten zijn wel druk bezig
‘De lijn die overheden aanhouden is dat er op een eenduidige manier wordt gecommuniceerd en dat alle belangrijke informatie zoveel mogelijk op één plek is te vinden, zodat mensen niet hoeven te “shoppen” om informatie te vergaren,’ zegt een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) desgevraagd. ‘Daarin is de Rijksoverheid met het RIVM leidend. Dan gaat het om informatie over de hoe en waarom van de maatregelen om verspreiding van het virus te voorkomen.’
Dat betekent echter niet dat de gemeenten zelf stilzitten. Een kleine rondgang bevestigt dat zij wel degelijk hard aan de communicatie werken. Zo presenteert de gemeente Apeldoorn op haar website een uitgebreid coronadossier, geeft burgemeester Heerts updates aan Apeldoorners in video’s op site en social media en krijgen ondernemers informatie via de website ondernemen055.nl. Ouderen worden verder benaderd via gratis huis-aan-huisbladen, jongeren onder meer via Instagram. ‘Er zijn veel vragen onder onze bewoners en ondernemers. Door verschillende communicatiekanalen te benutten en een onderscheid te maken in doelgroepen als ouderen, jongeren en ondernemers, proberen we iedereen zo goed mogelijk te bereiken en te informeren’, zegt een woordvoerder van de gemeente.
Apeldoorn is daarin niet uniek, blijkt uit een inventarisatie van gemeentewebsites en twitterkanalen. Andere gemeenten communiceren op vergelijkbare wijzen. Vrijwel zonder uitzondering hebben ze een apart corona-dossier op de gemeentelijke website en op twitter delen de gemeenten veelvuldig updates en video’s over het virus.
Suzanne Plantinga, teammanager insights bij Bluefield, benadrukt dat het onderzoek een algemeen beeld schetst en zich niet leent voor uitspraken over specifieke gemeenten. ‘Er zijn grote verschillen tussen de Nederlandse gemeenten. Sommige zien ons onderzoek als een eyeopener, terwijl andere al heel actief bovenop de communicatie zitten. Maar het lijkt erop dat er over de hele linie, grote of kleine gemeente, ruimte is om crisiscommunicatie beter naar de behoefte van de burger in te richten.’
Ouderen afhankelijker én tevredener
Nederlandse burgers komen primair aan corona-informatie via landelijke media (65 procent), het RIVM (45 procent) en/of de Rijksoverheid (33 procent). Ze zoeken de info slechts in beperkte mate via hun gemeente: één op de zes burgers geeft aan zelf actief te zoeken op de gemeentewebsite en één op de acht burgers doet een beroep op de social-mediakanalen van de gemeente.
Een eventuele verklaring voor het lage bereik van corona-info vanuit de gemeente is onbekendheid. ‘Ik wist niet dat ik ook bij de gemeente terecht kon,’ is een veelgebruikte toelichting van respondenten. Die onbekendheid van de gemeente als bron vertaalt zich naar relatief lage bekendheid met gemeentemaatregelen omtrent bijvoorbeeld economische of maatschappelijke gevolgen.
Een uitzondering op de percentages zijn ouderen (55+). Zij doen vaker een beroep op gemeentekanalen en zijn dus vaker en beter op de hoogte van gemeente-specifieke informatie als afgelaste evenementen en aangepaste ov-regelingen. Ouderen zijn dan ook tevredener over de communicatie van gemeenten. Plantinga biedt een mogelijke uitleg voor dit verschil tussen leeftijdsgroepen: ‘Ouderen zien de gemeente nog als een belangrijk instituut en zoeken informatie dus dicht bij huis. Jongeren (tot 34, red.) voelen een minder sterke relatie met de gemeente. Ook krijgen zij veel info via sociale netwerken en vrienden.’
Meer actie vanuit gemeenten
Naast tevredenheid over communicatie onderzocht Bluefield ook de mate waarin Nederlanders actie van hun gemeente verlangen. Een ruime meerderheid van wederom 88 procent van de Nederlanders vindt dat gemeenten een actieve rol moeten spelen in het nemen van maatregelen tegen het virus. Deze wens lijkt nu ingewilligd door het kabinet, dat op 23 maart aanvullende maatregelen nam om verspreiding van het virus tegen te gaan. Twee van de maatregelen hebben specifiek betrekking tot gemeenten: burgemeesters kunnen gebieden aanwijzen waar groepsvorming verboden is en zijn kunnen via een noodverordening locaties als parken, stranden en campings sluiten voor het publiek.
‘Gemeenten hebben sinds wij het onderzoek uitvoerden meer mandaat gekregen en kunnen hun rol in de bestrijding van het virus nu beter oppakken,’ zegt Plantinga. ‘Maar deze sterkere bevoegdheid tot optreden is niet alles. Ook de communicatie over de genomen maatregelen moet op orde zijn. Zeker voor ouderen, die afhankelijker zijn van de gemeente.’