De eerste rare week van thuiswerken, thuisonderwijs en voor veel mensen verplicht “vrij” ligt achter ons. En dit is de week van de waarheid. Citisens zette daarom afgelopen weekend vragen uit bij een panel om te peilen hoe mensen tegen het thema aankijken. ‘Dit onderzoek kun je zien als een soort evaluatiemoment van de afgelopen week’, zegt Citisens-onderzoeker Wouter Lammers.
De overheid doet het goed
Die evaluatie van maatregelen van de overheid levert in eerste instantie een positief beeld op. Meer mensen (71 procent afgelopen weekend in plaats van een week eerder 52 procent) hebben het vertrouwen dat de overheid goed om kan gaan met de virusuitbraak. Nederlanders steunen massaal de op 15 maart aangekondigde maatregelen van de overheid: 80 procent vindt die goed of zeer goed. Ook moet de toespraak gewerkt hebben en biedt het pakket van economische maatregelen zekerheid (73 procent maakt zich geen zorgen of is neutraal over hun werk of inkomen).
Mensen maken zich vooral zorgen om de economie en familieleden of buurtgenoten die moeten vrezen voor gezondheid of inkomen
Meer dan 80 procent van de mensen vindt de manier waarop de overheid over het coronavirus communiceert goed. Hoe die communicatie uitwerkt in het gedrag, is echter niet consistent. Zo slaat 15 procent extra boodschappen in en laat 43 procent van de mensen met kinderen hun kroost niet buiten spelen. Terwijl dat volgens de richtlijnen niet nodig is.
Iedereen doet…
Om de verspreiding van corona tegen te gaan is het belangrijk dat iedereen meedoet. Handen wassen, niesen in de elleboog, binnen blijven bij verkoudheid, enzovoorts. Een paar procent doet niets van dit allen, zo blijkt uit het onderzoek. De meeste mensen doen dit echter ‘altijd’ of ‘meestal’. Lammers: ‘Verreweg de meeste mensen zijn zich er duidelijk van doordrongen dat het de bedoeling is om deze na te leven.’
Het bleef echter niet bij deze maatregelen. De overheid adviseerde mensen ook zoveel mogelijk thuis te blijven. Voor “gewoon” op bezoek gaan bij vrienden voelde 14 procent van de mensen nog ruimte.
… (en moet) mee
Dit weekend gingen er beelden rond van drukte in de bouwmarkt, op het strand en in de parken. Er waren grote groepen en het houden van anderhalve meter afstand was voor velen lastig. Toch zegt het overgrote deel van de ondervraagden (respectievelijk 92 procent en 86 procent) zich wél aan deze maatregelen te houden.
43 procent helpt een ander. Vooral met boodschappen doen en bellen
Hier zijn twee verklaringen voor. Ten eerste kan het zijn dat deelnemers aan het onderzoek sociaal wenselijke antwoorden invullen, terwijl ze zich daar in de praktijk niet aan hielden. Ten tweede is het mogelijk dat de nieuwe normen werden overschreden door een kleine, maar zichtbare minderheid. Door de resultaten van dit onderzoek wordt in ieder geval wel duidelijk dat de standaard, namelijk social distancing, helder is voor de meeste mensen.
‘Mij overkomt het niet’
Nu het virus zo agressief optrekt spelen er natuurlijk nog meer zorgen. In een week tijd steeg de bezorgdheid onder mensen van 57 tot meer dan 70 procent. Lammers: ‘Hoe ouder mensen zijn, hoe meer zorgen zij hebben. Daarnaast zijn er op regionaal niveau interessante verschillen te zien. Inwoners van Overijssel maken zich het minst zorgen. De zorgen zijn hier met een toename van 23 procent wel enorm gestegen. Ook in Limburg en Groningen steeg de bezorgdheid hard. Mensen in Utrecht en Noord-Holland maken zich het minst zorgen.’
Als men bezorgd is, heeft dat vooral betrekking op de omgeving, zoals zorgen om familieleden of buurtgenoten die moeten vrezen voor hun gezondheid (72 procent) of inkomen (51 procent). Mensen houden hun hart vast wat betreft de economie: 69 procent maakt zich daar zorgen over. ‘Het is duidelijk dat veel mensen denken: met mij komt het goed, maar ik maak me zorgen over mijn omgeving.’ Het is reëel dat de economische situatie op korte termijn voor veel mensen baanonzekerheid oplevert.
‘Kan ik iets doen?’
Bezorgdheid om anderen leidt in deze crisis ook tot betrokkenheid bij anderen. Na de uitspraak van Mark Rutte, “Let een beetje op elkaar”, kwam er steeds meer actie in de samenleving. In het nieuws en op sociale media werd bericht over allerlei initiatieven. 43 procent van de Nederlanders doet in deze periode iets extra’s voor een ander. Hulp wordt vooral geboden aan ouderen, in iets mindere mate aan kwetsbaren en zieken. Het gaat dan om bijvoorbeeld boodschappen doen of opbellen.
De reacties in het onderzoek over anderen helpen zijn hartverwarmend. ‘Met onze buurvrouw van 90 jaar hebben we regelmatig telefonisch contact of we iets kunnen doen en of het goed met haar gaat’, zegt een respondent. Iemand doet vrijwilligerswerk bij het ziekenhuis. Een ander belt dagelijks met ouderen en stuurt kaartjes. Een manager geeft het personeel extra aandacht en creëert rust. En weer een ander verzorgt het eten bij een zieke. ‘Ik probeer mijn geld te besteden bij ondernemers die het hard nodig hebben en geef aan de voedselbank.’
Begrijpelijke taal, daadkracht en persoonlijke verhalen
De overheid heeft in (crisis)communicatie de belangrijke taak om helder en laagdrempelig iedereen te informeren. Dat betekent dat begrijpelijke taal voorop staat. Verder maken de onderzoeken duidelijk dat het vertrouwen direct afneemt als mensen vinden dat er te laat maatregelen worden genomen. Kortom: er is daadkracht nodig.
14 procent van de bevolking maakt zich geen zorgen over het coronavirus
Ten derde zien we dat niet alle mensen direct hun gedrag veranderen, ook al wíllen ze dat wel. Een kwestie van een lange adem, zo lijkt het. Maar er speelt nog iets anders mee: een verschil in de mate van bezorgdheid. Nog altijd maakt 14 procent van de bevolking zich geen zorgen over het coronavirus. 15 procent staat er neutraal in. Dat maakt persoonlijke verhalen over het belang van de maatregelen, met name gericht op de jongere bevolking, (nog steeds) nodig.
‘Let een beetje op elkaar’ stimuleren
Nederlanders zijn bezorgdheid om anderen, toont het onderzoek. Nu het dagelijks leven nagenoeg stil ligt, is het cruciaal om deze bezorgdheid om te zetten in betrokkenheid. Lokale overheden kunnen ‘let een beetje op elkaar’ stimuleren door in te spelen op drijfveren van mensen en hun communicatie hierop af te stemmen. Voorlopig zal het contact tussen burgers onderling en met de overheid nog in het teken blijven staan van de coronacrisis.
De komende maanden zijn er veel mensen nodig die omzien naar elkaar en anderen in hun omgeving helpen. Het percentage dat iets voor iemand anders doet kan dan nog flink groeien. Om potentiele helpers te bereiken is het nodig de toon, vorm én het kanaal af te stemmen op de communicatievoorkeur van deze groep.
De cijfers van het onderzoek werden maandagochtend bekendgemaakt op BNR Nieuwsradio.