1. Waarom moet de overheid nu handelen?

'Internettechnologie is niet nieuw meer; het is de norm geworden. Digitalisering en nieuwe technologie zijn in toenemende mate van invloed op de vitale infrastructuur en de eigen werkprocessen van de overheid zelf. Bijvoorbeeld de weg- en railinfrastructuur, waterwerken -en beheer, diensten, voorzieningenstelsel. En het is allang niet meer zo dat internet de individuele vrijheid versterkt. Het heeft impact op alle aspecten van ons leven: sociaal, economisch en als individu. Dus als we als samenleving willen profiteren van de positieve kant van internettechnologie, dan moet de overheid nu de nieuwe ontwikkelingsrichting bepalen en de spelregels opleggen.'

2. Had de overheid niet eerder moeten reageren?

'Nee, het is logisch dat West-Europese overheden terughoudend reageren op nieuwe techniek en ontwikkelingen. In onze samenleving is dat in de eerste plaats aan de markt en de burgers om te bepalen wat de vraag en het aanbod is. De overheid grijpt pas in als er ongewenste gevolgen ontstaan. Zo gaat dat bij elke technologische verandering. Kijk maar naar de vorige industriële revolutie (bij de aanleg van sanitaire voorzieningen in de stad, de gezondheidswetgeving, de Woningwet) en de wederopbouw (woningbouw, infrastructuur). Zo werkte het ook met internet. Iedereen gebruikte dat tot voor kort voor zijn eigen kennisverwerving, communicatie en ontplooiing. Die terughoudende benadering past ook hier bij. Maar het lijkt erop dat we op een omslagpunt zitten.'

3. Wat merken we van smart city in de praktijk?

'Wat deze technologische verandering extra complex maakt, is dat niet alleen de taken van de overheid veranderen, maar ook de overheid zelf en de manier waarop burgers de overheid waarderen. Voorbeeld: voorheen was het verzamelen en gebruiken van data voor (ruimtelijke) besluitvorming een taak van de overheid. Nu verzamelen grote en kleine bedrijven ook data en beïnvloeden daarmee het ruimtelijk domein.'

'Kijk naar Google, dat in de afgelopen 20 jaar via Google Maps en Waze grote invloed heeft gekregen op de inrichting van onze steden, en naar Uber die ons openbaar vervoer beïnvloede en Airbnb die substantiële delen van het particuliere woningbestand in de grote steden veranderde in een hotel. Het is vaak niet duidelijk welke data die bedrijven gebruiken en hoe hun algoritmes werken. Je moet er als overheid én burger dus rekening mee houden dat je te maken hebt met beïnvloeding die niet transparant is. Niet alleen bedrijven, maar ook burgers kunnen data verzamelen en daarmee beleid beïnvloeden. Kijk naar metingen van luchtkwaliteit en geluidsoverlast die door burgers worden gedaan. Dit geeft burgers meer zeggenschap en vergroot hun autonomie.'

'Het verzamelen en gebruik van data groeit exponentieel en daarmee ook de mogelijkheid om te weten, te begrijpen en te sturen. Daarmee kun je manipuleren en mensen afhankelijk maken. Dat heeft direct invloed op onze burgerlijke vrijheden.'

4. Worden we dan straks bestuurd door algoritmes?

'De discussie over digitalisering gaat al snel over de negatieve kanten van smart city. Maar we moeten de enorme kansen die het biedt niet vergeten! Door data-analyse krijgen we veel meer inzicht in de omvang van problemen en kunnen we veel gerichter zoeken naar oplossingen. Data leidt tot meer kennis, als we de data goed analyseren. Daarvoor is datawijsheid nodig. We moeten veel beter begrijpen wat data is en beseffen dat de betrouwbaarheid van data wordt bepaald door de manier van meten. Beslissingen worden natuurlijk niet alleen genomen op basis van data. De interpretatie van data is minstens zo belangrijk. Daarin zit de democratische ruimte. Meer dan vroeger is het belangrijk om te beseffen wat je niet weet. En je bewust te zijn van je eigen imperfectie.'

'Het is dus niet zo zwart-wit: data bestuurt straks niet ons leven. Een van de grootste kansen is dat smart city juist de macht teruggeeft aan de burger. Door internet en social media heeft de burger veel meer kennis en is hij veel mondiger geworden. Maar ook door te meten en data te verzamelen kunnen burgers meer invloed krijgen. De overheid kan dat stimuleren door bijvoorbeeld publieke databanken opzetten en die data gebruiken om de uitdagingen van onze steden en regio’s op te lossen. Zo wordt de burger meer betrokken bij de stad.'

5. Welke acties moet de overheid nemen?

'De overheid moet op alle niveaus het gesprek voeren over digitalisering en onze publieke waarden. Zij moet ethische kaders stellen en de autonomie van burgers borgen. Daarvoor heb je kennis nodig van nieuwe technologie en toepassingen. Het kennisniveau is nu soms nog te laag om de discussie goed te kunnen voeren.'

'Politici en ambtenaren moeten dus worden bijgeschoold in datawijsheid. Ze moeten snappen wat "data" betekent, hoe algoritmen werken en hoe je data op waarde schat en kunt gebruiken. Je moet als overheid weten welke data je verzamelt, waarom, en met wie je data deelt. Het is ook logisch als er een soort van Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit komt die een toetsende en controlerende rol heeft over de data die worden gebruikt en de algoritmen die worden ingezet. Daarnaast moet er (lokale) wetgeving komen met voorwaarden waaronder data door derden mag worden ingezameld, met name in de openbare ruimte. En onder welke voorwaarden data mag worden gedeeld.'

'Tot slot moeten we een nationale dialoog voeren en een nationale bewustzijnscampagne opzetten over onze publieke waarden in relatie tot digitalisering. Wat voor samenleving willen we zijn, wat zijn de grenzen en hoe zijn onze democratische waarden daarin geborgd?'

Het rondetafelgesprek is maandag 2 maart van 10.30 – 15.30 uur live te volgen via de livestream van de Tweede Kamer. Speciaal voor deze zitting heeft Future City Foundation een essay geschreven gebaseerd op bijdragen uit het boek ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. Lees het complete essay op www.future-city.nl