Door de recente demografische ontwikkelingen heeft het CBS in de nieuwe nationale prognose uit december 2019 het groeicijfer voor de komende tien jaren met een half miljoen extra inwoners opgehoogd. Volgens de nieuwe inzichten groeit de bevolking tot 2030 niet met 500 duizend inwoners zoals eerder gedacht, maar hoogstwaarschijnlijk met twee keer zoveel: 1 miljoen inwoners erbij. De outlook op langere termijn sluit meer dan 20 miljoen inwoners niet meer uit.

Nederland komt in andere werkelijkheden terecht

De notie van een groeispurt voor Nederland geeft echter een ‘modaal’ beeld van de werkelijkheid. Zoals een cijfer over de inkomensstijging van Jan Modaal niet de gevarieerde werkelijkheid kan bevatten, geldt dat ook voor nationale groeicijfers. Een blik op de verdeling van de bevolkginstoename in 2019 maakt dat meteen duidelijk.

Er blijkt in 2019 sprake van een enorme regionale ongelijkheid in groei. Inwoners van Zeeland, Limburg en de drie noordelijke provincies hebben er nauwelijks nieuwe provinciegenoten bij gekregen. Friesland groeide van deze provincies het meest. Maar dat is niet meer dan 2 procent van de totale aanwas van Nederland. Aan de andere kant van het spectrum zien we de top vijf. De provincies Holland, Noord-Brabant, Gelderland en Utrecht samen zijn alleen al goed voor ruim 100 duizend extra inwoners. Wie goed kijkt ziet groeipolen en achterblijvers in een land met verschillende groeisnelheden. Uiteraard kun je het beeld verfijnen door in te zoomen op de Randstad met de Metropoolregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Daaraan gekoppeld eventueel ook de uitdijende Randstad richting de opkomende metropoolregio Eindhoven in Zuidoost Brabant. Overigens wordt inmiddels op regionaal niveau een uitbreiding van het groeigebied zichtbaar richting Zwolle en via Amersfoort zelfs tot Harderwijk. Indicatief daarvoor zijn de grote verschillen in woningprijzen.

Klonteren

De toekomstige regionale verdeling op basis van de nationale prognosecijfers uit 2019 is nog niet beschikbaar maar de vigerende trend geeft alvast de richting aan die we kunnen verwachten. De bevolking blijft vast en zeker stevig klonteren in de bestaande groeipolen. Die miljoen extra inwoners komen vooral daar terecht en niet ergens anders.

Tot nu toe heeft het verschil in groeitempo ook te maken met de binnenlandse verhuisstromen. Jonge mensen die bereid zijn om voor hun toekomst verder weg te verhuizen zijn vooral degenen die uiteindelijk de diploma’s bezitten die toegang geven tot een bevoorrecht leven. Daardoor vindt er al decennialang een zekere braindrain plaats richting groeigebieden.

De kloof wordt groter

Randstedelijke metropoolregio’s zuigen als het ware de succesvolle jeugd uit het Randland weg richting metropoolregio’s. Inmiddels vergrijzen en verarmen dorpen in het Randland zienderogen. Er zijn geen indicaties dat deze trend zal afzwakken, integendeel. De onderliggende concentratie van gespecialiseerde werkgelegenheid zal de klontering van een jonge bovenlaag in de stedelijke gebieden komende jaren blijven voeden. Zij zullen daar hun plek zoeken naast toestromende expats en arbeidsmigranten. Daarmee lijkt het erop dat de explosieve nationale groeicijfers niet zullen verhinderen dat er in de toekomst sprake blijft van toenemende regionale verschillen op economisch en sociaal-demografisch terrein. Het extra geld dat uit de regiodeals wordt ingezet om de levenskwaliteit in achterblijvende gebieden in stand te houden, is op zijn minst hard nodig. Maar of ze een oplopende kloof tussen groeiende metropoolregio’s en krimpende dorpen kunnen tegengaan? Ik ben benieuwd wat de regionale prognoses ons volgend jaar zullen laten weten.