De nieuw geopende en aangekondigde DC’s zijn goed voor een oppervlakte van 2 miljoen vierkante meter en naar schatting 12.400 arbeidsplaatsen. Buck Consultants International (BCI), dat de inventarisatie uitvoerde, concludeert dat de hausse aan grote distributiecentra voorlopig niet afneemt.
‘De efficiency in grotere logistieke centra blijft een voordeel. Bovendien hebben e-commerce distributiecentra meer ruimte nodig omdat ze veel producten op voorraad moeten hebben en er werkruimte nodig is voor het behandelen van retourzendingen’, zegt Kees Verweij, partner bij BCI.
Verdozing
De ‘verdozing’ van het landschap is al langer onderwerp van discussie op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Afgelopen najaar uitte het College van Rijksadviseurs (CRA) haar zorgen over de toename van XXL-vastgoed. Er is meer regie nodig vanuit de overheid om logistieke centra compacter, geconcentreerder en multifunctioneler te maken, stelden de Rijksadviseurs. Ruimtelijke clustering zou hierin een belangrijke sleutel zijn. In dezelfde periode vroeg BrabantAdvies aandacht voor het ruimtelijke, sociaaleconomische en circulaire belang van bedrijventerreinen en werklocaties in Noord-Brabant. In december nam de Tweede Kamer een motie aan om de toename van het aantal grote distributiecentra in Nederland tegen te gaan.
Eerder al noemde Buck het advies van het CRA ‘matig onderbouwd en behoorlijk eenzijdig’. ‘Wij bepleiten een Nationale Taskforce die op evenwichtige wijze alle effecten van deze XXL-distributiecentra in beeld brengt. Economische en arbeidsmarkteffecten, maar ook de impact op landschap, milieu en natuur. Ook mobiliteits- en congestie-effecten en wat dit betekent voor gemeentelijke grondopbrengsten moeten in kaart worden gebracht’, stelt hij. ‘Ook het belang van logistiek voor de moderne maakindustrie en de hogere opleidingseisen in moderne distributiecentra moeten goed in de beschouwingen worden meegenomen.’
Effecten XXL
Volgens Buck ontbreekt het in veel provincies aan richtlijnen en handvatten. ‘Het blijkt moeilijk om een goed evenwicht te bewaren tussen de economische, maatschappelijke en duurzaamheidskant van het verhaal. De nationale taskforce die wij voorstellen zou behulpzaam kunnen zijn aan die regionale discussies door de effecten van XXL-distributiecentra op verschillende domeinen in beeld te brengen.’
De bedrijventerreinenplanning in Nederland kan volgens Buck beter en vooral flexibeler. ‘De opkomst van de XXL-distributiecentra is een trend die een aantal jaren niet werd voorzien. Dan is het belangrijk om daarop in te kunnen spelen, maar het wijzigen van bestemmings- en omgevingsplannen kost in de regel veel tijd. Een belangrijke uitdaging is dus om meer flexibiliteit te brengen in onze ruimtelijke ordening om in te kunnen spelen op behoeften.’
Niveau 1: Regionale Bedrijventerreinenplanning: er is de komende 10 jaren ruimte nodig voor 5.500-9.500 ha bedrijvigheid, waarvan pakweg de helft voor logistiek, zo blijkt uit recent onderzoek van Buck Consultants International en EIB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimat (basis: 2% economische groei). Een behoorlijk deel van deze vraag kan op huidige en geplande terreinen worden gerealiseerd, maar een deel naar verwachting ook niet. Als nationale economische groeidoelstellingen gehaald moeten worden moeten bedrijven ook letterlijk de ruimte kunnen krijgen om te expanderen. Evenwichtige en flexibele planning van bedrijventerreinen moet beter worden opgepakt. BCI stelt voor daarbij onderscheid te maken tussen:
- logistieke parken, die verder afliggen van woonbebouwing en vooral geschikt worden gemaakt voor grootschalige logistiek; sommige regio’s lenen zich beter voor grootschalige logistieke bedrijvigheid dan andere vanwege ligging, (multimodale) bereikbaarheid, logistiek ecosysteem en andere (conflicterende) ruimteclaims. In geselecteerde regio’s kunnen prioritair nieuwe logistieke parken voor grootschalige DC’s worden ontwikkeld.
- gemengde bedrijventerreinen: terreinen waar ook logistiek zit, maar ook andere typen bedrijvigheid; vaak ook dichter bij woonbebouwing gelegen en dus komt menging met andere functies in beeld;
- herstructurering bestaande terreinen, waar nog mogelijkheden liggen voor zogenaamde brownfield-ontwikkeling.
Niveau 2: Individuele terreinen: bij de realisatie en inrichting van logistiek-gerelateerde bedrijventerreinen moet worden gekeken naar te stellen voorwaarden aan verhouding gebouwomvang-kavelgrootte en optiebeleid.
Niveau 3: Gebouwniveau: eisen stellen aan duurzaamheid en multifunctioneel gebruik (bijv. zonnepanelen) van warehouses en mogelijkheden verkennen voor meerlaags bouwen.