In de visietekst van de universiteit staat dat een individu met een treinrit minder CO2 uitstoot dan met een vliegreis, maar dat er geen duurzaamheidswinst wordt geboekt doordat vlieg- en treinverkeer in Europa onder hetzelfde uitstootplafond vallen. Hierdoor komt de ‘bespaarde’ uitstoot voor rekening van de andere sectoren, zoals bijvoorbeeld de elektriciteitsproductie en industrie.
Dit geldt, volgens de onderzoekers, ook voor landen. ‘Stel dat België minder Europese vluchten toelaat in Zaventem, dan heeft dit niet veel effect, want het is gemakkelijk om het vliegtuig te nemen in een andere lidstaat. Er worden dan wel minder rechten gebruikt in België, maar er worden er weer meer gebruikt in het buitenland, zodat er geen groter overschot van emissierechten ontstaat en er dan ook minder worden vernietigd.’
Voor vluchten buiten de Europese Unie geldt het uitstootplafond niet en levert een vermindering van vluchten wel milieuwinst op. Volgens het document is deze wereldwijde uitstoot moeilijk te belasten. ‘De belangrijkste beleidsoptie is momenteel het opvolgen van het CORSIA-akkoord, waarbij bijna elk land binnen de VN een plafond zou aanvaarden voor de CO2-uitstoot van zijn burgerluchtvaart. Dit nationaal plafond verplicht elk land dan tot compenserende maatregelen in andere sectoren. Daarnaast kan een gecoördineerde beperkte belasting op intercontinentale vluchten wel een effect hebben.’
Ook benoemen de onderzoekers dat er de laatste jaren wel stappen zijn gemaakt op het gebied van het verminderen van broeikasgassen. Sinds 2012 vallen emissies door vluchten tussen steden binnen de Europese Economische Ruimte (EER) onder het EU-ETS-emissieplafond. Voor dat jaar was de luchtvaartsector aan geen enkele beperking onderworpen.
Beter dan klimaattafels
Econoom Walter Manshanden noemt de visietekst van de Universiteit Leuven beter dan de Nederlandse klimaattafels. ‘Er is goed integraal gekeken naar het huidige beleid. Dat mis ik bij het klimaatbeleid. Al stemt het advies van Johan Remkes mij wel tevreden. Daar wordt eindelijk gezegd dat elke sector zijn eigen bijdrage moet leveren. Ontsnappingsroutes zijn dan niet meer mogelijk.’
Nu zie je bijvoorbeeld ook nog dat luchtvaartmaatschappijen en andere organisaties bomen planten als om uitstoot te compenseren. Het gaat niet alleen om het planten, zeer nuttig, maar om het onderhouden van zo’n boom en het bos. Het draait gewoon allemaal om beprijzen en een verbod op fossiele brandstof. We moeten van de compensatiesfeer naar de innovatiesfeer’, besluit Manshanden.