Joep Meindertsma, Pixabay

Ruimte voor windmolens en zonnevelden in Utrechtse polders

In Rijnenburg en Reijerscop wordt voor minimaal twintig jaar ruimte geboden voor een energielandschap met maximaal acht windmolens en ongeveer 230 hectare zonnevelden. Dat stelt het college van B&W van gemeente Utrecht voor aan de gemeenteraad. De vraag wat er in de polders ten westen van Utrecht moet gebeuren, speelt al lang. In tegenstelling tot het conceptvoorstel worden in het nieuwe voorstel  geen windmolens geplaatst in het midden van Rijnenburg.

De vraag wat er in de polders nabij Utrecht gerealiseerd moet worden, woningen of een energielandschap, speelt al lang. In april vorig jaar presenteerde het college een conceptvoorstel met daarin ruimte voor elf windmolens. Buurgemeenten, provincie, bewoners, omwonenden, grondeigenaren en initiatiefnemers hebben hier vervolgens op gereageerd. Ook is aanvullend onderzoek gedaan. Op basis hiervan zijn twee grote wijzigingen doorgevoerd: een verkleind zoekgebied voor windmolens en een verlenging van de exploitatietermijn.

Windmolens zijn alleen nog mogelijk in het noorden en niet meer in het midden van het gebied. Dit houdt de mogelijkheid voor een brede ontwikkeling van het gebied open; zoals naast energieproductie ook groen, werklocaties, maatschappelijke voorzieningen, sport en woningbouw. In de ‘Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040’ wordt hierover besloten. Nabij knooppunt Oudenrijn is zoekgebied toegevoegd, waardoor er ruimte is voor maximaal acht grote windmolens in het noordelijke deel van Rijnenburg en Reijerscop. In overeenstemming met eerdere plannen komen de windmolens op een afstand van minimaal 800 meter van de woonwijken van De Meern, Nieuwegein en IJsselstein te staan.

(Tekst loopt verder onder de afbeelding)

Beeld: gemeente Utrecht

Het gebied waar zonnevelden kunnen komen ligt in het noorden van Rijnenburg en in een strook langs de A2. Het zoekgebied voor de zonnevelden wordt iets groter doordat de ruimtelijke reservering voor roeiwater naar het zuiden is verplaatst. De gemeente meldt dat uit onderzoek blijkt dat het toevoegen van roeiwater financieel niet haalbaar is in het tijdelijke energielandschap. Bij de besluitvorming over de toekomstige inrichting van Rijnenburg wordt een nieuwe afweging gemaakt. Daarom blijft nu wel een reservering voor roeiwater in dit voorstel staan.

In het definitieve raadsvoorstel wordt uitgegaan van een exploitatietermijn van minimaal twintig jaar, in het conceptvoorstel was dat vijftien jaar. Deze wijziging komt volgens de gemeente door veranderde subsidievoorwaarden van het Rijk. Windmolens, zonnevelden en de benodigde investeringen in het landschap zijn alleen financieel haalbaar als twintig jaar energie kan worden opgewekt.

Vervolg

De gemeenteraad besluit over het voorstel van het college. Het college zegt strenge eisen te stellen om overlast van geluid en slagschaduw van windmolens zoveel mogelijk te beperken. Naast de minimumafstand tot de woonwijken moeten de molens zo stil mogelijk worden en moeten bewoners van de polder kunnen aangeven wanneer er sprake is van hinderlijke slagschaduw. Verder verplicht het college de energiebedrijven om bewoners en omwonenden mee te laten profiteren van de opbrengst, bijvoorbeeld door zelf te kunnen investeren in windmolens en zonnevelden.

Het energielandschap kan op z’n vroegst in 2022 klaar zijn. Volgens de gemeente kan het dan ongeveer 20 procent van de huidige Utrechtse vraag naar elektriciteit leveren en daarmee 82.500 huishoudens van elektriciteit voorzien.

De geplande woningbouwlocatie Rijnenburg verandert in een tijdelijk energielandschap, tot ergernis bij ontwikkelaars, beleggers en corporaties. Waarom de gemeente deze keuze maakt, leest u hier.

Dit bericht delen via:

Gerelateerde artikelen