Merwede wordt een bijzondere, eigentijdse stadswijk waar straks ruim 12.000 mensen op duurzame en gezonde wijze kunnen leven, aldus het Utrechtse college. Kenmerkend aan deze stadswijk is hoogwaardig groen in de openbare ruimte, in binnenterreinen en op daken. Dit kan doordat het een nagenoeg autovrije wijk wordt waar voetgangers en fietsers centraal staan. Mensen kunnen gebruik maken van een groot aanbod van deelauto’s, deelfietsen en openbaar vervoer. Deze plannen zijn vorige week door het college vrijgegeven voor inspraak.
Het Stedenbouwkundig Plan voor Merwede heeft de gemeente Utrecht samen met tien andere grondeigenaren gemaakt. “Dankzij deze samenwerking kan er midden in de stad een terrein van 24 hectare groot als één geheel worden ontwikkeld. Dat is heel bijzonder, want meestal gebeurt dit per plot”, aldus wethouder Kees Diepeveen.
Groen, tenzij
Merwede maakt deel uit van de Merwedekanaalzone (tussen Villa Jongerius en de A12) dat in fasen wordt ontwikkeld tot een gebied met maximaal 10.000 woningen. De Omgevingsvisie (deel 2) schetst de bredere contouren van die ontwikkeling. Merwede verandert van een bedrijventerrein in een stadswijk die toegankelijk is voor iedereen: van starters tot ouderen en van alleenstaanden tot gezinnen. Het motto is: groen, tenzij. In elk bouwblok komt een binnentuin waarvan er veel toegankelijk zijn voor iedereen.
Een fijnmazig netwerk voor langzaam verkeer zorgt ervoor dat de wijk goed verbonden wordt met de rest van de stad en dus makkelijk bereikbaar is. Langs het kanaal komt het nieuwe Merwedepark, dat samen met het Merwedeplantsoen straks alle delen van de nieuwe én bestaande wijken verbindt. Het wordt een stadswijk met alles binnen handbereik en voorzieningen voor alle Utrechters. Merwede wordt bijna energieneutraal. Het krijgt de grootste, ondergrondse warmte-koudeopslag van Nederland om de wijk te verwarmen of te koelen, met gebruikmaking van het water uit het Merwedekanaal. Het groen en de zonnepanelen op de daken dragen bij aan een gezonde stad. Geen dak onbenut, dat is het idee. In het ‘Merwede Lab’ onderzoeken specialisten tijdens de gebiedsontwikkeling hoe de wijk zo duurzaam en circulair mogelijk kan worden, met gebruikmaking van steeds de nieuwste technieken. Ook betrekt het Merwede Lab bewoners bij het ontwerp van de openbare ruimte.
Betaalbaarheid, bereikbaarheid
Hoe gaat het college ervoor zorgen dat de ontwikkeling van dit gebied blijft voldoen aan de doelstellingen als betaalbaarheid, bereikbaarheid en hoe hard zijn de duurzaamheidsnormen, bijvoorbeeld voor groen?
Woordvoerder Eugéne Litamahuputty namens het Utrechtse college: ‘’55 procent van de woningen in Merwede is sociale huur (30 procent) en middensegment (25 procent, zowel huur als koop). De koop van dit middensegment is gekoppeld aan de NHG-grens, dus dat is ook het plafond qua verkoopprijs voor deze woningen. De overige 45 procent is vrije sector. Deze percentages worden meegenomen in de contractafspraken door de marktpartijen.”
“De Merwedekanaalzone wordt in fasen ontwikkeld. In Merwede komen nu eerst 4000 woningen en dat breiden we uit naar 6000 als de maatregelen voor bereikbaarheid dat toelaten. Uiteindelijk gaan we in de gehele zone maximaal 10.000 woningen bouwen. En ook dat kan natuurlijk alleen als de infrastructuur op orde is. Verkeersanalyses geven ons inzicht in het verkeer en houden ook rekening met de ontwikkelingen in het gehele zuidwestelijke deel van Utrecht. Op basis van die analyses wordt bepaald hoeveel woningen er verantwoord kunnen worden toegevoegd.”
“Daarnaast is er een pakket aan mobiliteitsmaatregelen om autoverkeer sterk te gaan beperken. We zetten fors in op lopen, fietsen, OV, deelauto’s en deelfietsen. Het idee is: van autobezit naar deelmobiliteit. Hiervoor zijn diverse maatregelen nodig zoals dagelijkse voorzieningen op loopafstand, fijnmazig netwerk van fiets en wandelroutes, maar ook betaald parkeren in de omgeving en parkeren op afstand.”
Tijdelijk energielandschap
De Merwedekanaalzone is een stevige locatie qua aantallen woningen maar bij lange niet voldoende om de druk op de Utrechtse woningmarkt te verlichten. Waarom kiest het college ervoor om Rijnenburg, dat al in de planning zat, tot 2030 ‘on hold’ te zetten wat betreft de woningbouw?
Litamahuputty: “Utrecht is een van de snelst groeiende steden van Nederland. We staan voor een stevige bouwopgave en hanteren een ontwikkelvolgorde van potentiële locaties: binnenstedelijke knooppunten-binnenstedelijke locaties-andere knooppunten-uitbreiding in groengebieden.
Rijnenburg wordt in eerste instantie gebruikt voor stedelijke opwekking van energie. In de Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040 (RSU) gaan we in beeld brengen in hoeverre deze locatie nodig is voor de stedelijke ontwikkelbehoefte op lange termijn.”
Wat is de reactie van het college op het appèl van de beleggers, ontwikkelaars, corporaties om eerder met de planvorming van Rijnenburg te beginnen?
De woordvoerder van het Utrechtse college: “Het is bekend dat grondeigenaren, beleggers, ontwikkelaars en andere partijen woningbouw in dit gebied willen. Maar dat kan alleen als er stevige investeringen vanuit het Rijk komen voor de infrastructuur. Er ligt nu een raadsvoorstel over een tijdelijk energielandschap. Een besluit over de lange termijn bestemming van Rijnenburg volgt later in de RSU. Een reactie op het appèl voor woningbouw komt pas bij die besluitvorming over de RSU.”
Ook interessant: ‘Combineer in Utrechtse Rijnenburg energie én woningbouw’