Dit artikel verscheen eerder in een meer uitgebreide vorm in vakblad Groen. Groen biedt professionele en actuele artikelen over groen en natuur voor mensen in de stad en in het landschap.
Jeroen Glissenaar was tot voor kort wijkopzichter bij de gemeente Arnhem voor de monumentale parken. Hij hield zich bezig in hoofdlijnen bezig met het aansturen en controleren van de snoeiwerkzaamheden, afval, bestekken, staat van de hekwerken et cetera. Daarnaast hield hij jaarlijks vele excursies door onder meer het Sonsbeekpark voor allerlei uiteenlopende groepen. In zijn nieuwe functie - waar hij geen wijkopzichter meer is - is het zijn taak om het groen en in het bijzonder de monumentale parken onder de aandacht te brengen van de Arnhemmers en toeristen. Het geven van rondleidingen behoort nu dan ook tot een van zijn kerntaken. In de komende drie jaar heeft hij de tijd, in samenwerking met zijn collega’s, om het belang van zijn nieuwe baan te bewijzen. De aanleiding van deze wisseling van functie was een uitzending van het tv-programma De Wereld Draait Door waar Glissenaar in oktober 2018 te gast was.
‘De reden dat ik uitgenodigd was, had te maken met de eerste Nederlandse Toerismetop die had plaatsgevonden. Meer toeristen uit het buitenland weten ons land te vinden en in het bijzonder Amsterdam. Om te zorgen dat ook andere, minder bekende plekken in Nederland op de kaart komen te staan, om daarmee te zorgen voor een verspreiding van toeristen mochten een aantal mensen hun regio onder de aandacht brengen. En ik was de uitverkorene om het Sonsbeekpark toe te lichten. En dat heeft het een en ander in gang gebracht. Eén om het groen en de parken nog beter voor het voetlicht te brengen voor de eigen inwoners en om de parken nog actiever in te zetten voor toerisme, recreatie, welzijn en citymarketing. Zo is mijn nieuwe functie ontstaan.’
Burn-out
Op de vraag hoe Glissenaar dit met zijn collega’s aanpakt, vertelt hij dat hij onder meer met het Sportbedrijf Arnhem, expert op het gebied van sport en bewegen, in gesprek is om mensen actief te stimuleren om buiten te bewegen. ‘Veel kinderen hier uit de stad worden met bussen naar de sporthal gebracht. Als je bedenkt dat een gemiddelde school zo’n tien minuten van een park ligt, ligt het voor de hand dat je gaat kijken of je hen daar kunt laten bewegen. Maar ook de fanfare bieden we de mogelijkheid om in het park te repeteren.’ Glissenaar komt nog terug op de grote nadelen van kinderen die minder buiten zijn en daardoor meer lichamelijke klachten vertonen.
‘Kinderen lopen vandaag de dag gemiddeld 700 meter. Ze lopen naar de auto waarmee ze naar school worden gebracht en sloffen vervolgens over het schoolplein. Met als gevolg dat bijvoorbeeld de achillespees onderontwikkeld is, door veel te lopen ontwikkel je je spieren. Niet voor niets zijn er verzekeringsmaatschappijen die wandelschoenen gratis aanbieden. Dit doen ze niet zomaar. Door te wandelen in bijvoorbeeld een park doe je – naast dat je aan het bewegen bent – sociale contacten op. Uit onderzoek blijkt dat wanneer mensen vaker in het groen wandelen ze minder kans hebben op een burn-out. Burn-out, een van de zwaardere aandoeningen die een mens kan overkomen, is een groot probleem en deze is mede te voorkomen door veel te wandelen in een groene omgeving, omdat het je gedachten rangschikt. Mensen die eenmaal een burn-out hebben, kunnen dat niet meer. Tot slot maak je tijdens het wandelen een stof in je hersenen aan die eventuele antidepressieve gedachten vermindert. Nee, dit is geen abstract, geitenwollenverhaal. Walking for Health, een wandelprogramma in Engeland bewijst dit al jaren.’
Opvoeden
Hoe vertaalt deze kennis zich naar de praktijk? Kinderen moeten kunnen rennen en klimmen, hutten maken, met kastanjes gooien, et cetera. Ze moeten ook het gevoel hebben dat ze in een park of bos vrij mogen spelen. ‘Twee dingen mogen niet: spullen kapot maken en elkaar lastig vallen.’ Mijn tip is dan ook dat je daar als leerkracht of opvoeder vooral niet moet gaan sturen van wat wel en niet mag.’ Glissenaar illustreert dit aan de hand van het volgende voorbeeld: ‘Je hebt grofweg twee typen opvoeders: van de ene mag je niet vies worden en van de ander mag je niet van het pad. Zo creëer je afstand tot de natuur. Laat kinderen hun eigen spel ontwikkelen en laat hen hun creativiteit tonen. Het is dus in meerdere opzichten van belang dat kinderen natuurbeleving ervaren.’
Aan de gemeente Arnhem ook de taak om daar de schoolbesturen over te informeren. ‘Door meer buiten te spelen, hebben kinderen over het algemeen minder last van allergieën, minder last van overgewicht, hebben ze een betere motoriek. Dit zijn enkele voorbeelden die aanspreken. Nee, ook dit is geen luchtfietserij. Dit is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek’, zegt hij stellig.
Eigendomsgevoel
Parkbeheerders hebben in de ogen van Glissenaar daar ook wat in te leren. ‘Over het algemeen hebben wij boswachters een bepaald beeld van wat een natuurbeleving is en deze past niet altijd bij het gedrag van bezoekers. Als een groepje jongeren in het park bijvoorbeeld een blowtje roken, wordt dat al snel als overlast van hangjongeren gezien. Wanneer een fotograaf met een telelens bij een nest van een ijsvogel zit te wachten, zien we daar geen kwaad in. De kans dat de vogel het nest niet in durft en dat hij daarmee de natuur verstoort, is in deze groter dan de jongeren die aan het ontspannen zijn. Wat ik hiermee wil zeggen, is dat het voor ons boswachters van belang is, is dat wij de bezoeker in zijn waarde laten.’ Hij vult aan: ‘De bezoeker, van jong tot oud, moet een eigendomsgevoel krijgen en het gevoel hebben dat ze er mogen zijn. Pokémon is daar een typerend voorbeeld van. Toen dit spel een aantal jaren geleden een hype was, zaten hier in de Stijlen Tuin een paar honderd mensen. Door met hen in gesprek te gaan en hen het gevoel te geven dat ze welkom zijn, ga je het gesprek aan en wijs je hen ook op hun verantwoordelijkheid. Namelijk niets stuk maken en afval opruimen. Dit werkte heel goed. Na afloop hadden we geen schade.’
‘Het Sonsbeekpark is een grote apenkooi’
Naast kinderen zijn natuurlijk ook andere doelgroepen welkom in Arnhemse parken. ‘We hebben hier veel sportclubs die bijvoorbeeld aan het body pumpen zijn, bootcamps organiseren of aan het hardlopen zijn. Daarnaast vinden er ook andere activiteiten plaats zoals schattenjacht via geocaching. Ook bejaarden komen vaak in het park. Ze worden opgehaald en we brengen hen samen met schoolkinderen. Dit soort uitstapjes zijn enorm belangrijk voor hen.’ Op de vraag of de gemeente niet vreest voor Amsterdamse toestanden in het Sonsbeekpark zoals in het Vondelpark, reageert Glissenaar overtuigt: ‘Nee. We kunnen hier veel mensen kwijt en daar lijdt het park niet onder. Het Vondelpark is inmiddels hét visitekaartje voor buitenlandse toeristen verworden die denken dat het hier een vrijstaat is.’
De Arnhemse boswachter sluit met de tip af: ‘Stuur niet aan op het hufterproof maken van de omgeving, dan wordt het een saai park. Het is in verhouding een klein percentage van mensen dat zich niet houdt aan de regels. De meerderheid doet dit wel en stuur daar op. Bezoekers moeten het gevoel hebben dat hun plek is. Ze vertellen dit weer door waardoor nog meer mensen naar de parken komen. Daar is het uiteindelijk ons om te doen.’
Park Zypendaal is een landschapspark en landgoed dat drie verschillende landschapsstijlen kent wordt binnenkort opgeknapt. Deze is gebaseerd terassentuin op de tuinen van Versailles. Slechte beuken die op de taluds groeien worden onder meer vervangen.