Dit artikel verscheen eerder in een meer uitgebreide vorm in vakblad Groen. Groen biedt professionele en actuele artikelen over groen en natuur voor mensen in de stad en in het landschap.
Volgens het Klimaatakkoord leidt een toename van bomen, bossen en natuur (die koolstofdioxide vastleggen) tot ‘klimaatwinst’ omdat er dan minder CO2 in de atmosfeer komt. En dat is belangrijk om het broeikaseffect tegen te gaan. Er worden in het akkoord vier maatregelen genoemd die in 2030 moeten leiden tot een klimaatwinst van 0,4 megaton CO2 per jaar. Ter vergelijking: de glastuinbouw waarvoor 250 miljoen wordt uitgetrokken heeft als opgave 1,8 tot 2,9 Mton en de veehouderij (252 miljoen euro) 1,2 tot 2,7 Mton. Een van de maatregelen is het voorkomen van ontbossing. Een ander is uitbreiding van bos.
Bossen spelen een belangrijke rol in het tegengaan van de opwarming van de aarde. Bomen nemen het broeikasgas CO2 op dat mede zorgt voor de opwarming van de aarde. Bij uitbreiding van de bossen is Staatsbosbeheer, dat een kwart van het bos in Nederland beheert, een belangrijke speler. Het is dan ook de bedoeling dat de organisatie extra bos gaat aanleggen. ‘Daar pleiten wij al enkele jaren voor’, zegt Harry Boeschoten, programmadirecteur Groene Metropool van Staatsbosbeheer. ‘We gaan nu op eigen grond 5000 hectare extra bos aanplanten. Wil je het probleem groter aanpakken dat moet je eerder in de richting van 100.000 hectare aanplanten, dat zet zoden aan de dijk.’ Staatsbosbeheer pleit derhalve voor uitbreiding van het totale oppervlakte aan bos in Nederland. Dat de organisatie niet zelf gronden aankoopt om er vervolgens bomen op te zetten, is simpel: ‘Daar hebben wij geen geld voor’, zegt Boeschoten.
Projectontwikkelaars
Er is dus te weinig geld en te weinig ruimte, zeker in de Randstad, om klimaatbossen aan te leggen. Het realiseren van de klimaatdoelen zou meegekoppeld kunnen worden in de vergroening van de stadslandschappen. Om de vergroening mogelijk te maken is hiervoor samenwerking met andere partijen, zoals gemeenten en projectontwikkelaars, volgens Boeschoten noodzakelijk. Dat heeft onder meer geleid tot een overeenkomst met projectontwikkelaar AM. ‘In Krommenie gaat AM een nieuwe wijk ontwikkelen die is geïnspireerd op “groen en blauw”. Het is de bedoeling dat de natuur de wijk wordt ingetrokken.’ De nieuwe waterrijke wijk telt straks ruim 230 woningen. In de wijk worden groenstroken en sloten aan het aangrenzende natuurgebied van Staatsbosbeheer gekoppeld. Het natuurgebied, dat tot nu toe beperkt toegankelijk is, wordt ontsloten met vlonder- en voetpaden.
De achterliggende reden voor Staatsbosbeheer is duidelijk: mens en natuur dichter bij elkaar brengen, natuurgebieden dus beter ontsluiten én aansluiten op de nabijgelegen bebouwing. Het geld dat projectontwikkelaars betalen voor het gebruik van een deel van de percelen kan door Staatsbosbeheer gebruikt worden voor het beheer van het natuurgebied.
Groene Metropool
Voor de projectontwikkelaars is groen een verkoopargument, weet Boeschoten. Onderzoek van de Vereniging Deltametropool toont aan dat een woning in het stedelijk groen 7 tot 11 procent meer waard is dan eenzelfde huis dat niet in het groen staat. ‘Investeren in meer bos kan goed samengaan met stadsontwikkeling; het is werk met werk maken. Dit zal in de toekomst eerder toenemen dan afnemen. Wonen in een duurzame leefomgeving is nu eenmaal aantrekkelijk.’ Deze aanpak is onderdeel van de visie van het programma Groene Metropool waarmee Staatsbosbeheer wil bijdragen aan een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat in Nederlandse steden. Met andere woorden, waar groen een vanzelfsprekend deel uitmaakt van de stedelijke leefomgeving. Een voorbeeld is Breda dat ‘stad in het park’ wil worden en daarbij samenwerkt met Staatsbosbeheer.
'Een woning in het stedelijk groen is meer waard is dan eenzelfde huis dat niet in het groen staat'
Ook in de Haarlemmermeer is Staatsbosbeheer met partijen in gesprek, zoals gemeente en projectontwikkelaars. ‘De rol van de gemeenten wordt hierin steeds belangrijker. Ik juich bijvoorbeeld het initiatief van de gemeente Den Haag om een puntensysteem in te voeren voor natuur- en natuurinclusief bouwen, dan ook toe.’ Middels dit systeem worden ontwikkelaars en architecten aangespoord om meer rekening te houden met groen en natuur, bijvoorbeeld door gebruik te maken van sedumdaken of hangend groen aan gebouwen. ‘Je ziet steeds meer de ontwikkeling naar meer groen in de steden. Groen is goed voor de mensen en voor de natuur, denk hierbij aan het dempen van de temperatuur en waterafvoer. Wil je dit uitbreiden, dan moet je denken aan een netwerk van groen.’