De vraag wat er in Rijnenburg gerealiseerd moet worden speelt al lang. Er ligt een plan om in deze polder ten zuidwesten van Utrecht het grootste zonnepark van het land te realiseren met zowel zonnepanelen als windmolens. Het plan stuit op kritiek vanwege de aanblik en geluids- en slagschaduwoverlast, anderzijds klinkt de zorg dat een bestemming als energielandschap ervoor zorgt dat het gebied niet gebruikt kan worden voor de groeiende woningvraag. Het Consortium Grondeigenaren Rijnenburg roept in een appel op beide te combineren.
Vanaf eind jaren 90 zijn er gronden aangekocht met het idee dat Rijnenburg een woningbouwlocatie zou worden, vertelt Eveline Keizer, ontwikkelingsmanager BPD over het voortraject. ‘Utrecht heeft grote ambitie om te groeien, terwijl de plannen opdrogen tegen 2026. Door het gebied enkel aan te wijzen als energielandschap, kan woningbouw in de huidige plannen op zijn vroegst na 2040 plaatsvinden. Windmolens zijn pas na vijftien jaar rendabel. Je zet het eigenlijk op slot tot 2040.’ Daarnaast is de groep bang dat als je in het binnengebied windmolens neerzet, woningbouw niet mogelijk is.
Het consortium, waar partijen AM, Amvest, Ballast Nedam Development, Bouwinvest, BPD, Bunnik Projekten, GroenWest, Latei, Mitros, Portaal, Slokker, Synchroon en Timpaan onder vallen, roept daarom op te kijken naar een integrale benadering en de mogelijkheid om te combineren met woningbouw. Samen willen ze de gemeente helpen meerdere doelstellingen te realiseren door een duurzaam en betaalbaar woon- en energielandschap te creëren. Keizer: ‘Het liefst zouden wij eerder dan 2030 met elkaar tot woningbouw komen, bijvoorbeeld door te beginnen in kleinere plukjes. Maar ook als we in 2030 willen beginnen, moeten we nu al gaan nadenken en starten met planvorming. Voor het realiseren van woningbouw, zeker een omvangrijk project als dit waarbij bijvoorbeeld ook goede ov-ontsluiting heel belangrijk is, geldt een ontwikkeltijd van zeker acht tot tien jaar.’
25.000 woningen
Het consortium ziet in Rijnburg kansen in het realiseren van een tijdelijk energielandschap, ruimte voor betaalbaar wonen en werken – met extra, energieneutrale en circulaire woningen, roeiwater, hoogwaardig openbaar vervoer en snelle fietsverbindingen. Rijnburg wordt een slimme wijk – als het aan het consortium ligt dé slimste wijk van Nederland - en kan tevens aangesloten worden op het Utrechtse Ringpark (meer over dat plan leest u hier).
Volgens Keizer bestaat geplande woningbouw nu overwegend uit appartementen, terwijl er – gekeken naar de kwalitatieve vraag – behoefte is aan woningen met tuin. ‘In de wijk Merwede bijvoorbeeld kan dat niet. Leidsche Rijn is bijna uitontwikkeld. Vanuit dat perspectief kan Rijnenburg voorzien in die vraag. Ook biedt het kansen voor het realiseren van betaalbare woningen, zowel in het sociale als midden(huur)segment, wat ruimte biedt om in andere gebieden, zoals Overvecht, het aandeel sociale huur terug te brengen.
Afgelopen voorjaar zeiden Harm Janssen en Hugo Nijhoff (ontwikkelingsmanager AM) in het AD dat er in Rijnenburg ruimte is voor 20 tot 25 duizend woningen. In het appel roept het consortium op tot het bouwen van 25 duizend woningen, met een focus op laagbouw en voor 60% bestaande uit sociaal- of middelhuur, en bijdragen aan de toekomstige behoefte van 85.000 werkplekken. Het tijdelijke energielandschap moet bovendien zorgvuldig ingepast worden ten opzichte van bestaande en nieuwe wijken.
Volgend jaar meer informatie
Met het appel wil het consortium allereerst een oproep doen aan de gemeente om gezamenlijk met elkaar te werken aan een integrale ontwikkeling van Rijnenburg. Het is er dus vooral om hierover met elkaar in gesprek te gaan en een discussie op gang te brengen, zegt Keizer.
Perswoordvoerder Matthijs Keuning laat weten dat het bij de gemeente bekend is dat grondeigenaren woningbouw in dit gebied willen. ‘Rijnenburg is een pauzelandschap tot 2030. In de Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040 wordt volgend jaar in beeld gebracht in hoeverre deze grootschalige locatie nodig is voor woningbouw op lange termijn en onder welke voorwaarden dit kan worden gerealiseerd. Denk bijvoorbeeld aan investeringen in infrastructuur en openbaar vervoer. Daarmee wordt duidelijk wat de lange termijnbestemming van Rijnenburg - als geheel en/of voor deelgebieden - kan zijn.’
In de tussentijd kunnen delen van het gebied worden benut om te voorzien in de energiebehoefte van de stad. Het college werkt aan een raadsvoorstel voor de invulling van een tijdelijk energielandschap, aldus Keuning.