Primaire taak van DNB is te kijken naar de stabiliteit van financiële instellingen en de risico’s die deze instellingen lopen met hun investeringen wereldwijd. Die komen in toenemende mate uit de hoek van klimaatveranderingen. In het rapport Op waarde geschat. Duurzaamheidsrisico's en -doelen in de Nederlandse financiële sector, dat dit jaar verscheen, wordt van een aantal duurzaamheidsproblematieken (waaronder een verlies aan biodiversiteit) in kaart gebracht welke mogelijke risico's ze met zich meebrengen – en in welke mate.

Afhankelijkheid ecosysteemdiensten

Sommige bedrijfstakken en -processen zijn afhankelijk van ecosysteemdiensten. Een praktisch voorbeeld is de bescherming tegen overstroming door duinen of bepaalde beplanting voor bedrijven gevestigd in kustgebieden. DNB bracht in kaart in welke mate bedrijven leunen op ecosysteemdiensten. Op nummer een staat Processed food & drinkproduction, die met name afhankelijk blijkt van oppervlaktewater. Sommige ecosysteemdiensten zijn op hun beurt afhankelijk van biodiversiteit. Vooral bedrijven gelieerd aan landbouw zullen een afname in biodiversiteit merken. Dit werkt door in afnemers van landbouwproducten en kan resulteren in een verhoogd risico voor instellingen die in deze bedrijven investeren. Biodiversiteitsverlies in stedelijk gebied vormt dus óók een bedreiging voor de economische activiteit. 

Klimaatgerelateerde risico’s

In zijn presentatie formuleerde Van Toor diverse klimaatgerelateerde risico’s voor banken. Als klimaatverandering doorzet, kan dat bijvoorbeeld resulteren in meer ingediende claims voor schade door extreem weer, denk aan regen- en hagelschade. In een “CO2-neutrale economie” kan er sprake zijn van stranded assets door een veranderde vraag. Denk aan bedrijven die hun activiteiten (deels) niet meer kunnen uitvoeren – zoals een oliebedrijf. Dit zijn zogenaamde transitierisico’s. Daarnaast zijn er reputatierisico’s; de schade wanneer een bedrijf bijvoorbeeld geen veranderingen voor verduurzaming doorvoert (mogelijk zelfs tegen de wens van aandeelhouders in) en een bank in dit bedrijf blijft investeren.  

Naast biodiversiteit besteedt de bank in het rapport aandacht aan de risico’s van grondstoffen- en waterschaarste en mensenrechtencontroverse. In zijn presentatie nam Van Toor waterschaarste als voorbeeld. Van Toor: ‘20 procent van de bedrijfsinvesteringen vindt plaats in gebieden met extreem hoge waterschaarste (samen goed voor maar liefst 97 miljard euro, zo blijkt uit het rapport, red.) Voor financiële instellingen is het belangrijk hier oog voor te hebben’. DNB adviseert financiële instellingen dan ook maatschappelijke en ecologische risico’s nader te analyseren en – waar nodig – te reduceren.

Nationale Groendag

De Nationale Groendag stond dit jaar in het teken van biodiversiteit. Naast Van Toor waren sprekers onder meer Louise Vet (NIOO-KNAW en Deltaplan Biodiversiteitsherstel) en Adriaan Geuze (directeur West 8 en buitengewoon hoogleraar aan de WUR). Vet riep de deelnemers op in (eco)systemen te denken. Geuze riep op om het concept Steenbreek op een radicale wijze in steden toe te passen, mét "mededogen voor de knoeiers". Leren door proberen, en niet direct discussiëren als er iets fout gaat, vindt Geuze. 'Want gemiddeld genomen gaan we de goede kant op.’

De organisatie van de Nationale Groendag bestond dit jaar uit gemeente Gelderland, Waterschap Vallei en Veluwe, gemeente Wageningen en Stichting Steenbreek. Tijdens de dag werd tevens de Steenbreektrofee uitgereikt.