Deze column verscheen eerder in vakblad ROm. ROm is gratis voor ambtenaren ruimte, infrastructuur en milieu bij de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. Word nu abonnee.
Het systeem vervangt het oude systeem van ‘Bedrijven en milieuzonering’, is inzichtelijker én kan het transformatieproces makkelijker maken. Papier staat soms ver van werkelijkheid. In de huidige systematiek van de bedrijvenlijst staat bijvoorbeeld per bedrijfstype een richtlijn voor gepaste afstand. Hoe je die richtlijn inzet, is een bestuurlijke belangenafweging. Zo is volgens de bedrijvenlijst bij een bedrijf in categorie 2 op 30 meter afstand een woning mogelijk. Bij een milieuvergunning ligt dat anders. Staat de dichtstbijzijnde woning op 200 meter, dan mag zo’n bedrijf veel meer geluid produceren. Een nieuwe woning op 30 meter kan dan niet.
Andersom veroorzaken sommige bedrijven uit een hogere categorie veel minder overlast, bijvoorbeeld omdat ze anders of innovatief zijn. Een bierbrouwerij valt in categorie 3.2 met een richtafstand van 100 meter. Dat klopt bij brouwerijen van Heineken of Grolsch, maar geldt niet voor de kleine brouwerijen die overal opkomen. Wil je op minder dan 100 meter van zo’n kleine brouwerij een woning bouwen, dan kun je in onnodig ingewikkelde discussies komen over het inperken van de bedrijfsactiviteiten. Terwijl dit feitelijk helemaal niet hoeft.
In het nieuwe systeem worden milieu en ruimtelijke ordening bij elkaar gevoegd, geheel in de geest van de Omgevingswet. Afhankelijk van de afstand van woningen, gelden andere niveaus. Per niveau mag het bedrijf op een bepaalde afstand een maximum geluid produceren. Houden alle bedrijven zich aan deze richtlijn? Dan kun je woningen op die maximumafstand bouwen. Je hoeft dan geen rekening te houden met cumulatie van geluid. Zitten bedrijven dichterbij, dan moet je preciezer onderzoek doen. Maar omdat je in deze systematiek precies weet welk bedrijf welke activiteiten uitvoert, is dat makkelijker gedaan.
De nieuwe werkelijkheid van milieuzonering is in de praktijk natuurlijk iets ingewikkelder dan mijn woorden hierboven doen geloven. Verdiepen in deze nieuwe systematiek is zeker de moeite waard. Een eerste analyse van een bedrijventerrein geeft veel inzicht in de mogelijkheden. Je hoeft tenminste geen onnodige discussies meer aan te gaan over het inperken van milieucategorieën. Bij analyses van bedrijventerreinen zijn vaak veel lichtere bedrijven aanwezig dan mogelijk zou zijn. Dit maakt de discussies over planschade veel makkelijker.
Wel moeten de domeinen ruimte en milieu goed kunnen samenwerken. Dat is vaak best een opgave, omdat milieudiensten - overigens met goede redenen - in de afgelopen periode juist verder van de gemeenten zijn gezet. Als blijkt dat het knelt, dan biedt de Omgevingswet straks de mogelijkheid om woningen dichterbij geluidsbronnen te bouwen. Nog meer mogelijkheden dus - maar houd zeker rekening met de gezondheid. Dus: als wij willen, begint de Omgevingswet nu al.
Over de auteur: Jop Fackeldey is voorzitter van het programma Stedelijke Transformatie, een samenwerking tussen Rijk, provincies, gemeenten, ontwikkelaars, bouwers en investeerders. Hij schrijft in ROm een maandelijkse column over de urgentie, knelpunten en oplossingen, over goede en minder goede voorbeelden.
Ook interessant: ‘Nationale aanpak energieneutrale bedrijventerreinen nodig’