Het Pbl constateert een tendens die al enige tijd zichtbaar is in met name Amsterdam. Per saldo groeit de stad nog, maar dat is alleen aan de instroom van buitenlanders te danken. Vooral Nederlandse gezinnen van begin 30 vertrekken naar omliggende gemeenten. Hieruit wordt de conclusie getrokken dat de stad niet populair meer is onder landgenoten. Daar is echter geen sprake van. Ontwikkelingen op de woning- en arbeidsmarkt zorgen voor het vertrek van de jonge Nederlandse gezinnen, niet een afnemende populariteit van wonen in de stad.
In de eerste plaats is het aanbod van woningen dat betaalbaar is voor jonge gezinnen zowel in de huur- als de koopsector gedaald. Prijzen in de koopsector zijn sinds de crisis sterk gestegen. In Amsterdam stegen de prijzen de afgelopen vijf jaar, gecorrigeerd voor inflatie, met zo'n 63,6 procent, terwijl het inkomen met maar 4,4 procent toenam volgens de The Knight Frank Global Affordability Monitor 2019. Dat leidt ertoe dat bijvoorbeeld voormalige woningwetwoningen in Amsterdam Noord, al meer dan € 7.000 per m2 kosten. Een jong stel met hogere opleiding en beiden een baan zullen echter met de huidige regels niet veel meer dan € 300.000 aan hypotheek kunnen krijgen. Dat maakt dus zelfs die oude, kleine, slecht geïsoleerde en perifeer gelegen koopwoning onbereikbaar.
Datzelfde stel heeft op de huurmarkt ook niets te zoeken. De sociale huursector is door diverse beleidsmaatregelen alleen nog maar toegankelijk voor mensen met een zeer laag inkomen. Groepen die hier vroeger huisvesting vonden, zoals onderwijzers, politieagenten en verplegers, zijn daarvan nu uitgesloten. "Middenhuur" bestaat bijna niet, want nu het hek van de sociale huurdam is, schieten huurprijzen sky high omhoog. Voor 60m2 is € 1.600 geen uitzondering in de stad.
Bovendien wordt een groot deel van het huuraanbod in een rap tempo "verkamerd". Slimme huurbazen knippen hun woning op in "onzelfstandige woonruimtes"(kamers dus) en verhuren de zaak voor exorbitante prijzen. En let wel, dit is beleid van het linkse college in Amsterdam.
Wordt het aanbod steeds kleiner, de vraag naar woningen groeit alleen maar. Eén achtergrond daarvan is de groei van het aantal expats in de stad. Wie 's ochtends gaat kijken op station Zuid ziet bijna louter buitenlanders uit metro en trein stromen richting kantoren op de ZuidAs. Een heel groot deel daarvan Aziaten uit onder meer India (het op een na belangrijkste herkomstland van instroom). Vorig jaar kwamen er 38.000 buitenlanders bij in de stad en vertrokken er 20.000; een record positief migratiesaldo van 18.000. De groei van het aantal expats heeft weer alles te maken met de plaats die Amsterdam (of de Metropoolregio) inneemt in de wereld van steden.
Amsterdam is een "global city" zoals socioloog Saskia Sassen die beschrijft, of zo u wilt, een World City naar sociaal geograaf Peter Taylor. De stad bevindt zich in een interstedelijk netwerk met andere global cities als London, Parijs, Frankfurt, Tokyo en Hong Kong. Deze steden herbergen de internationale top aan dienstverlening en techbedrijven. De werknemers daarvan flitsen tussen deze steden; ze hebben verder niets met de omgeving, maar bepalen in toenemende mate de woningmarkt. Voor het "gewone" Nederlandse stel, dat niet deel uitmaakt van die internationale carrousel, is in de global city eigenlijk geen plaats meer. Tenzij de kids vermogende ouders hebben die handje helpen bij de aankoop van een woning.
De vraag naar woningen kent ook nog een andere dimensie. Doordat geld zo goedkoop is en in overvloed voorradig, zoekt het naar mogelijkheden om rendement te creëren. Vastgoed is daarvoor een mogelijkheid. Sassen beschrijft hoe ook woningen op die manier worden opgenomen in allerhande ondoorzichtige financiële producten zoals voor de crisis de sub prime hypotheken werden verpakt, versneden en verhandeld. Niet alleen prinsen van Oranje op de huizenmarkt, maar het grootkapitaal dat zich mengt in de strijd.
Dat dertigers de stad verlaten heeft dus niet zoveel te maken met de populariteit van die stad. Het is simpelweg een kwestie van verdringing; Amsterdam (en mogelijk Utrecht idem) verandert langzaam in een stad voor expats en superrijken. Totdat de bubbel barst.