De rondleiding (in 2017 won Breda de titel Beste Binnenstad in de categorie grote steden) ging langs drie typen winkelgebied (de binnenstad, een wijk- en winkelcentrum en de woonboulevard), winkels die lastiger te categoriseren zijn (in dit geval Decathlon) en een winkel met een gemengd concept (het zogenaamde ‘blurring’). Bijzondere aandacht ging uit naar stadsvernieuwing. Om te illustreren hoe gewerkt wordt aan aantrekkelijke gebieden deed de tour veel recente projecten aan.

In het centrum lichtten medewerkers van de gemeente Breda en experts ruimtelijke ontwerp- en beleidskeuzes toe en vertelden zij hoe ontwikkelaars, overheid en ondernemers hierin samenwerken. Zo kwamen aan bod de Sint Annastraat, waar vooral kleine ondernemers zich vestigen en waar ondernemers bij de gemeente een aanvraag kunnen indienen voor (gevel)groen (wisteria), de Veemarktstraat met de meer high end-winkels en de Houtmarkt, die met een renovatie een lichtere, open uitstraling kreeg en waarmee tegelijkertijd wonen in de stad een nieuwe impuls kreeg.

Hofje ’t Sas, vlakbij De Grote Kerk van Breda, kampte lange tijd met veel leegstand. René Maas van projectontwikkelaar Maas-Jacobs vertelde dat dit gebied in samenwerking met de gemeente een update kreeg. ‘De panden waren van verschillende eigenaren, die hebben we opgekocht. We wilden hier iets unieks maken.’ Het resultaat is een bijzondere combinatie van woningen, winkels en horeca die het gebied weer levendig maken.

(Tekst gaat verder onder de foto)

De Sint Annastraat, waar vooral kleine ondernemers zich vestigen.

Bij passage de Barones, die enkele jaren geleden verbouwd werd en waar vooral de grotere retailers gevestigd zijn, vertelde Jos Geurtjens van investeerder Kroonenberg Groep hoe het gebouw aantrekkelijker is gemaakt en aangepast aan de wensen van consumenten en beoogde retailers. ‘We hebben grote, glazen façades gemaakt, met bij elke winkel ruimte in de pui voor belettering van de retailers.’ De galerij werd verwijderd, in plaats daarvan kunnen bezoekers nu ín de winkels op de tweede verdieping komen. Geurtjens: ‘Nederlanders winkelen niet graag op een tweede verdieping van een passage. Met een roltrap in de winkel werkt dat wel.’

De groep bezocht ook wijk- en winkelcentrum Princenhage en deed in de middag de Decathlon aan. Daar werd getoond hoe het bedrijf probeert te innoveren, door naast de traditionele retail een sociale functie te vervullen. Bijvoorbeeld in de vorm van evenementen.

‘Gebieden beschermen’

Het uitgangspunt van het Nederlandse beleid op het gebied van ruimtelijke ordening is het behouden van een aantrekkelijk winkelgebied, een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, benadrukte Brigit Gerritse, directeur bij de Nederlandse Raad Winkelcentra en programmamanager van de Retailagenda. ‘Met deze rondleiding proberen we een eerlijk beeld te schetsen van hoe we dingen aanvliegen. We willen laten zien dat we geen hindernissen opwerpen, maar juist gebieden willen beschermen. Om dat te realiseren moeten we afspraken maken.’

Belangrijk is ook leegstand tegen te gaan, door te voorkomen dat bepaalde ondernemingen naar perifere locaties uitwijken, maar ook door te voorkomen dat het aanbod winkellocaties wordt uitgebreid als daar vanuit de retail onvoldoende vraag naar is. Gerritse ziet een rol in een hechtere samenwerking tussen gemeenten. Uitgangspunt is dat zij niet met elkaar moeten concurreren, maar afstemmen wat waar gerealiseerd wordt, zodat er op regionaal gebied voldoende aanbod blijft bestaan en tegelijkertijd een overschot aan winkelpanden wordt voorkomen.

Rondetafeldiscussie

Bij het rondetafelgesprek sloten onder meer Aart Jan van Duren van Bureau Stedelijke Planning, Koos Seerden van Rho adviseurs en Robin van Amsterdam van het ministerie van EZK aan. Rohan Uijlings, onder meer verantwoordelijk voor (nieuwe) vestigingen van Decathlon, vertelde over de manier waarop de keten geanticipeerd heeft op het Nederlandse beleid (van oorsprong is Decathlon een Franse onderneming, red.), met naast grote vestigingen aangepaste winkels voor in het stadcentrum.

Jacques de Win, adviseur Retailagenda bij Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, licht aan Stadszaken toe: ‘Decathlon wilde zich vestigen in Nederland, maar paste eigenlijk niet goed in de Nederlandse openbare ruimte. Het is een keten die niet gemakkelijk in een van de typen winkelcentra is onder te brengen. Dat leverde de nodige weerstand en wrijving op. Maar het is ook een goed voorbeeld van hoe daaruit nieuwe kansen kunnen ontstaan.’

Handreiking Dienstenrichtlijn

Een van de thema’s tijdens de discussie was ook de Handreiking Dienstenrichtlijn, die op 10 oktober wordt gepresenteerd. Daarmee kunnen gemeenten hun bestemmingsplan toetsen aan de Europese Dienstenrichtlijn. Aanleiding voor de Handreiking vormde onder meer de Visser-Appingedam-zaak, waarin het Europese Hof van Justitie bepaalde dat detailhandel een dienst is. De uitspraak zette het winkelconcentratiebeleid van overheden onder druk (meer daarover lees je hier). De uitspraak zorgt voor veel onzekerheid onder gemeenten en provincies, die traditioneel van het brancheringsinstrument gebruikmaken om hun binnensteden compact te houden. Wat mag straks wel en niet, wat kan er fout gaan?

De zaak Visser-Appingedam toont aan dat ook binnen de Dienstenrichtlijn het opleggen van regels mag. ‘Maar het draait om een goede motivering’, zegt De Win. Gemeenten moeten aantonen dat hun brancheringsbeleid ‘non-discriminatoir’ en ‘noodzakelijk’ is en de gekozen maatregel ‘evenredig’ is. ‘Om dit te staven moeten zij voldoende onderzoek doen.’

Caspar Sluiter, senior beleidsmedewerker Europese zaken van VNG, liet namens de organisatie weten het goed te vinden dat gemeentes beter moeten motiveren waarom zij bepaalde regels toepassen. ‘Maar wij streven ook naar zo min mogelijk regeldruk.’

De ‘Dienstenrichtlijn en ruimtelijke regels’ is een uitgave van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, IPO en VNG en wordt 10 oktober gepresenteerd.