Dat blijkt uit een inventarisatie door autodeelplatform SnappCar, dat de tarieven van parkeervergunningen onderzocht in 75 gemeenten.
De duurste vergunning kost in Amsterdam € 533 en is daarmee de duurste van ons land. De grootste stijging in de kosten van een parkeervergunning werd door Snappcar gemeten in Rotterdam. In alle zones betalen Rotterdamse autobezitters dit jaar € 115,20. Een parkeervergunning in de Maasstad is daarmee ten opzichte van 2018 met ruim 71 procent gestegen. In Den Haag is een vergunning voor de duurste zone gestegen met 45 procent. Ook autobezitters in Utrecht (+24 procent) en Maastricht (+10 procent) zagen stijgingen.
Kleine verhogingen zag SnappCar in Haarlem (+2,5%), Groningen (+2,5%), Zwolle (+2,5%), Den Bosch (+1,9%) en Middelburg (+1,4%). In Assen, Arnhem, Leeuwarden en Lelystad bleven de tarieven voor een parkeervergunning in de binnenstad gelijk aan die van 2018.
Grote Steden
De verschillen tussen grote steden zijn groot. Autobezitters die in het centrum van Utrecht (Zone A1) wonen, betalen € 342,84 per jaar voor een parkeervergunning. Nu is een parkeervergunning in Utrecht sowieso relatief duur, want de goedkoopste vergunning (Zone B) kost autobezitters jaarlijks al € 100,56. In Den Haag zijn autobezitters een stuk goedkoper uit dan andere grote steden. Zo betaalt men in het eerste jaar € 60 voor een parkeervergunning. Hierbij moet wel worden gezegd dat de vergunning niet in elke zone geldig is. Dit komt omdat er in de commerciële gebieden simpelweg weinig parkeerplekken beschikbaar zijn. Van alle provinciehoofdsteden hanteert Assen het laagste tarief: € 45 per jaar
Inkomsten
Mede door de verhogingen van de tarieven zijn parkeergelden en -vergunningen als inkomstenbron voor gemeenten in 2019 ten opzichte van 2018 gestegen met 9,7%, tot ruim € 900 miljoen, blijkt uit de cijfers van SnappCar.