De NSG verzamelt de meldingen van mensen die geluidsoverlast ervaren. Hoewel de meeste klachten nog steeds uit steden komen, betekent het niet dat dorpelingen en plattelandsbewoners gevrijwaard zijn van geluidshinder. Wel gaat het om andere vormen van geluidsoverlast. Ammerlaan: ‘In de stad gaat het bijvoorbeeld om burenoverlast, terwijl op het platteland windturbines een noemenswaardig probleem zijn.

‘Er zijn zoveel vormen van geluidshinder op het platteland. Wegen, luchtvaart, hondenkennels, nieuwe tankstations. De klachten komen vooral van mensen die al een tijdje op het platteland wonen en dus niet vanuit de stad naar het platteland zijn verhuisd’, vervolgt Ammerlaan.

Hoogleraar auditieve cultuur, Marcel Cobussen, vermijdt in zijn reactie bewust het woord overlast. Volgens hem wordt hinder soms aan geluid toegekend, terwijl dit niet altijd onmiddellijk met het geluid zelf te maken heeft. Langsrijdende motoren of dronken mensen worden als hinderlijk ervaren, omdat men bijvoorbeeld motorrijders en dronken mensen asociaal vindt. Ook zit er volgens de hoogleraar een verschil tussen hinder en ergernissen.

Schadelijk zijn voor gezondheid

Toch erkent Cobussen wel dat geluid schadelijk kan zijn voor iemands fysieke en psychische toestand. Dit zit ‘m volgens Ammerlaan van NSG vooral in het feit dat je oren nooit af te sluiten zijn. ‘Dat heeft een biologische oorsprong. Mensen moeten kunnen vluchten, dus de hersenen registreren al het geluid dat binnenkomt. Ook als je denkt dat je er geen last van hebt, kost geluid energie.’

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om geluid door wegverkeer onder de 53 decibel (dB) te houden en ‘s nachts onder de 45 dB. De NSG sluit zich aan bij de normen van de WHO.

Cobussen heeft groeite moeite met de dB-metingen. ‘Over het algemeen zijn die normen gebaseerd op dB metingen en zijn ze tamelijk generiek. Er zijn onaangename geluiden die niet per se hard hoeven te zijn. Omgekeerd kan iemand zich prima voelen in een auditieve omgeving die volgens de norm te hard is.

Andere normen

Het lijkt de hoogleraar veel beter om, in plaats van generieke regelgeving, op veel kleinere schaal over de inrichting van een “geluidsschap” na te denken: een plein, een straat, een (deel van een) park. ‘Mijn inzet zou zijn dat een heterogeen geluidsschap – een auditieve omgeving waarin veel verschillende geluiden waarneembaar zijn – bijdraagt aan een aangenaam gevoel.’

Want beide heren zijn het erover eens dat geluid ook erg prettig kan zijn. Cobussen: ‘Ik denk dat mensen zich doodongelukkig zouden voelen in een doodstil centrum van een grote stad.’ Ammerlaan: ‘Geluid is natuurlijk ook anders dan geluidsoverlast.’

Vorige week publiceerde Pointer, een platform voor onderzoeksjournalistiek, een artikel met de meeste lawaaiigste stedelijke regio’s. De agglomeratie Utrecht bleek lijstaanvoerder te zijn. Lees: https://www.stadszaken.nl/klimaat/wonen/2362/top-10-lawaaiigste-steden-van-nederland