De gemeente Veenendaal werkt al heel wat jaren aan de vernieuwing van het centrum, samen met ondernemers, vastgoedeigenaren en andere stakeholders. Tientallen projecten en activiteiten moeten ervoor zorgen dat de binnenstad aantrekkelijker, bereikbaarder, ondernemender en gezelliger wordt. Er zijn diverse subsidies en andere budgetten beschikbaar die doelen te realiseren.

Programmamanager Aarnoud Aarnoudse van de gemeente Veenendaal: ‘Voor Veenendaal was, en is het, een zoektocht naar wat wel én niet werkt. We willen onze ervaringen met succesvolle en minder succesvolle subsidies graag met anderen delen.’

‘Gemeenten hebben bij het besteden van budgetten voor de binnenstad de keuze om zelf te investeren of om een deel van de budgetten beschikbaar te stellen in de vorm van een subsidie waardoor ander stakeholders – zoals ondernemers en burgers – een steun in de rug krijgen bij het ontplooien van eigen initiatieven’, zet Tessa Vosjan, projectleider thema Kenniscreatie en innovatie van Retailagenda. ‘Het voordeel daarvan is dat je daarmee meer eigenaarschap en betrokkenheid creëert.’ Maar wat werkt wel en wat werkt niet?

1. Stel (een deel van het) marketingbudget beschikbaar voor lokale initiatieven

‘Anders dan platte marketing kun je een deel van met marketingbudget beschikbaar stellen voor lokale initiatieven die ontplooid worden door ondernemers of burgers, die daarmee bijdragen aan de profilering van een winkelgebied. Feitelijk heb je het dan niet meer over marketing, maar over sociale branding’, aldus Vosjan.

2. Help ondernemers hun winkelpand te verfraaien, of te verplaatsen

‘De gemeente Winsum in de provincie Groningen werkt hard aan de totstandkoming van een compact en aantrekkelijk centrumgebied en verder verfraaiing van winkelpadjes’, zegt Vosjan. ‘Daarvoor stelt de gemeente een transformatie-, gevel- en verplaatsingssubsidie ter beschikking aan ondernemers. Het is een succes gebleken. Overigens geldt dit niet voor elke gemeente. Met name goede begeleiding en aandacht voor de situatie van de ondernemer is van groot belang.'

3. Faciliteer daarom de totstandkoming van een compacte binnenstad met een ondernemerscoach

De gemeente Veenendaal werkt hard aan de totstandkoming van een compactere binnenstad. In plaats van verplaatsingen te faciliteren met een verhuissubsidie, helpt de gemeente Veenendaal ondernemers in beweging te krijgen door het inzetten van een transformatie/verhuiscoach. Vosjan: ‘Je merkt dat ondernemers veel meer hebben aan een luisterend oor en iemand die meedenkt, dan aan enkel een subsidie. Wel onderzoekt de gemeente Veenendaal nu of er nog een financiële tegemoetkoming nodig is voor de daadwerkelijke verplaatsing.’

4. Ondersteun ondernemers om hun winkelgebied te transformeren met een externe transformatieprocescoach

Deze transformatiecoach onderscheidt zich van de verplaatsingscoach doordat hij of zij niet richt op individuele ondernemers, maar op het winkelgebied als geheel. Vosjan: ‘De transformatiecoach biedt proceshulp bij de transformatie van een winkelgebied. Deze coach legt verbindingen tussen ondernemers en zoekt win-wins. De provincie Nood-Holland stelt subsidie beschikbaar voor zo’n transformatiecoach voor winkelgebieden. De kracht van zo’n transformatiecoach zit ‘m in het feit dat hij of zijn géén partij is. In Noord-Holland hebben al veel gemeenten een beroep gedaan op deze subsidie.’

5. Wees terughoudend met ‘subsidie’ in de vorm van vrij parkeren

Vosjan: ‘Om ondernemers tegemoet te komen, stelde de gemeente Veenendaal op zaterdag vrij parkeren in garages van de gemeente. Hoewel dit succesvol was, leverde het juridisch problemen op vanwege mededing. Naast gemeentelijke parkeergarages zijn er namelijk nog commerciële aanbieders van parkeerruimte, die je feitelijk schadevrij zou moeten stellen.’

6. Hevel een deel van het openbare ruimte-budget over naar de BIZ

Vosjan: ‘In het centrumgebied van Veenendaal is een Bedrijven Investeringszone (BIZ) ingesteld. De gemeente Veenendaal heeft ervoor gekozen om ook een bijdrage te doen. Daarmee vergroot je niet alleen de slagkracht van de BIZ, maar ook het draagvlak onder en de betrokkenheid van binnenstadondernemers, die zélf over de besteding van de BIZ-budgetten gaan. Traditioneel gaat het BIZ-geld vooral naar schoon, heel en veilig. Met extra middelen kunnen ondernemers extra investeringen doen, bijvoorbeeld in openbare ruimte of KVO-trajecten (Keurmerk Veilig Ondernemen, red.).

7. Stel een bijscholingssubsidie beschikbaar aan ondernemers zelf.

De gemeente Roermond en de Provincie Limburg stellen subsidies beschikbaar om het ondernemerschap te verbeteren door kennisontwikkeling, bijvoorbeeld over hoe je online kunt gaan. Ze hebben daarvoor het Retail Innovation Center (RIC) opgetuigd. Vanuit het RIC worden diverse pragmatische workshop georganiseerd die de ondernemer helpt bij het runnen van zijn winkel.

Hoe goed subsidies ook bedoelt zijn; het komt desondanks vaak voor dat ondernemers er geen gebruik van maken. Het euvel kan zitten in de complexiteit van het aanvraagproces, maar het kan ook te maken hebben met basale zaken zoals de eisen waaraan een subsidieontvanger aan moet voldoen. Vosjan: ‘Het komt voor dat ondernemers gewend zijn een verbouwing niet geheel via een aannemer  te laten doen. Met een subsidie moeten ze opeens de formele weg volgen. De belangrijkste les is daarom dat je goed overlegt met de binnenstadondernemers, waar zij behoefte aan hebben. Elke binnenstad, elke regio is anders. Een standaardoplossing is er niet.’