Door Yvonne Vendrig-de Punder. Dit is een verkorte versie van een artikel uit vakblad ROm. ROm is gratis voor ambtenaren ruimte, infrastructuur en milieu bij de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. Word nu abonnee.
Het 5G-netwerk is niet alleen fijn omdat het sneller internet oplevert. Het maakt ook een wereld mogelijk waarin je via je mobiel vanuit de supermarkt kunt checken of er thuis nog melk in de koelkast staat, de koffiemachine vast opwarmt zodra je de sleutel in het slot steekt en je zelfrijdende auto een parkeerplek gaat zoeken, nadat hij je voor de deur heeft afgezet.
1. Aanpassing van de ondergrondse infrastructuur
Voor het nieuwe mobiele netwerk zijn meer antennes nodig om overal in Nederland bereik te hebben. Want 5G werkt met golven van een hogere frequentie en die komen minder ver. Het is een optie om deze antennes, small cells genoemd, op te hangen aan lantarenpalen of bushokjes, want ze moeten allemaal worden aangesloten op glasvezelkabel en van stroom worden voorzien, legt Rudolf Roeleven uit. Hij is projectleider digitale connectiviteit bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
2. Wildgroei van antennes
De nieuwe antennes heten small cells, maar bepaald onzichtbaar zijn ze niet. De afmetingen kunnen tot wel 50 bij 50 centimeter zijn. Als om de paar honderd meter een paal staat met vier antennes van verschillende providers, ontsiert dat het straatbeeld. Hier zit volgens Jarno Hazekamp, trainee bij de Gemeente Rotterdam, een spanningsveld tussen de telecomproviders en gemeenten. ‘Als stad wil je dat het er netjes uitziet. De telecomproviders willen het liefst snel en goedkoop het netwerk aanleggen. Mooier is vaak duurder.’ Rotterdam is hierover in gesprek met de verschillende telecomproviders, zodat ze randvoorwaarden voor het plaatsen van antennes kunnen opnemen in het lokale antennebeleid.
Telecombedrijven hoeven echter niet voor elke antenne een vergunning aan te vragen. In het antenneconvenant uit 2010 is vastgelegd dat ook voor de vergunningsvrije antennes geldt dat ze visueel inpasbaar moeten zijn in de omgeving. Het antenneconvenant loopt eind dit jaar af en de telecombedrijven, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en VNG zijn momenteel in gesprek over dit nieuwe convenant.
3. ‘Slimme lantarenpalen’
De antennes kunnen in plaats van aan de lantarenpalen ook ín lantarenpalen worden verwerkt. De gemeente Den Haag heeft een living lab opgezet in Scheveningen. Daar gaat T-Mobile experimenteren met lantarenpalen en geïntegreerde 5G-antennes, de zogenoemde slimme lantarenpalen. Naast verlichting en antenne, onderzoeken ze of het mogelijk is om nog meer functies in zo’n lantarenpaal te verwerken, zoals beveiligingscamera’s of laadpunten voor elektrische auto’s.
‘Je moet wel goed kijken naar de randvoorwaarden’, zegt Max van Meerten, adviseur ICT-beleid bij de Gemeente Den Haag over de slimme lantarenpalen. ‘In het living lab kijken we onder andere naar de consequenties voor beheer, privacy en cybersecurity.’ Naast deze directe risico’s van het verzamelen van data zit er een ethische kant aan de mogelijkheden die toepassingen van 5G bieden. Sensoren kunnen bijvoorbeeld ongevraagd bezoekers in beeld brengen bij evenementen. Daarmee kunnen bezoekersstromen worden beïnvloed en gestuurd om de veiligheid van het publiek te verhogen. Van Meerten wijst erop dat je je steeds moet afvragen of je het menselijk gedrag wel zo wilt sturen.
4. Inclusie van de landelijke gebieden
Bij het huidige 4G-netwerk zijn er allerlei witte vlekken op de kaart van Nederland, waar het mobiele netwerk niet dekkend is. In dunbevolkte gebieden zijn de aanlegkosten per inwoner namelijk relatief hoog. Een van de uitdagingen bij het uitrollen van het 5G-netwerk is om deze gebieden goed mee te nemen in het proces. Zo probeert de regio Noord-Groningen een flinke inhaalslag te maken. Het programma 5Groningen, een initiatief van de Economic Board Groningen, grijpt de mogelijkheden van het nieuwe 5G aan om de regio aantrekkelijker te maken voor bedrijven en om de leefbaarheid te vergroten.
Programmamanager Peter Rake licht dit toe met een paar voorbeelden. ‘We onderzoeken of 5G mogelijk is bij zelfrijdende busjes als onderdeel van het openbaar vervoer. Een ander project binnen het programma gaat over de smart potatoes, ondergrondse sensoren die het leven van boeren gemakkelijker zouden moeten maken omdat ze met behulp van de sensoren preciezer kunnen bepalen wat hun gewas nodig heeft. Technisch is er heel veel mogelijk, maar het succes is uiteindelijk afhankelijk van de bereidheid bij commerciële partijen om te investeren in de doorontwikkeling van deze producten. En wat de smart potatoes de boeren precies opleveren, zal ook nog moeten blijken.’
5. De menselijke component
Een aantal technische toepassingen van 5G vraagt veel van de mensen die ermee moeten werken. Een van de experimenten die op dit moment loopt, gaat over het gebruik van hogeresolutievideoverbindingen tussen ambulances en het ziekenhuis. Dit is een pilotproject van 5Groningen en de TU Eindhoven. Door de videoverbinding kan een arts in het ziekenhuis met de ambulanceverpleegkundige meekijken, bijvoorbeeld bij patiënten met ernstige brandwonden. Diagnostiek en behandeling kan dan al worden gestart voor de patiënt in het ziekenhuis aankomt. Technisch heel mooi. Maar volgens programmamaker Rake vraagt het heel veel van de ambulanceverpleegkundige. ‘De verpleegkundige moet tijdens de rit met de patiënt en de chauffeur communiceren. Hier komt een derde partij bij, namelijk de arts in het ziekenhuis. Dit vergt veel training. En die arts moet per direct beschikbaar zijn, dat is in de praktijk ook niet zomaar geregeld.’
6. Zorgen over gezondheidsrisico’s
Er is veel onderzoek gedaan naar invloed van straling op het mogelijke ontstaan van hersentumoren, schade aan het DNA en effecten op de organen, vruchtbaarheid en zwangerschap. Volgens Henk Klapwijk, arts Maatschappij en Gezondheid bij de GGD Rotterdam-Rijnmond is er tot nu toe geen overtuigend bewijs gevonden dat radiogolven van antennes leiden tot gezondheidseffecten, zolang deze onder de blootstellingslimieten blijven. De discussie over mogelijke gezondheidsrisico’s van straling loopt al tientallen jaren, erkent Klapwijk, maar de aanwijzingen dat er iets aan de hand zou zijn, zijn zwak.
Met de komst van het 5G-netwerk vrezen sommige deskundigen dat de hoeveelheid straling in Nederland zal toenemen. Ook maken zij zich zorgen over het feit dat er weinig onderzoek is gedaan naar gezondheidseffecten van de specifieke 5G-frequenties. Een manier om met de zorgen en onzekerheid om te gaan is het voorzorgbeginsel toe te passen. Deze methode, die in 2008 is beschreven door de Gezondheidsraad, kan gebruikt worden bij het invoeren van nieuwe technieken. In tegenstelling tot wat veel mensen denken betekent het voorzorgsprincipe niet dat je uit voorzorg een nieuwe techniek niet moet invoeren. Het is een strategie die beschrijft hoe je zorgvuldig, redelijk en transparant kunt omgaan met onzekerheden die passend zijn voor de situatie.
Gemeente Den Haag volgt op het gebied van gezondheid het landelijke beleid van het kabinet. Bij elke pilot wordt door Agentschap Telecom gemeten hoeveel straling er is, zodat zeker is dat limieten niet worden overschreden. En door de samenwerking met Metropoolregio Rotterdam Den Haag is er de mogelijkheid om eerst te experimenten op de TU Delft, in een gecontroleerde omgeving. Als deze pilots slagen, is de volgende stap om ze uitgebreider te testen in het living lab in Scheveningen.
Het nemen van de hindernissen
Verschillende gemeenten bevinden zich op verschillende punten in het proces om 5G uit te rollen. Den Haag is een van de voorlopers bij het faciliteren van het 5G-netwerk en testen wat het de stad op kan leveren. Veel andere gemeenten zijn afwachtender. Het advies van Van Meerten aan andere gemeenten die met 5G aan de slag willen, is om te beginnen bij het Antennebureau. Daar zit veel kennis over plaatsing van antennes en gezondheidsrisico’s. Ook kan het helpen bij de communicatie over 5G. ‘De meeste toepassingen waar we 5G voor nodig zouden kunnen hebben, moeten nog worden bedacht’, aldus Hazekamp, die het landelijke proces nauwgezet volgt. Er zijn op dit moment weinig apparaten die überhaupt 5G kunnen ontvangen. Er is dus nog tijd om de hindernissen zorgvuldig en weloverwogen te nemen.
Over de auteur: Yvonne Vendrig-de Punder is arts Maatschappij en Gezondheid bij GGD Rotterdam-Rijnmond en werkt tevens als zelfstandig journalist.