Dit redactionele commentaar verscheen eerder in vakblad ROm. ROm is gratis voor ambtenaren ruimte, infrastructuur en milieu bij de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. Word nu abonnee.
De stikstofdepositie moet, net als de CO2-uitstoot, naar beneden in dit land; voor de natuur, het klimaat en onze eigen gezondheid. De grootste ‘boosdoeners’, energieproductie, industrie, verkeer en landbouw staan onder druk om daar een bijdrage aan te leveren. Dat gaat niet meer met kleine stapjes. Soms helpt de technologie, zoals bij duurzame energieproductie en auto’s op stroom en wellicht straks waterstof. In de kern zijn er radicale keuzes nodig, die gelukkig in ieder geval steeds meer bespreekbaar zijn: over ons consumptiepatroon bijvoorbeeld, of over ons mobiliteitsgedrag.
Uit de gesprekken her en der in het land komt naar voren dat salderen opnieuw een optie is, dus het ene bedrijf koopt ruimte voor stikstofemissie van het andere bedrijf, die minder gaat uitstoten of zelfs stoppen. Ook voor bedrijven van buiten de agrarische sector is dat een mogelijkheid. Denk aan de energiesector, de industrie en de woningbouw. Er is ook verzet tegen. Geen salderen zonder afromen, horen we bij milieuorganisaties.
Van de overheid in al z’n gelaagdheid mogen we verwachten dat die daarbij de weg wijst en waar mogelijk ondersteunt. In ieder geval is duidelijk dat komende tijd ook de overheid pijnlijke keuzes zal moeten maken, het Rijk voorop. Gaan we werkelijk voor circulair, dan moeten we bijvoorbeeld stoppen met intensieve veehouderij. En moeten we niet naar compleet andere vervoerssystemen voor goederen én mensen om het land leefbaar te houden.
Passen en meten kan nog steeds, dat laat de ADC-toets nu weer zien. En ongetwijfeld verzinnen we wel weer een list om aan de Europese stikstofregels te voldoen. Maar dan? Hoe lang gaan we door met pappen en nathouden?