Over klimaatverandering is ontzettend veel gesproken en geschreven. Er zijn nog veel onbeantwoorde vragen: zo weten we nog niet hoe snel die verandering gaat, welke gevolgen dit met zich meebrengt en hoe we de verandering écht kunnen afremmen… Maar dát er iets verandert, ondervinden we al wel. Overheden, bedrijven, kennisinstituten en particulieren zijn volop bezig met die veranderingen en de oplossingen. Ook de beheerder van de openbare ruimte kan hieraan z’n steentje bijdragen. Sterker nog, het is juist de beheerder die een belangrijke factor speelt in de weg naar een klimaatbestendige openbare ruimte.
Twee sporen
Als beheerder van de openbare ruimte krijg je te maken met twee sporen. De eerste is klimaatmitigatie: het afremmen van klimaatveranderingen. Dit wordt op wereldwijde schaal aangepakt, bijvoorbeeld door CO2-uitstoot te beperken. Voor de beheerder heeft dit onder meer effect op materieelkeuze, groen- en uitvoeringsplannen. Met het tweede spoor krijgen beheerders directer te maken: klimaatadaptatie. Hoe gaan we om met de gevolgen van klimaatverandering: extreme hoeveelheden neerslag, hogere temperaturen, langere perioden van droogte? En hoe richten we onze openbare ruimte vervolgens zo in dat we ondanks de veranderingen toch een leefbare, veilige en gezonde leefomgeving in stand houden.
Wateroverlast
Water op straat en in de openbare ruimte is acceptabel, maar mag de bereikbaarheid ervan niet beperken. En water mag niet over de drempels van gebouwen komen. Om wateroverlast tegen te gaan, moeten we water van hevige regenval verwerken volgens de trits: vasthouden, bergen, afvoeren.Hitte
Om extreme hitte tegen te gaan, is het wenselijk om meer schaduw te bieden. De aanleg van meer én ander groen in stedelijke gebieden helpt ook om hittestress en het hitte-eiland-effect te voorkomen.Droogte
We moeten water vasthouden om droogte te voorkomen. Dit kan met goede gelaagde vegetatie in een gezonde bodem: denk aan de aanleg van een gezond bos of groenstroken. Of aan de realisatie van watervoorraden in de vorm van bassins die ook een teveel aan water kunnen bergen. Grondwater als ordenend principe in steden, wijken en dorpen (en maatregelen om dit mogelijk te maken) kan eveneens een onderdeel van de oplossing zijn.Overstroming
Het onderlopen van land vanuit de rivieren voorkomen we door goed waterbeheer. De aanleg van buffer- en overloopgebieden draagt hieraan bij.
Als beheerder heb je meerdere oplossingen tot je beschikking om nu al klimaatbestendige maatregelen te nemen. Dit kunnen grootschalige ingrepen zijn. Maar vergeet zeker ook niet de kleinschalige maatregelen. Zo kun je de geplande renovatie van een plantsoen of groenstrook benutten om een extra waterberging (wadi) mogelijk te maken. Of denk aan de aanleg van groen waarbij je alvast rekening houdt met hittestress.
Maar wat doe je en waar begin je? Hoe maak je gebruik van alle krachten in het veld? Hoe leg je vervolgens jouw visie vast in een contract en prikkel je een opdrachtnemer tot oplossingen die bij jouw situatie passen? Aan de hand van de volgende vijf stappen formuleer je een uitvraag waarmee je effectief bijdraagt aan een klimaatbestendige openbare ruimte.
Stap 1: Weet wat je hebt
Allereerst is het van belang om projectlocatie en -scope zo goed mogelijk te definiëren. Om welke straat, buurt of park gaat het? Waar liggen de knelpunten, om welke objecten gaat het, wat is de huidige toestand en wat zijn de risico’s? Om onzekerheden weg te nemen is het belangrijk om rondom de locatie en de scope de juiste data en informatie te verzamelen. De gemeentelijke beheer- en informatiesystemen zijn hiervoor een belangrijke informatiebron. Dit geldt ook voor data die je inwint dankzij sensoring of die afkomstig is uit open databronnen. Denk aan KNMI-gegevens over luchtkwaliteit, luchtvochtigheid en temperatuur. Of aan satellietbeelden om oppervlaktetemperatuur en vegetatie in beeld te brengen. En vergeet de waarneming en beleving van de burger niet mee te nemen (crowd sensing). Leg in de uitvraag ook vast dat de opdrachtnemer z’n verantwoordelijkheid neemt voor het verzamelen van data (door actief op zoek te gaan naar informatie- en databronnen, niet wachten tot de gemeentelijke beheerder wat levert).
Stap 2: Weet wát je wilt bereiken
Nu je scope en actuele staat in beeld hebt, is het zaak om te weten wát je wilt bereiken. Bepaal welke doelen je nastreeft: ga je voor het minimaal verplichte of kies je voor een plusvariant? Stel ook heldere projectkaders vast. Hoeveel water mag er bij een maatgevende bui op straat staan? Hoeveel mag de temperatuur in het gebied afwijken van de gemiddelde temperatuur in jouw stad op dorp? Welke grondwaterstand accepteer je, hoeveel schaduw moet er op elk moment zijn rond een speelplaats of langs een wandelroute? Formuleer KPI’s, ook in tijd, zodat doelstellingen meetbaar zijn.
Stap 3: Stel de vraag hóe je dit kunt bereiken
Klimaatverandering raakt veel werkvelden: water, ruimtelijke inrichting, milieu, mobiliteit. Daarom staat stap 3 in het teken van verbinding zoeken. Klimaatverandering vraagt om een discipline-overschrijdende aanpak. Betrek daarom de specialisten van andere afdelingen bij je vraagstuk. Kijk waar je elkaar kunt vinden, ontdek koppelkansen. Denk ook aan het betrekken van maatschappelijke en private partners zoals woningstichtingen, kennisinstituten, etc.: maak hen bewust van de verantwoordelijkheid die zij hebben.
Voor de meer creatieve en innovatieve oplossingen kan de markt een ondersteunende rol spelen. Betrek geschikte partners bij jouw vraagstelling en zoek samen naar de beste oplossingen. Benader bijvoorbeeld een kennisplatform of een ingenieursbureau om een passend contract op te stellen op basis van de KPI’s uit stap 2. Dit kan een klimaatadaptief bestek of contract zijn. Of andere vormen van samenwerking: Best Value, Bouwteam, Design & Construct.
Vergeet niet dat er vaak meerdere wegen en oplossingen zijn om een vraagstuk aan te pakken, zowel in functioneel ontwerp als met materiaalgebruik. Een flexibele inrichting van de openbare ruimte biedt meer kansen om toekomstige klimaatontwikkelingen te pareren dan een dichtgetimmerd geheel.
Stap 4: bepaal wat je nodig hebt
Breng in beeld wat nodig is om de gewenste inrichting te bereiken en neem hierin de nodige beheermaatregelen in mee. Dit kan tot het niveau van: welke groenstrook is geschikt voor recreatie én tijdelijke waterberging? Welke boomsoort is bestand tegen klimaatveranderingen? Hoe ziet het straatprofiel eruit als het water bij een bui niet hoger dan twintig centimeter mag komen? De invulling hiervan is natuurlijk afhankelijk van de gekozen samenwerkingsvorm in stap 3. Laat waar nodig ook de opdrachtnemer z’n creatieve inbreng leveren. Met behulp van de KPI’s uit stap twee, prikkel je hem tot doelgerichte oplossingen.
Stap 5: blijf alert!
Het opstellen van een uitvraag is een proces dat je doorloopt met één of meerdere partijen waarvan je weet dat ze het kunnen. De opdrachtnemer is de partner met wie je vervolgens tot de beste oplossing wilt komen. Bij het opstellen en uitvoeren van een contract is het zaak om te blijven toetsen of doelen worden bereikt. Toets het ontwerp, toets of je de ambities haalt en houd kansenbrainstorms tijdens het proces. Stuur bij waar nodig en leer er ook zelf van. Blijf ook na de oplevering meten en monitoren. Om te kijken welke effecten maatregelen hebben op je KPI’s en om vervolgens voor nieuwe projecten de KPI’s aan te scherpen. De ervaring en de kennis die je nu opdoet, bieden nieuwe inzichten voor de toekomstige oplossingen van een klimaatbestendige openbare ruimte.
Benno Steentjes is expert beheer & klimaatadaptatie Antea Group
Ruud van Hoek is procesmanager assetbeheer Antea Group