BT sprak met gedeputeerde Jan-Nico Appelman over de druk die de op- en overslaghaven bij Lelystad – officieel Flevokust Haven – kan wegnemen van het dichtslibbende wegennetwerk rond Amsterdam (‘een gemiddeld binnenvaartschip haalt wel 150 vrachtwagens van de weg’), de toekomst van de haven als middelpunt in een synchromodaal netwerk en tot slot over de economisch toegevoegde waarde van de haven voor Flevoland. Het verhaal van de haven iets ten noorden van Lelystad is volgens de economie- en havengedeputeerde uniek. ‘Het is de eerste en enige buitendijkse haven in het IJsselmeergebied, langs een van de drukste vaarroutes van Nederland. Feitelijk lag er dus een kans voor het oprapen’.
De haven werd in een recordtijd aangelegd: in vierenhalfjaar tijd kwam de provincie van planvorming tot ingebruikname. Het Rijk leverde vanuit het programma Beter Benutten een subsidie van ruim € 7 miljoen. Een eerste huurder diende zich al snel aan. Container Terminal Utrecht (CTU) tekende voor 20 jaar voor 200 meter kade en het achterliggende terrein van 125 meter diep. CTU verzorgt inmiddels dagelijks een afvaart vanuit de regio naar Rotterdam en twee keer per week naar Antwerpen. ‘Dat is nog hoofdzakelijk agro-gerelateerd’, vertelt Appelman. ‘Denk bijvoorbeeld aan bio-aardappelen, uien en wortels. Flevoland is nog altijd een agrarische provincie. De haven biedt enorm veel meerwaarde aan telers.’
(Tekst gaat onder afbeelding door)
Bron: Provincie Flevoland
Biobased economy
De haven genereert vooralsnog vooral een uitgaande stroom. Maar de inkomende stroom zal vanzelf op gang komen als zich in de nabije toekomst nieuwe productiebedrijven gaan vestigen op het bedrijventerrein dat de gemeente Lelystad aan de landzijde van de dijk ontwikkelt, benadrukt de gedeputeerde. Met een combinatie van een grote maximale bouwhoogte (40 meter), veel milieuruimte (maximaal categorie 5.3) en ruime kavels biedt het bedrijventerrein kansen en ruimte voor maakindustrie, agrofood en biobased activiteiten en circulaire economie. Er is grote belangstelling vanuit bedrijven, zodat de gemeente in één klap 43 van de 160 hectare grond bouwrijp heeft gemaakt. Productiebedrijven die zich op het bedrijventerrein vestigen zijn afhankelijk van inkomende stromen die via de haven kunnen worden geleverd. Appelman: ‘De haven bepaalt in belangrijke mate de waarde van het bedrijventerrein als vestigingslocatie.’
Van productieprovincie naar doorvoerprovincie
Maar de kersverse nieuwe haven trekt ook andere stromen naar zich toe. Naast Rotterdam en Antwerpen verzorgt CTU inmiddels ook regelmatig afvaarten naar Amsterdam. En juist de retourstroom vanuit de hoofdstad biedt kansen, niet alleen voor Flevokust Haven, maar zeker voor de bereikbaarheid van de metropoolregio waar Lelystad integraal onderdeel van uitmaakt.
Transport dat over water gaat hoeft niet over de weg. Vanaf Flevokust Haven kan lading alsnog worden overgezet op vrachtwagens of op coasters die, zodra de vergroting van de Kornwerdersluis gereed is, Flevokust Haven kunnen bereiken. Daarmee zullen ook directe verbindingen over water mogelijk zijn met havens aan de Noordzee en de Oostzee. De diepte van de damwand is nu al voorbereid op de vergroting van de Kornwerdersluis.
Synchromodaliteit
De vorige minister van (toen nog) infrastructuur en milieu Melanie Schultz was blij met de komst van Flevokust Haven, omdat de ontwikkeling bijdraagt aan vermindering van de CO2-uitstoot en de druk op het wegennet rond Amsterdam. In dat wegennet is recentelijk fors geïnvesteerd, maar volgens Appelman is het een zekerheid dat de capaciteit van het netwerk over 10 tot 15 jaar gewoon weer aan het eind van haar capaciteit is, wat de bereikbaarheid belemmert.
Appelman benadrukt dat alleen Flevokust Haven de fileproblematiek niet gaat oplossen, maar dat de haven ten noorden van Lelystad wel een belangrijke schakel is in een duurzaam transportnetwerk dat Van Nieuwenhuizen voor ogen heeft. Appelman omschrijft als een ‘synchromodaal’ netwerk. ‘Vroeger ging transport via de weg of over water. Daarna kwam een modal shift of multimodaliteit, waarmee bedoeld werd dat het transport over meerder modaliteiten plaatsvond. Bij synchromodaliteit staat van te voren niet vast welke modaliteiten gebruikt worden, maar wordt dit afhankelijk van kosten, tijd en milieuwaarden flexibel ingevuld. Flevokust Haven is bij uitstek een belangrijke schakel in het synchromodale netwerk van de toekomst, omdat alle modaliteiten hier samen komen.’
Bedrijventerrein als banenmotor
De provincie Flevoland zou de haven alleen ontwikkelen als de inwoners van de provincie er ook van zouden profiteren. De haven kreeg daarom niet alleen het maken van zo veel mogelijk overslag mee als doel, maar ook maatschappelijke doelstellingen. Appelman: ‘Het gaat ons niet alleen om het maken van meters overslag en het innen van havengelden, maar ook om werkgelegenheid, clustervorming en een bijdrage aan de circulaire economie. Het is vooral de bedoeling dat de haven bijdraagt aan economische clusterontwikkeling en daarmee banengroei.’ De grootste economische werkgelegenheidseffecten vinden op het bedrijventerrein plaats, buiten het haventerrein zelf.
Autonoom havenbedrijf
De provincie, die het project voor eigen rekening en risico oppakte en de operatie nu nog voor haar rekening neemt, is samen met de gemeente bezig om een autonoom havenbedrijf op te zetten waar de exploitatie van het bedrijventerrein eveneens in ondergebracht wordt. Daarmee moet een maximale synergie ontstaan tussen haven en bedrijventerrein en voorkomen worden dat er waardevolle kavels worden uitgegeven aan bedrijven die niet noodzakelijkerwijs op deze multimodale locatie gehuisvest hoeven te worden.
De capaciteit van de haven is maximaal 200.000 TUE (een maatstelling voor containers. 1 TUE staat gelijk aan één 20 voet-container, red.), dat zijn 200.000 kleine vrachtwagens. 200 meter van de in totaal 400 meter kade is in gebruik door CTU. De provincie reserveerde de andere helft vooralsnog voor andersoortige transport, bijvoorbeeld windmolenonderdelen. Er zijn ander havens die al hebben aangegeven Flevokust graag te willen gebruiken als overloophaven.