De afgelopen drie jaar stegen de gemiddelde bouwkosten van een corporatiewoning (DAEB) door een aantrekkende bouwsector met ruim 42 duizend euro, van 133.103 euro in 2016 naar 175.762 euro in 2019. Dat blijkt uit het paper ‘Investeringen in de woningmarkt,’ dat De Vernieuwde Stad publiceerde. De Vernieuwde Stad vertegenwoordigt 27 Nederlandse woningcorporaties, samen goed voor zo’n één miljoen huureenheden, ofwel 40 procent van het totale sociale bestand.
Daartegenover staat dat dat de investeringsruimte van de corporaties juist is afgenomen, door oplopende belastingdruk door de Verhuurdersheffing, Vennootschapsbelasting en de ATAD. ‘Corporaties blijven zoeken naar de maximale ruimte die zij hebben om stevig te investeren in een woningmarkt waar, vooral in de stedelijke gebieden, de woningnood hoog is. Hun investeringsruimte wordt echter beperkt door de heffingen en belastingen enerzijds en de stijgende bouwkosten anderzijds,’ staat in het paper. De corporaties worden naar eigen zeggen dus gefrustreerd door heffingen en belastingen. 'Als ook de bouwkosten blijven stijgen, zal het onmogelijk zijn om de gewenste aantallen nieuwbouw en verbetering te halen. En daarmee wordt de dubbele nood in de volkshuisvesting alleen maar groter.’
Aedes, de branchevereniging van woningcorporaties, kan zich vinden in de door De Vernieuwde Stad aangedragen cijfers en trends. ‘Uit onze Corporatiemonitor Nieuwbouw, gebaseerd op een enquête onder onze leden, blijkt dat zij hoge bouwkosten en oplopende belastingdruk inderdaad zien als grootste knelpunt bij nieuwbouw van corporatiewoningen,’ zegt een woordvoerder. ‘Door de Vennootschapsbelasting, de Verhuurdersheffing en de ATAD gaan jaarlijks vier maanden huur naar het Rijk. Door de oplopende druk is het aantal nieuwbouwwoningen dat de corporaties jaarlijks bijbouwen sinds 2013 gehalveerd.’ Verder wijst de corporatiekoepel erop dat ook een gebrek aan geschikte en betaalbare locaties en onvoldoende commitment van gemeenten ook parten spelen bij het ontwikkelen van nieuwe sociale huurwoningen.