Dat blijkt uit het Nationale VvE-onderzoek 2019 van Vereniging Eigen Huis (VEH), waar meer dan 1.000 appartementseigenaren aan meededen. Veel Verenigingen van Eigenaren (VvE) weten niet hoe en waarmee te beginnen, stelt VEH. In plaats van in verduurzaming investeren de VvE’s nu dus vooral in onderhoud van gebouwen, stelt VEH. Ook veiligheid, het eigen VvE-bestuur en de financiën vragen veel tijd, aandacht en inzet.
Onduidelijk overheidsbeleid
Onduidelijk overheidsbeleid is volgens VEH de belangrijkste barrière om met verduurzaming aan de slag te gaan. Ook zijn de investeringen groot en is de financiering complex, net als de besluitvorming en de uitvoering. Een vijfde van de respondenten zegt dat er binnen de VvE onvoldoende kennis is om goede keuzes te kunnen maken en goed onderbouwde besluiten te kunnen nemen.
Vanuit de bewoners van de appartementen is er wel vraag naar meer verduurzaming. Bijna 60 procent van de bewoners van gebouwen na 1960 vindt verduurzaming van het gebouw belangrijk. Bij oudere, vooroorlogse gebouwen is dat iets meer dan 30 procent. Als er wordt geïnvesteerd in verduurzaming, dan is dat vaak in energiezuinige verlichting (56%) en isolatieglas (34%). Slechts 6% heeft zonnepanelen op het dak.
Haalbare kaders en ondersteuning
Vereniging Eigen Huis pleit voor snelle duidelijkheid van het overheidsbeleid en voor haalbare kaders. VvE’s hebben volgens Eigen Huis behoefte aan heldere informatie en praktische ondersteuning bij de verduurzaming van hun gebouw. Dat begint volgens de vereniging bij kennis over ‘no-regret maatregelen’ als isolatie, waarmee de energiezuinigheid van het gebouw direct kan verbeteren. De gehele verduurzamingsoperatie kan alleen slagen als de investeringskosten niet hoger worden dan de uiteindelijke besparing op de energierekening, stelt VEH.
