Het is al lang geen verrassing meer dat hoe lager het inkomen is, hoe harder de klimaatlasten aankomen. Het was een van de grote discussiepunten tijdens de Provinciale Statenverkiezingen in maart, mede door de blunder van het kabinet: de energierekening viel toch echt 300 euro hoger uit dan verwacht. Dit is een probleem, zeker doordat onderzoeken in 2015 al aangaven dat vier procent van de Nederlandse huishoudens (259.000 stuks) een betaalrisico én een hoge energierekening heeft. Stijgende energielasten hebben vanzelfsprekend negatieve gevolgen voor deze doelgroep.

Om de energielasten beheersbaar te houden worden verschillende oplossingen genoemd: de industrie meer belasten in plaats van de burger, het oplossen via de koopkracht of simpelweg de belasting op energie verlagen. Dit laatste heeft onbedoelde negatieve effecten op de klimaatambities, want hogere kosten nodigen ook meer uit daar wat aan te doen in de vorm van isolatie en opwekking van energie.

Een andere optie die steeds vaker in het nieuws komt is de (her)introductie van prepaid energie. Kortom: eerst betalen, dan verwarmen. Maar hoe effectief is deze optie en nog belangrijker, helpt het de meest kwetsbare groep hun energielasten behapbaar te houden?

Energie is altijd prepaid geweest

Prepaid energie bestaat al sinds mensen met energie te maken hebben. 100.000 jaar geleden ‘betaalden’ mensen met hun energie en tijd om hout te vinden en vuur te maken. Zonder deze inspanning geen vuur. Dit was tot kortgeleden onze werkelijkheid. Tot aan de 19e eeuw was de open haard geen luxeobject, maar een noodzakelijke bron van warmte waar we toch echt zelf hout voor moesten kopen om zo onze prepaid warmte te verkrijgen.

Tot in de 20ste eeuw was dit onze relatie met energie. De introductie van kolen veranderde in essentie weinig. Nog steeds moest je bij de kolenboer je kolen ophalen en sloeg je ze op in het kolenhok. Zonder vooraf betalen, sjouwen en opslaan, was er geen energie. Een ander mooi verschijnsel tot aan de jaren ‘50 was de gaspenning. Met deze munt kon je een bepaalde hoeveelheid kuub gas kopen. Dit maakte de relatie met energie direct én het was natuurlijk letterlijk prepaid.

Met de introductie van aardgas uit Groningen is onze relatie met energie echter verstoord. Uit een enquête die in 1965 in Leeuwarden na de introductie van aardgas werd gehouden, bleek dat 85 procent van de gebruikers geen besef had van haar energieverbruik. Deels hing dit samen met de vooruitgang in comfort, die voor de gebruikers belangrijker was dan prijs of verbruik. Ik denk echter dat hier nog wat anders speelde, want energieverbruik was niet langer prepaid en kwam dus meer op afstand te staan.

Nu hoor ik u denken: ‘ik betaal toch maandelijks een bedrag aan mijn leverancier, dat is ook prepaid?’ Klopt helemaal, maar er is een wezenlijk verschil tussen energie verkrijgen op deze manier en de ‘oude’ manier. De gas en elektra die wij gebruiken in onze woningen kent geen limiet. In andere woorden, waar de kolen en het met de gasmunt verkregen gas ‘op’ raakten, is dit met ons huidige systeem niet langer het geval. Het is vooral deze indirect relatie met energie die een effect heeft op ons gedrag en hiermee het verbruik.

Prepaid energie in de 20ste en 21ste eeuw

Hedendaagse prepaid energietoepassingen zijn zeker niet nieuw en worden in circa 40 landen toegepast, waaronder vijf lidstaten van de Europese Unie. In Engeland is het bijvoorbeeld een veelvoorkomende manier van betalen voor je energie, al voor de introductie van grootschalige slimme meters. Bijna vier miljoen klanten betalen prepaid voor hun elektriciteit en een kleine twee miljoen voor hun aardgas. Tot het eind van de jaren ‘70 ging dit nog via gasmunten, wat fraude in de hand werkte. Onder leiding van Margaret Thatcher kwam de vervanging van deze muntmachines in een stroomversnelling, met als gevolg dat ze bijna geheel vervangen waren in de jaren ‘90.

De ervaringen met dit soort systemen lijken positief. Over het algemeen zijn de energiebedrijven te spreken over de implementatie van prepaid systemen, want het geeft namelijk meer garanties met betrekking tot betalingen. Met name in Engeland wordt bij betalingsproblemen van mensen die voorschotten betalen (Nederlandse situatie) al snel overgegaan tot installatie van een prepaid systeem. Dit heeft dan twee voordelen: een afsluiting van energie wordt voorkomen en de leverancier krijgt betaald. Uit onderzoeken onder klanten van deze systemen blijkt 90 procent tevreden te zijn met de toepassingen.

Het stigma dat vastzit aan dit soort systemen mag echter niet genegeerd worden. Prepaid systemen hebben het imago belerend te zijn, want mensen hebben het idee dat ze vooraf voor hun energie moeten betalen omdat anderen denken dat ze er niet mee om kunnen gaan en dat er dus iemand moet ‘meekijken’. Dit is vooral relevant omdat deze systemen, zoals ik al eerder aangaf, worden gezien als een toepassing om huishoudens met een smalle beurs te ‘helpen’ energielasten beheersbaar te houden. Bovendien gaat de discussie over energiearmoede verder dan alleen kosten. Je kan prima je kosten behapbaar houden als je bewust de warmte niet aanzet. Zo sterven in Engelend iedere winter duizenden mensen door een te koud huis.

Prepaid energie en lage inkomensgroepen

Ondanks het stigma wordt prepaid energie gezien als een mogelijkheid energiekosten onder controle te krijgen. In landen die te maken hebben met ernstige vormen van armoede, zoals Kenya en Zuid-Afrika, zijn experimenten gedaan met prepaid energie die positieve uitkomsten laten zien. Zo zijn vanaf 2014 4.000 huishoudens in Kaapstad omgezet naar prepaid energie. Uit een onderzoek dat deze huishoudens over een periode van twee jaar volgde, kwam naar voren dat er 13 procent minder elektra verbruikt was. Vooral armere huishoudens en personen met een geschiedenis van wanbetalingen profiteerden van het nieuwe systeem. Tot slot waren de systeemkosten voor de energieleveranciers lager. De onderzoekers concluderen dan ook: These findings point to an important role for metering technologies in expanding energy access for the poor.’

Een punt van aandacht waar in deze studies beperkt op wordt ingegaan is die andere kant van energiearmoede: het niet kunnen betalen, dus niet gebruiken van energie. Het is vooral dit wegvallen van een vangnet en niet kunnen voldoen aan een minimaal comfortniveau dat bij mij vraagtekens oproept.

Experimenten met prepaid energie in Nederland

In 2017 en 2018 heeft een groep energieleveranciers en netbeheerders een pilot opgezet om prepaid energie in Nederland (Arnhem en Rotterdam) te testen bij kwetsbare klanten (mensen met problematische schulden of risico’s daarop). 39 huishoudens hebben meegedaan en uit de evaluatie blijken de volgende resultaten:

  1. Deelnemers ervaren meer inzicht in hun energieverbruik, de kosten en realiseren besparingen. Door prepaid energie voorkomen deze mensen nieuwe schulden. Gemiddeld werd er 7,15 procent bespaard op elektriciteit en 25,47 procent op aardgas.
  2. In de pilotperiode is 57 keer de energietoevoer stopgezet, bij veertien verschillende klanten. In 88 procent van deze stopzettingen was dit binnen twaalf uur ongedaan gemaakt.
  3. Het was lastig mensen te bewegen mee te doen met de prepaid energie pilot. Het rapport geeft verschillende redenen (stigma, onbekendheid, ontwijkend gedrag etc, die overigens niet zijn onderzocht onder de doelgroep). Maatschappelijke instanties die bij mensen over de vloer komen en worden vertrouwd zijn van groot belang.
  4. Net als in Engeland denken de netbeheerders aan prepaid energie als alternatief op afsluiting. De netbeheerders en energieleveranciers denken dat zij het best kunnen inschatten of prepaid energie geschikt is.

De reactie uit de politiek kwam al toen net met deze pilot gestart was. De SP gaf aan zich zorgen te maken over de introductie van prepaid systemen en stelde: 'Tegoed op? Dan: kachel uit. Dat is toch geen oplossing? Een gezin met betalingsproblemen moet toch niet gedwongen worden om te kiezen tussen het avondeten en het opwaarderen van het prepaid tegoed?’ .Zoals ik hopelijk heb laten zien in dit artikel is dit ook precies het punt waar ik me zorgen over maak.

Naar aanleiding van een reeks vragen van de SP stelt minister Erik Wiebes (EZK) dat energie een basisbehoefte is die niet in het gedrang mag komen, ook niet door een dergelijke kleinschalige pilot. Partijen als het Nibud, Divosa en het NVVK zien de pilot als positieve ontwikkeling, met de kanttekening dat personen met problematische schulden ontzien zouden moeten worden, omdat daar eerst andere interventies moeten gebeuren. Tot slot geeft de Minister aan dat ook prepaid energie onder de regeling van het Afsluitbeleid valt. Kwetsbare consumenten mogen dus niet worden afgesloten en ook niet in zijn algemeenheid bij strenge vorst.

Prepaid met goede spelregels lijkt kansrijk

Wat ik overhoud aan mijn onderzoek naar de toepassingen van prepaid energie, is dat het eigenlijk minder bijzonder is dan verwacht. Tot 60 jaar geleden was prepaid energie de norm. Het zijn onze comfort en welvaartseisen die nu extra (en terecht ook) randvoorwaarden aan de toepassing meegeven. Belangrijk is dat prepaid energie, mits goed geïmplementeerd in samenwerking met sociale partners en goede spelregels, echt iets lijkt te doen voor mensen met een smalle beurs. Als dat in Zuid-Afrika en in andere landen op schaal uitgevoerd kan worden, moet dat ook in Nederland lukken. Een open dialoog over wat de spelregels moeten zijn zonder bangmakerij is hierbij echter wel noodzakelijk. Uiteindelijk willen we allemaal een betaalbare energierekening voor iedereen.

Meer lezen van Sven Ringelberg? Bezoek dan zijn website Transitiepaden of lees één van zijn andere stukken: 'Hoe de roep om participatie in de energietransitie een gebrek aan leiderschap laat zien' en 'Stadsverwarming is stadsverarming. Maar het kan anders'