Dat staat in een wetsvoorstel waarmee de ministerraad op voorstel van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ingestemd. Het is het eerste wetsvoorstel waarmee delen van het Sociaal Huurakkoord dat Aedes en de Woonbond in december 2018 sloten, in wet- en regelgeving worden verwerkt.
De maximale huursomstijging wordt berekend per kalenderjaar. Het is daarom van belang dat de wet wordt gewijzigd vóór 1 januari 2020. Dit legt tijdsdruk op het traject voor de wetswijziging. Daarom worden de overige afspraken uit het Sociaal Huurakkoord die de minister overneemt, in een apart wetsvoorstel uitgewerkt.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Corporaties hebben weinig investeringsruimte
Eerder bleek dat de nieuwbouw van sociale huurwoningen stagneert. De in het Nationale Woonakkoord van 2018 afgesproken ambitie om jaarlijks 30.000 sociale huurwoningen bij te bouwen, wordt bij lange na niet gehaald. De teller bleef in 2018 steken bij 15.000. Volgens minister Ollongren verkiezen corporaties verduurzaming van het bestaande bestand boven uitbreiding van het bezit.
Corporatiekoepel Aedes wijt de achterstand echter aan de beperkte investeringsruimte die de corporaties genieten. ‘Het kabinet heeft de afgelopen jaren telkens de belastingen verhoogd die woningcorporaties moeten opbrengen. Dat gaat onvermijdelijk ten koste van de investeringsruimte van corporaties. Dus moeten corporaties kiezen: niet alles kan. Het betaalbaar houden van de huren geniet nu de hoogste prioriteit, wat mede wordt bereikt door de huren niet meer te verhogen dan de inflatie,’ liet een woordvoerder weten.