De gemeente wil op het Hembrugterrein in Zaandam minimaal 1.000 woningen realiseren. Maar het bestemmingsplan dat dat mogelijk moest maken, is dinsdag nietig verklaard door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak kan dat het plan alleen doorgang vinden als in de toekomst blijkt dat voor deze woningen een aanvaardbaar geluidsniveau kan worden bereikt. Dat is nu niet het geval.

Zowel de gemeente als ontwikkelaar ABC Vastgoed en het Rijksvastgoedbedrijf, dat het Hembrugterrein vorig jaar voor 41 miljoen van de hand deed na een biedingproces, zagen de uitspraak niet aankomen. In een korte reactie stelt de Zaanse wethouder Hans Krieger (Ruimtelijke Ordening, Milieu en Financiën) dat de uitspraak ‘een klap is voor Zaanstad en onze woningbouwontwikkeling.’ Hij benadrukt dat de gemeente blijft zoeken naar ‘mogelijkheden om het terrein verder er ontwikkelen’. Inhoudelijk wil de gemeente nog niet ingaan op het oordeel van de Raad van State.

Betere communicatie met ondernemers is geboden

De ontwikkeling werd aangevochten door een aantal bedrijven, waaronder het Havenbedrijf Amsterdam, enkele bedrijven in het Amsterdamse bedrijvengebied Westpoort en ‘Frites op Zuyd’, een onderneming die voorgebakken frites maakt voor horeca en op het Hembrugterrein zelf is gevestigd. Zij vrezen voor een beperking van hun uitbreidingsmogelijkheden indien de plannen tot uitvoer zullen komen.

De casus maant volgens de Amsterdamse ondernemersvereniging ORAM dan tot een duidelijkere communicatie tussen de gemeente en bedrijven en een sterker omgevingsproces. Bij het Hembrugterrein, pal tegenover het Westelijk Havengebied gelegen, is dit volgens ORAM niet optimaal verlopen. ‘Het is een voorbeeld van een plan waarbij niet alle belanghebbenden zijn betrokken. De vernietiging van het omgevingsplan onderstreept dan ook hoe belangrijk participatie is bij gebiedsontwikkeling’, schrijf ORAM in een persbericht

Bij de ontwikkeling van de Hembrug heeft de gemeente Zaanstad wel ingezet op participatie, maar dit had volgens ORAM beter gekund. ‘De gemeente startte een pilot in de gedachte van de nieuwe Omgevingswet. Een pilot voor meer participatie. Het zou de bedrijven meer invloed moeten geven op de invulling van hun omgeving. De praktijk bleek echter anders en kenmerkte zich door een gebrek aan communicatie en eenzijdig ingevulde bestuurlijke afspraken. Participatie leek meer een formaliteit dan een oprechte wens om draagvlak te creëren voor het plan', aldus ORAM. De bedrijven voelden zich volgens ORAM genoodzaakt in beroep te gaan; het plan zoals het voorlag kon negatieve effecten hebben op de huidige en toekomstige bedrijfsactiviteiten.

ORAM-voorzitter Kees Noorman dringt erop aan dat gemeenten in de toekomst ondernemers actiever betrekken, bijvoorbeeld bij het project Haven-Stad, waar de gemeente Amsterdam tot 70.000 huizen wil bouwen. Ook een internationale commissie van het Urban Land Institute, hamerde erop dat de gemeente eerst tot een vergelijk moet komen met zittende ondernemeres, alvorens tot planvorming wordt overgegaan. Anders kan de gemeente Amsterdam de plannen voor de ontwikkeling van Haven-Stad op haar buik schrijven, suggereerde voorzitter Chris Choa van panel. Uit rondgang langs door het panel langs ondernemers, blijkt weinig vertrouwen dat de gemeente 'leveren' kan. 

‘Niemand heeft er iets aan als er uiteindelijk geen woningen worden gebouwd omdat ondernemers naar de rechter stappen omdat ze niet serieus genomen zijn,’ zegt Noorman hij tegen de Telegraaf.

Zeehavennorm

Uiteindelijk vernietigde de Raad van State het Zaanse bestemmingplan dat ten grondslag ligt aan ontwikkelingen op het Hembrugterrein op grond van geluid. Het Hembrugterrein ligt binnen de geluidszone van industrieterrein Westpoort in het Westelijk Havengebied. Op grond van geldende geluidsnormen is daar eigenlijk geen ruimte voor woningbouw. Speciaal voor zeehavengebieden bestaat daarom een zogeheten 'zeehavennorm' die het mogelijk maakt af te wijken van de standaardnorm, waardoor ruimte ontstaat voor een maximale geluidsbelasting van 60 decibel. Een van de voorwaarden is dat het dan om een ‘beperkte uitbreiding van bestaand woongebied’ moet gaan.

Maar uit het oordeel van de Raad van State blijkt dat de gemeente haar hand heeft overspeeld, door het bestaande woongebied ruimer te rekenen dan op grond van de regels mogelijk is. Zo zou ook de Bomenbuurt zijn meegerekend, die door een 150 meter breed kanaal gescheiden is van het bestaande woongebied aan de rand van het Hemburgterrein. Op grond hiervan vindt de Raad van State dat de gemeente de zeehavennorm niet had mogen toepassen.

Het Hembrugterrein is niet uniek in een dergelijke toepassing van de zeehavennorm. Zo wil de gemeente Amsterdam de ‘soepelere’ regeling ook toepassen bij de bouw van Haven-Stad. SP-raadslid Tiers Bakker suggereerde in Het Parool dat de Hembrug-uitspraak ook een potentiële bom kan leggen onder de Amsterdamse plannen

Achterhaalde wetgeving

Volgens Tim Artz, adviesgroepmanager Ruimtelijke Strategie bij adviesbureau Antea Group, getuigt de ontstane situatie in Zaanstad vooral van (ver)ouder(de) wetgeving. Artz: 'Een complexe gebiedsontwikkeling als het Hembrugterrein loopt ondanks de mogelijkheden van de Crisis- en hetstelwet en de Omgevingswet tegen verouderde wetgeving aan. Waar bij de Omgevevingswet flexibiliteit en integrale omgevingskwaliteit vooropstaan, is de lokale afwegingsruimte soms nog lastig te realiseren.'

Volgens Artz is de uitspraak omtrent het Hemburgterrein dan ook onderdeel van een groter probleem: 'Het plan is vernietigd vanwege het niet correct toepassen van de zeehavennorm, maar het probleem ligt dieper en zal vaker voorkomen zolang het volledige instrumentarium niet vernieuwd is. Veel milieuwetgeving is nog niet geheel op ingespeeld op een flexibel plan. Mijn conclusie is dan ook dat de Omgevingswet hier op dit moment nog geen nieuw antwoord op heeft. Hopelijk is dit er wel als de wet met alle extra mogelijkheden ten opzichte van de Crisis- en herstelwet van kracht is.’