In grote delen van Nederland zal in 2030 een woningtekort zijn, blijkt uit onderzoek door ABN Amro. Amsterdam kent dan met 30.000 woningen in de min veruit het grootste tekort. De hoofdstad wordt gevolgd door Den Haag (19 duizend woningen), Rotterdam (15 duizend), Utrecht (13 duizend) en Almere (ruim 5 duizend). Het tekort in Almere wordt mede verklaard door de nabijheid van Amsterdam.

Niet overal zal er in 2030 sprake zijn van een woningtekort. Veel gemeenten aan de randen van Nederland hebben juist een woningoverschot. Het grootste woningoverschot ontstaat volgens ABN Amro in de gemeente Kerkrade. Daar zijn dan ruim 1.400 woningen te veel. Daarna volgen de gemeentes Heerlen en Sluis, met overschotten van respectievelijk ruim 1.300 en 1.100 woningen.

Wilt u weten wat de prognose voor uw gemeente is? ABN Amro maakte deze overzichtskaart:

Bron: ABN Amro

Meeste provincies tekorten

Friesland en Zeeland zijn de enige provincies waar in 2030 sprake is van een woningoverschot. Alle andere provincies kennen als geheel een woningtekort. Opvallend is volgens ABN Amro dat in de provincies Drenthe en Limburg, waar veel krimpgebieden zijn, het absolute woningtekort groter zal zijn dan in Flevoland, een provincie met een jonge bevolking en de aantrekkingskracht van de nabijheid van Amsterdam.

Woningoverschotten per provincie

  • Noord-Holland: -67.461
  • Zuid-Holland: -37.084
  • Utrecht: -21.492
  • Gelderland: -14.984
  • Noord-Brabant: -7.240
  • Groningen: -5.265
  • Overijssel: -3.032
  • Limburg: -2.849
  • Drenthe: -1.488
  • Flevoland: -906
  • Friesland: 588
  • Zeeland: 3.802

Minder bouw nieuwe woningen, vooral in stedelijke gebieden

De bouw van nieuwe woningen loopt de komende jaren terug, ondanks het oplopende woningtekort. Het aantal afgegeven vergunningen daalde in 2018 met 5,7 procent. De meeste woningen worden de komende tijd in de grote steden gebouwd, waar het woningtekort het grootst is. In 2018 werden de meeste vergunningen voor nieuwe woningen afgegeven in Den Haag en Amsterdam.

In beide steden betreft het in meerderheid vergunningen voor nieuwe huurwoningen. In de cijfers van ABN Amro worden Den Haag en Amsterdam op de voet gevolgd door Utrecht, Groningen, Almere en Rotterdam. Ook in Noord-Brabant trekken de grote steden de kar. De meeste vergunningen zijn daar afgegeven in Breda, Eindhoven Tilburg en Den Bosch. In de twee zuidelijke provincies zijn in 2018 relatief weinig vergunningen afgegeven. Uitzondering is Maastricht, waar vooral vergunningen voor nieuwe koopwoningen zijn afgegeven. In Friesland en Drenthe zijn vooral veel vergunningen in Heerenveen en Assen afgegeven. Ook hier is volgens ABN Amro de trend dus zichtbaar dat de grotere steden de meeste aantrekkingskracht hebben. Buiten de Randstad en de grote steden in de rest van het land is een concentratie van woningbouw in de gemeenten Apeldoorn, Ede, Barneveld. Daar worden vooral koopwoningen gebouwd.

Huurwoningen

In de grote steden worden relatief veel nieuwe huurwoningen gebouwd. Daar worden meer vergunningen voor nieuwe huurwoningen dan voor koopwoningen afgegeven, constateert ABN Amro. Gemeenten proberen dus hun woningvoorraad zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de vraag. Uitzondering is Rotterdam, waar relatief weinig nieuwe huurwoningen worden gebouwd. Daarentegen zijn er nog veel gemeenten waar de komende tijd helemaal geen huurwoningen worden gebouwd, omdat daar geen vergunningen voor zijn afgegeven. Dit is het geval in de provincies Groningen, Zeeland en Limburg. De huurwoningen die in deze provincies nog worden gebouwd, staan meestal in de grotere steden. Afgezien van de grotere steden zijn dit ook gebieden waar minder jongeren naartoe verhuizen die vaker in een huurwoning gaan wonen.