Energiearmoede dreigt een steeds groter probleem te worden. Uit de doorrekening van het Ontwerp Klimaatakkoord, die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) vorige maand presenteerden, blijkt dat bij de energietransitie de zwakste schouders relatief de zwaarste lasten dragen. Er dreigt een vicieuze cirkel te ontstaan: wie geen geld heeft voor verregaande verduurzaming van zijn woning, betaalt een hogere energierekening en heeft daarna dus nog minder middelen om te verduurzamen.
René Schellekens werkt voor Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) aan de sociale energietransitie. RVO.nl heeft onder meer een Community of Practice (CoP) opgezet, waarin veertien gemeenten aan de slag zijn gegaan om de energietransitie bij huishoudens met een smalle beurs mogelijk te maken. Schellekens benadrukt dat energiebesparing niet hoog op de prioriteitenlijst staat bij deze doelgroep. ‘Zij hebben hun focus op andere zaken, zoals eten voor de kinderen. Energie is totaal geen onderwerp voor ze.’ Hij pleit dan ook voor een integrale aanpak van de problematiek rond energielasten. ‘Een technische aanpak levert te weinig op. Er is dus een nieuwe manier van werken nodig die ook rekening houdt met de sociale aspecten van de energietransitie.’
Mond-tot-mond
‘De hoogte van de huur en de zorgkosten, daar hebben we zelf geen invloed op. Energieverbruik is één van de weinige knoppen waar we wel aan kunnen draaien.’ Volgens Jasper van Commenee, beleidsmedewerker duurzaamheid bij de gemeente Leeuwarden, hebben mensen met weinig geld vaak niet in de gaten wat energiebesparende maatregelen kunnen opleveren. ‘Wij proberen door de inzet van energiecoaches mensen bewust te maken van het laaghangend fruit van energiebesparing.’
In Leeuwarden hebben ze een manier gevonden om bij de minder draagkrachtige bewoners over de vloer te komen, vertelt Van Commenee. ‘We werken samen met bijvoorbeeld wijkteams, maar we leggen ook folders over energiebesparing neer bij voedselbanken en we laten het meenemen door bewindvoerders. Dat zijn de partijen waar de doelgroep mee in aanraking komt.’ Na de eerste bezoeken is het balletje vervolgens gaan rollen, vertelt Klaas Hofman, energiecoach voor de gemeente Leeuwarden. ‘We merken dat mond-tot-mondreclame heel goed werkt. We bieden de mensen bijvoorbeeld een gratis ledlamp aan bij een gesprek. Dat willen andere mensen ook waardoor ze een afspraak met ons maken.’
In de periode tussen Sinterklaas en Kerst organiseerde de gemeente Leeuwarden een bijzondere actie. De eerste 150 huishoudens die zich aanmeldden voor een bezoek van de energiecoach ontvingen tijdelijk vier gratis ledlampen. Hierna liep het storm, vertelt Hofman. ‘Al snel hadden we 250 aanmeldingen. We zijn voorlopig nog wel even bezig met de bezoeken die uit deze actie voortgekomen zijn.’
Energiecoach Klaas Hofman aan het werk
Grote vrieskist
Energiecoach Hofman gaat bij mensen langs om ze te vertellen hoe ze energie kunnen besparen. Vaak begint dat inderdaad met bewustwording, legt hij uit. ‘Ik kwam bij een mevrouw met een hele grote vriezer, terwijl ze alleen woonde. Haar heb ik geadviseerd eens te kijken naar een kleiner en recenter model, zodat ze daarmee flink kon besparen op de energierekening. Andere manieren om eenvoudig energie te besparen zijn het aanbrengen van tochtstrips en het inregelen van de radiatoren en de cv-ketel.’
Zelf verantwoordelijk
Hofman is nu drie jaar energiecoach voor de gemeente en is sindsdien al bij 500 huishoudens op bezoek geweest. Hij begon bij wijze van proef voor de gemeente, maar inmiddels heeft hij zijn meerwaarde bewezen en zijn er nog twee energiecoaches door de gemeente aangenomen. Hij legt uit hoe hij de doelgroep uitdaagt om zelf aan de slag te gaan. ‘Ze zijn zelf verantwoordelijk. Ik vraag ze bijvoorbeeld om wekelijks hun meterstanden te noteren, zodat ze meer inzicht krijgen in hun verbruik. Met de maatregelen die ik voorstel, kunnen ze veel geld besparen. De grootste besparing die ik gezien heb, was 500 euro. Dat is heel veel geld voor de minima.’
Aardgasvrije wijken
Een groot deel van de mensen die moeite heeft om rond te komen, woont in een sociale huurwoning. Maar dat geldt niet voor iedereen, legt Schellekens uit. ‘Met name aan de onderkant van de koopmarkt zijn er problemen. Ik heb het dan bijvoorbeeld over mensen die in verkochte huurwoningen wonen. Die kiezen voor stabiele hypotheeklasten, maar houden geen of onvoldoende rekening met kosten voor onderhoud. Zo is er ook geen financiële ruimte voor energetische maatregelen en blijven ze zitten met een hoge energierekening.’
Deze groep mensen vormt volgens Schellekens een belemmering in de transitie naar aardgasvrije wijken. ‘Zij komen moeilijk rond, dus ze hebben zeker geen geld om tienduizenden euro’s in hun woning te steken om die aardgasvrij te maken. Wat dat betreft is het makkelijker om de energietransitie door te komen in een sociale huurwoning, omdat de woningcorporatie investeert in de verduurzaming van die woningen.’
Investeren
Dat de gemeente Leeuwarden drie betaalde energiecoaches in dienst heeft, kost natuurlijk geld, maar het levert ook wat op, benadrukt Van Commenee. ‘Wij vinden als gemeente dat we hier in moeten investeren. Door te werken met energiecoaches laten we zien dat we het belangrijk vinden dat mensen met weinig geld iets aan hun energierekening doen.’ Van Commenee denkt dat ook andere steden op deze manier met energiecoaches aan de slag kunnen. ‘Leeuwarden heeft een stevige problematiek met mensen die moeite hebben om rond te komen. Maar ik denk dat het speelt in alle grotere steden. Het vergt wel van je organisatie dat je over de schotten heen kijkt. Wij houden ons bezig met duurzaamheid, maar juist op dit vlak is samenwerking met het sociale domein heel belangrijk, anders bereik je de doelgroep niet.’
Gezondere woningen
Schellekens vindt het belangrijk dat ook de huishoudens met een smalle beurs mee kunnen in de energietransitie en hij volgt het project in Leeuwarden dan ook met aandacht. Volgens hem is energiebesparing niet het enige positieve effect van woningverduurzaming. ‘Er is allerlei bijvangst als je de woningen van deze doelgroep verduurzaamt. Woningen worden veel gezonder en comfortabeler. En voor het werk als energiecoach of het inregelen van de installaties kunnen werklozen worden ingezet. Daarnaast zou het mooi zijn als ook lokale bedrijven kunnen profiteren van de energiebesparende maatregelen. Ik denk dan aan een plaatselijke witgoedhandelaar die de oude apparaten vervangt. Het mes snijdt dus aan meerdere kanten en het gaat om veel meer dan energiebesparende maatregelen alleen.’