‘Den Haag is een groene stad, met vele landschappelijke kwaliteiten als de duinen, landgoederen, groene lanen en straten en parken,’ zegt wethouder stadsontwikkeling, wonen en Scheveningen Boudewijn Revis (VVD). ‘De verwachte grote groei van het inwoneraantal mag niet ten koste gaan van die groene kwaliteit.’ Groen- en natuurinclusief bouwen zal daar, naast aandacht voor openbare groenstroken, een belangrijke bijdrage aan leveren. Om dit in de praktijk te bevorderen, ontwikkelde de gemeente samen met adviesbureau Arcadis een puntensysteem voor groen- en natuurinclusief bouwen.
Zo werkt het puntensysteem
Het puntensysteem is in opzet simpel en rechttoe rechtaan, legt Irene Mulder, landschapsarchitect en beleidsmedewerker Gemeente Den Haag, uit. ‘In tenders en gronduitgifte-overeenkomsten wordt een minimaal aantal te behalen groene punten vastgesteld.’ Zo krijgen ontwikkelaars en bouwers punten voor ‘harde’ ingrepen als nestkasten voor vogels en vleermuizen en ‘zachte’ ingrepen als groene daken en tuinen. ‘Het aantal benodigde punten verschilt per project en is afhankelijk van de omvang van het project,’ zegt Mulder.
Wethouder Revis verklaart de keuze om het instrument bij tenders en gronduitgiftein te bouwen: ’Bestemmingsplannen zijn ons belangrijkste juridische instrument als het gaat om het reguleren van bouwactiviteiten, maar deze bieden onvoldoende ruimte voor regels op het gebied van natuurinclusief bouwen. We hebben daarom gezocht naar andere instrumenten die wel ruimte bieden voor het opnemen van afdwingbare regels: dat zijn de contracten die voortkomen uit gronduitgifte door de gemeente en bij de eisen en wensen die we opnemen in tenderdocumenten.’
De gemeente Den Haag omschrijft natuurinlcusief bouwen als 'het zondanig oprichten van bouwwerken en de directe omgeving van gebouwen dat natuurwaarden hier baat bij hebben.' De maatregelen hebben betrekking op al dan niet beschermde plant- en diersoorten en op groene functies als klimaatadaptatie en beleving.
Meerwaarde creëren
Het doel van het puntensysteem is om met de combinatie van verschillende ingrepen meerwaarde te creëren. ‘Met enkel een aantal bomen aanplanten ben je er nog niet,’ zegt Esther Vogelaar, stadsecoloog bij Gemeente Den Haag. ‘We zoeken juist naar combinaties die zowel de flora als fauna stimuleren.’ Om de meerwaarde te bewerkstelligen, worden op basis van de omvang van een bouwproject verschillende eisen gesteld. Irene Mulder: ‘We willen voorkomen dat er bijvoorbeeld enkel wat nestkasten worden ingebouwd. We hanteren dus een driedeling, waarbij er aandacht moet zijn voor nestgelegenheid, groene muren en daken en omgevingsmaatregelen. Juist een combinatie van harde en zachte ingrepen zorgt voor groene en natuurinclusieve meerwaarde.’
Ontwikkelaars vragen om duidelijkheid
Het puntensysteem is niet enkel vóór, maar juist samen met ontwikkelaars ontwikkeld. Wethouder Revis: ‘In de vele gesprekken die we hebben gevoerd met verschillende partijen, waren de ontwikkelaars uitgesproken: ze vroegen de gemeenten om een duidelijke opdracht. Duidelijkheid over wat er van hen verwacht wordt. Die duidelijkheid bieden we met het puntensysteem.’
Deze opzet van het instrument maakt dat ontwikkelaars veel vrijheid genieten in de toe te passen groene ontwerpelementen, aldus Mulder. Daardoor hoeft het puntensysteem hen niet op de kosten te jagen. Mulder: ‘Doordat de ontwikkelaars zelf mogen kiezen welke ingrepen zij precies toepassen, kunnen zij ook zelf zorgen voor een kloppend kostenplaatje.
‘Het is aan de ontwikkelaar om een goed en haalbaar gebouw neer te zetten. We hebben er alle vertrouwen in dat zij de maatregelen uit het puntensysteem goed mee kunnen nemen,’ zegt wethouder Revis.‘We verwachten dat het instrument een stimulans is om ontwikkelaars, (landschaps-) architecten en ecologen samen te laten werken aan de gebouwde omgeving. Deze samenwerking zal leiden tot maatwerk voor elke plek en tot een robuuste bijdrage aan het groene netwerk in de stad.’
'Het puntensysteem vindt zijn oorsprong in de nota ‘Natuurinclusief Bouwen,’ als uitwerking van een in 2015 aangenomen motie om bij sloop, renovatie en nieuwbouw rekening te houden met verblijfplaatsen voor beschermde soorten als huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen,’ vertelt ecoloog Esther Vogelaar. ‘Het slopen en renoveren van gebouwen heeft een ongewenst bijeffect. Oude panden zijn met al hun spleten en kieren zeer geschikt als nestplek voor vogels en vleermuizen, dus met het verdwijnen van deze panden verdwenen de dieren uit de stad. Zo zijn de gebouwen eigenlijk onderdeel van onze stadsnatuur.’
‘Het systeem moet zorgen voor bewustwording onder ontwikkelaars. Door hen een lijst van relatief simpele ontwerpelementen te presenteren die samen een meerwaarde opleveren, zien zij in dat hun ontwikkelingen echt bijdragen aan een groene, natuurinclusieve en daarmee leefbare stad.’
Ook interessant: 'Wat doet het verticale bos met de stad?'