Dit artikel verscheen eerder in vakblad BT Magazine. BT Magazine is hét vakblad voor iedereen die zich bezighoudt met regionale innovatiekracht en vestigingsklimaat. Meer informatie of een nummer gratis inzien? Klik dan hier.

Innovatieve Achterhoek

Laten we vooropstellen dat bedrijvenpark Laarberg niet claimt een circulair bedrijvenpark te zijn. En als Laarberg dat al was, dan schreeuwden de Achterhoekers, wars van dikdoenerij, het vast niet van de daken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze in de Randstad niet weten dat de Achterhoek een zeer innovatieve maakindustrie kent. Die dankt haar afkomst aan de vele ijzergieterijen die de regio ooit telde. In de Achterhoek lag het ijzererts aan de oppervlakte en langs de Oude IJssel ontstonden diverse gieterijen. Gieterijen zijn inmiddels grotendeels verdwenen, maar legden de basis voor een hoogwaardige smart industry met een wereldwijde afzet.

Het verleden brengt de toekomst

‘Op grond van het aantal patenten is de Achterhoek de tweede regio na Eindhoven’, weet Varssevelder en bedrijfsadviseur duurzaamheid Otto Willemsen te vertellen. ‘We hebben de beschikking over twee hoogwaardige metaalprinters. In Varsseveld is de grootste leverancier van onderdelen van landbouwmachines gevestigd – wereldwijd! – die onlangs doorgroeide naar 1500 man personeel. Dat bedrijf werkt met top ICT’ers. Het zijn unieke spelers in de markt. We hebben voortgebouwd op een erfenis uit het verleden. Het verleden brengt de toekomst. Er gebeurt hier ontzettend veel.’

Sterk landbouwcluster

Daarnaast heeft de Achterhoek van oudsher een sterke landbouwsector met daaromheen een grote verwerkende en toeleverende industrie. ‘Juist op een bedrijvenpark als Laarberg kan uit dat innovatieve maakcluster en de landbouwgerelateerde bedrijvigheid een unieke symbiose ontstaan’, benadrukt Willemsen, die twee boeken schreef over duurzaam ondernemen. Hij is duidelijk gecharmeerd van de ontwikkeling op bedrijvenpark Laarberg.

Biobased cluster

De gemeenten Berkelland en Oost Gelre formuleerden als ambitie om op bedrijvenpark Laarberg een biobased cluster te realiseren. Adviseur Henk Hoogmoed van Twynstra Gudde schreef mee aan het masterplan waarin de contouren van het bedrijvenpark werden uitgetekend, en nog steeds het kader vormt van de ontwikkeling van Laarberg. Hoogmoed, die nog altijd als financieel manager en interim-directeur bij de gebiedsonderneming Bedrijvenpark Laarberg betrokken is, benadrukt dat het masterplan in eerste instantie een ambitie is. Maar nu het bedrijvenpark steeds meer vorm begint te krijgen, lijkt de werkelijkheid redelijk in de pas te lopen met de ambitie.

Als we Laarberg als voorbeeld nemen van een bedrijvenpark dat in de buurt komt van een circulair bedrijvenpark, wat zijn dan de ruimtelijke randvoorwaarden?

Randvoorwaarde 1: Reserveer ruimte voor de circulaire economie

Dit lijkt voor de hand liggend, maar in een tijd van multifunctioneel ruimtegebruik en omgekeerde bestemmingsplannen mag het nog weleens gezegd worden: er zijn altijd activiteiten die zich minder goed verhouden tot typisch stedelijke functies als wonen en recreëren, benadrukte Cees-Jan Pen, lector De Ondernemende Regio van Fontys Hogescholen in een artikel in NL Magazine. ‘De circulaire economie is helemaal niet schoon’, zegt hij desgevraagd nog eens. Volgens Pen is het noodzakelijk om ruimte te reserveren voor circulaire activiteiten. De komst van regionaal bedrijvenpark Laarberg juicht hij dan ook van harte toe. ‘Over 50 jaar zijn bedrijven in meer of mindere mate circulair, wat zich vertaalt in een grote vraag naar dit soort locaties’, aldus Pen.

Hoogmoed benadruk dat de gebiedsonderneming niet veel moeite hoeft te doen om juist ondernemingen binnen te halen met een circulair profiel. ‘Er zitten veel bedrijven in de regio, al dan niet gerelateerd aan de agrarische sector, die iets met recycling doen, maar vaak worden beperkt in hun uitbreidingsruimte. De komst van Bedrijvenpark Laarberg komt voor hen als geroepen. Zo is het bedrijf Klein Gunnewiek gevestigd op Laarberg, een bedrijf dat gespecialiseerd is in demontage van auto’s tot op het laatste onderdeel. Een circulaire, maar relatief ruimtevretende activiteit.

Randvoorwaarde 2: Zorg voor veel milieuruimte

En als je toch ruimte reserveert, zorg dan ook voor ruimte in de hoogste of bijna hoogste milieucategorie. Laarberg is opgedeeld in twee zones, gescheiden door een groene corridor die ligt op de fundamenten van een oude linie (de Grolse Linie uit 1627). Boven deze linie ligt een biobased transitiepark van 20 hectare en daaronder een ‘regulier’ bedrijventerrein van ongeveer 40 hectare. Zowel op het transitiepark als op het reguliere park is planologisch ruimte gereserveerd voor bedrijven in de hoogste milieucategorie. ‘Het demonteren, ontleden van producten of verwerken van afvalstoffen tot nieuwe grondstoffen gaat niet altijd zonder dat er geluid of andere overlast ontstaat’, benadrukt Henk Hoogmoed.

Randvoorwaarde 3: Pas grondprijs aan aan het gebruik

Op het transitiepark is een grote bioraffinaderij van het Duitse concern RMS gepland. De komst van deze bioraffinagefabriek van circa 8,6 hectare, die mest als grondstof gebruikt en dit omzet in onder meer groen gas, sluit aan op de regionale agrarische structuur van de Achterhoek. Volgens Hoogmoed vervult de bioraffinagefabriek een vitale functie voor de agrarisch bedrijven in de regio. Het transitiepark vormt daarmee feitelijk een vitaal onderdeel van de infrastructuur die ten dienste staat van de verduurzaming van de regionale economie. Het is een van de redenen waarom de gebiedsonderneming op het transitiepark een lagere grondprijs rekent dan op het reguliere deel van het bedrijvenpark.

Cees-Jan Pen heeft nog wel bedenkingen bij het berekenen van een lagere grondprijs voor een circulaire activiteit zoals een bioraffinaderij. ‘Dit is geen basis voor het creëren van een circulaire economie die ook op eigen benen moet kunnen staan.’ Hij is bang dat ‘gestunt’ met grondprijzen een eigen vraag genereert en daarmee juist niet duurzaam is.

Randvoorwaarde 4: Zorg voor uitwisseling met de omgeving

Laarberg staat niet op zichzelf, maar onttrekt als regionaal bedrijvenpark vooral grondstoffen uit de regio. Het past volgens Otto Willemsen bij de DOE-aanpak (Duurzaam Ondernemen en Energie) van het Achterhoekse mkb waar hij als adviseur bij betrokken is. ‘Wij willen dat waardevolle materialen niet als afval op de vuilnisbelt belanden. Gelukkig zijn er in de Achterhoek inmiddels legio voorbeelden van bedrijven die stappen zetten in de circulaire economie, zoals het bedrijf Daas Baksteen, dat duurzaam produceert door klei binnen een omtrek van 60 kilometer te halen en proceswater te hergebruiken.’

Op het reguliere bedrijvenpark heeft zich inmiddels een mooi aantal bedrijven gevestigd die bij uitstek zijn aangehaakt bij de regionale economie, zoals Mueller, producent van rvs procestanks. Willemsen: ‘Mueller heeft als missie een bijdrage te leveren aan een goede en gezonde voedselvoorziening op de wereldmarkt. Toepassingen van hun producten in de circulaire procesindustrie zijn overal nodig. Bovendien deelt het bedrijf zijn opleidingsfaciliteiten met bedrijven in de regio.’

Tevens wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een proteïnecluster, een platform voor ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf in Gelderland die willen aanhaken bij de groeiende vraag naar ingrediënten en producten op basis van plantaardige eiwitten.

Randvoorwaarde 5: Zorg voor synergie op het park

Dan is er nog ‘de economie’ op het bedrijvenpark zelf die volgens Henk Hoogmoed zowel voorwaardestellend als voorwaardescheppend is voor het aantrekken van nieuwe functies. Zo bouwde brandstoffenhandelaar Kuster Olie een nieuw tankstation op Laarberg omdat hij ervan uitgaat dat op Laarberg afnemers zitten, maar op termijn ook leveranciers van duurzame brandstoffen zoals het biogas van RMS of de elektriciteit van het solarpark waarmee de Tesla’s bij het tankstation kunnen worden opgeladen.

Een ander bedrijf op Laarberg dat kan bijdragen aan de duurzame energievoorziening is houtleverancier Ten Damme, die niet alleen strooisel voor stallen maakt, maar ook houtchips als biomassa voor palletkachels.

Randvoorwaarde 6: Zorg voor een circulaire hardware

Voor we het vergeten is er nog de hardware. Een bedrijventerrein bestaat uit wegen, gebouwen, verlichting, natuur; of natuur is weggehaald en moet gecompenseerd worden. Daar is allemaal in voorzien. De wegen zijn van ‘groen’ asfalt, de ledverlichting is circulair en houdt rekening met vleermuizen die al in het gebied aanwezig waren voor de bedrijven kwamen. Natuur keerde deels terug in de vorm van bosranden met bomen en afvalwater wordt zoveel mogelijk op natuurlijk wijze in het gebied gezuiverd en teruggebracht in het waterecosysteem.

Randvoorwaarde 7: Beheer op orde

Cees-Jan Pen benadrukt nog dat het beheer van de werklocaties op orde moet zijn. Dat is voor hem belangrijker dan de vraag of een terrein in erfpacht wordt uitgegeven (en de gemeente dus duurzaam eigenaar blijft) of gewoon verkocht (op Laarberg heeft de koper keuze, om zo minder afhankelijk te zijn van de bank). ‘Alleen door goed onderhoud en beheer is de kwaliteit van een werklocatie te borgen. Dit vereist een professioneel functionerende ondernemersvereniging die meer doet dan post bezorgen en energie inkopen.’

Randvoorwaarde 8: Lange adem

Otto Willemsen hoopt dat Gebiedsonderneming Laarberg van haar aandeelhouders de tijd krijgt om de biobased-strategie consistent uit te rollen. ‘Dat betekent dat je die strategie ook tot uitvoering brengt in de bedrijven die zich op het terrein vestigen’.

Randvoorwaarde 9: Stem regionaal af

Een circulair bedrijvenpark vervult een vitale regionale functie, dan moet je als regio ook samenwerken, vindt Cees-Jan Pen. En dat betekent dat vitale functies die onder de nimby-noemer vallen een plek moeten krijgen op het bedrijvenpark, zoals een betoncrusher.

Randvoorwaarde 10: Sterke identiteit

Otto Willemsen heeft ook nog enkele suggesties voor de twee ontwikkelende gemeenten. Naast een lange adem en consistente bewaking van het concept, raadt Willemsen aan het bedrijvenpark een eigentijdse uitstraling te geven, vooral met het oog op de mensen die er moeten werken. ‘Dat betekent geen standaard blokkendozen. Zorg ervoor dat het gebied een uitstraling heeft waar circulaire bedrijven zich in thuis voelen en vooral ook het personeel zich senang voelt. Als je luncht, moet het leuk zijn.’

Zie ook het artikel 'circulaire bedrijventerreinen: welke bedrijfslocatie kiest u?' 

Één solarpark, drie functies
Het 20 hectare grote transitiepark biedt niet alleen ruimte aan een bioraffinaderij. In het voorjaar van 2018 werd reeds een 6 hectare groot multifunctioneel solarpark ingericht dat niet alleen voorziet in de stroombehoefte van 700 huishoudens, maar tevens dient voor waterberging, natuurcompensatie en fruitteelt. Hoogmoed: ‘Als je in het verleden ergens water kwijt moest op een bedrijventerrein om aan de bergingsvereisten te voldoen, dan groef je een grote plas. Hier is sprake van meervoudig ruimtegebruik op een in principe waardeloos stuk grond.’ Het gebied wordt op natuurlijke wijze door schapen beheerd. De natuurlijke uitstraling die het solarpark heeft, past perfect binnen het omliggende coulisselandschap dat kenmerken is voor de Achterhoek.