Het onderzoek werd uitgevoerd door de Future City Foundation in samenwerking met BNR Nieuwsradio en Stadszaken.nl. Een volledig overzicht van de onderzoeksresultaten vindt u hier

Het grootste deel van de regionale partijen ziet weinig heil in waterstof: in 66 van de 120 geanalyseerde partijprogramma’s wordt het woord waterstof geen enkele keer genoemd. In een deel van de programma’s waarin wel over waterstof wordt gerept, ontbreekt het bovendien aan een concrete invulling (13 van de 54 programma’s waarin over waterstof wordt gesproken). Er wordt in deze programma’s enkel gesuggereerd dat waterstof een rol zou kunnen spelen, maar wat die rol precies zou zijn blijft in het ongewisse. Hieruit volgt dat in 41 partijprogramma’s een concrete invulling aan waterstof wordt gegeven.

Grote rol voor transport, kleine voor gebouwde omgeving

De meeste regionale partijprogramma’s waarin wél een rol voor waterstof wordt weggelegd, zetten in op de transportsector (18 van de 41). In vrijwel alle provincies is er minimaal één partij die graag zou zien dat er meer personenauto’s of openbaar vervoer op het gas gaan rijden. Deze voorkeur is bovendien niet voorbehouden aan een partij: alle partijen behalve de PVV en FVD zien verspreid over verschillende provincies een rol voor waterstof in de transportsector. De enige  provincie waarin geen enkele partij een rol voor waterstof in de transportsector ziet, is Zeeland.

Naast een specifieke transportrol, zet een groot deel van de provinciale partijafdelingen in op een brede inzetbaarheid van het gas waarbij het zowel in de transportsector, de gebouwde omgeving of als accu een rol kan spelen. Verschillende regionale partijafdelingen, zoals SP en VVD Drenthe, CDA Flevoland en CU Groningen, spreken van een algehele ‘waterstofeconomie.’

Schitterend in afwezigheid is een specifieke rol voor waterstof als verduurzamer van de gebouwde omgeving. Slechts in vier van de 120 geanalyseerde programma’s wordt waterstof als vervanger van aardgas benoemd (PVDA Drenthe, PVDA Zeeland, PVDA Flevoland en CU Zeeland). Opvallend is dat SP Overijssel expliciet noemt géén plek voor waterstof ziet in de verduurzaming van de gebouwde omgeving.

De verschillen per partij

De mate waarin de partijen aandacht aan waterstof besteden verschilt sterk. Zo zien alle regionale afdelingen van D66 en juist geen enkele tak van het FvD een rol voor het gas. Hier een overzicht van de vier partijen die het meeste aandacht aan H2 geven. Tussen haakjes staat het aantal provincies waarin deze partij aandacht besteedt aan waterstof.

  1. D66 (12)              
    Van alle partijen richt D66 zich het meest op waterstof. In de verschillende provinciale partijprogramma’s van D66 lezen we dat waterstof oplossingen biedt voor een breed scala aan uitdagingen en dus breed ingezet zou moeten worden. De toepassingen die door de D66 worden voorgesteld zijn in veel gevallen binnen de ruimtelijke ontwikkeling ingepast. Zo stelt de partijafdeling in Drenthe voor om waterstof in bestaande zoutholtes op te slaan.
     
  2. VVD (8)
    De VVD ziet voor waterstof vooral een toepassing in de transportsector. Overigens richt de VVD zich niet enkel op H2: in bijna iedere provincie pleit de partij voor een combinatie met andere alternatieve energiebronnen.
     
  3. CU (8)
    De ChristenUnie ziet vooral in Noord-Nederland een concrete rol voor waterstof weggelegd. Er worden intensieve samenwerkingen voorgesteld, waarbij de partij gebruik wil maken van reeds bestaande samenwerkingsverbanden en aanwezige netwerken. In andere provincies wordt waterstof door het CDA vooral als alternatief voor brandstof voor de transportsector genoemd.
     
  4. CDA (7)
    Ook het CDA ziet voor waterstof vooral een rol in Noord-Nederland. Zo wil de partij in Groningen en Drenthe vol inzetten op het gas. In de rest van Nederland nemen de provinciale CDA-afdelingen een meer terughoudende rol in. De partijprogramma’s spreken in deze delen nog enkel over proeven en experimentele testen.
Een volledig overzicht van de onderzoeksresultaten vindt u hier